Gepubliceerd op dinsdag 18 november 2025
IEF 23096
Overig ||
13 jun 2025
Overig 13 jun 2025, IEF 23096; C-392/25 (Bodegas Sanviver tegen Bodegas Vega Sicilia), https://ie-forum.nl/artikelen/audiencia-provincial-de-alicante-stelt-prejudiciele-vragen-in-merkenrechtzaak

Audiencia Provincial de Alicante stelt prejudiciële vragen in merkenrechtzaak

Audiencia Provincial de Alicante 13 juni 2025, IEF 23096; IEFbe 4030; C-392/25 (Bodegas Sanviver tegen Bodegas Vega Sicilia). Verordening 2017/1001 voorziet in twee procedures om nietigverklaring en vervallenverklaring van een Uniemerk te vorderen: middels vordering bij het EUIPO (European Union Intellectual Property Office) en middels reconventionele vordering in reactie op een vordering wegens merkinbreuk. De Spaanse rechter vraagt het Hof of het nog mogelijk is (voor verwerende partij) om een nietigheidsvordering bij het EUIPO in te dienen nadat de rechtszaak al begonnen is (door verzoekende partij). Indien dit mogelijk is, is het de vraag of de rechtbank de procedure dan moet schorsen totdat het EUIPO uitspraak heeft gedaan. 

Prejudiciële vragen:

1)    Kan de verwerende partij nadat een procedure wegens merkinbreuk is aangevangen, bij het EUIPO een vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring instellen op grond van artikel 132, lid 1, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk1 , hoewel zij bij de rechtbank voor het Uniemerk een reconventionele vordering met hetzelfde voorwerp had kunnen instellen overeenkomstig de artikelen 58, lid 1, 59, lid 1, 60, lid 1, 124, onder d) en 128 van die verordening en de artikelen 17, lid 2, 41 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie?

2)    Indien de verwerende partij in een procedure wegens merkinbreuk geen reconventionele vordering heeft ingesteld, kan zij op grond van artikel 132, lid 1, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk, bij het EUIPO een vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring instellen, welke vordering schorsende werking heeft voor de gerechtelijke procedure totdat de beslissing op die vordering onherroepelijk is geworden?

3)    Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, tot op welk moment in de gerechtelijke procedure kan de verwerende partij de vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring bij het EUIPO instellen en daarmee de schorsing van de gerechtelijke procedure bewerkstelligen?