Merkenrecht  

IEF 22550

Merkregistratie terecht geweigerd: bladsymbool mist onderscheidend vermogen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22550; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/merkregistratie-terecht-geweigerd-bladsymbool-mist-onderscheidend-vermogen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22550; IEFbe 3872; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO). Het Gerecht behandelt het beroep van Essity Hygiene and Health AB tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. De zaak draait om de vraag of het aangevraagde merk, een afbeelding van een blad, voldoet aan de vereisten van artikel 7, lid 1, onder b), van Verordening nr. 207/2009. De Kamer van Beroep had geoordeeld dat het bladsymbool geen onderscheidend vermogen heeft. Het merk werd door de Kamer opgevat als een decoratief of ornamenteel element dat geen herkomst aanduidt. De Kamer merkte op dat bladsymbolen veelvuldig voorkomen in de sector, waar ze doorgaans worden gebruikt om milieuvriendelijke eigenschappen aan te duiden, zoals recycleerbaarheid of duurzame productie. Het publiek zou het aangevraagde merk eerder associëren met dergelijke kenmerken dan met de herkomst van de producten. Het Gerecht bevestigt deze vaststellingen en oordeelt dat het aangevraagde merk geen kenmerken heeft die het relevante publiek in staat stellen het symbool te herkennen als een onderscheidend teken. Het merk vertoont een gestandaardiseerde en realistische weergave van een blad en bevat geen opvallende of complexe elementen die het onderscheiden van andere decoratieve bladsymbolen. Volgens het Gerecht heeft de Kamer van Beroep terecht vastgesteld dat het bladsymbool geen eigenschappen heeft die het publiek als onderscheidend zou ervaren.

IEF 22547

Rechtbank verklaart merk 'DELOREAN EU' nietig en verbiedt gebruik DeLorean-tekens

Rechtbank Den Haag 29 jan 2025, IEF 22547; ECLI:NL:RBDHA:2025:1179 (DELOREAN MOTOR COMPANY tegen naam 1, bedrijfsnaam 2 B.V), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-verklaart-merk-delorean-eu-nietig-en-verbiedt-gebruik-delorean-tekens

Rb. Den Haag 29 januari 2025, IEF 22547; ECLI:NL:RBDHA:2025:1179 (Delorean Motor Company tegen naam 1). Deze zaak betreft een geschil tussen DeLorean Motor Company (DMC) en naam 1 c.s., waarin DMC vordert dat de rechtbank inbreuken op haar intellectuele eigendomsrechten vaststelt. DMC stelt dat naam 1 c.s. inbreuk maakt op haar DMC-woordmerken, handelsnaam en auteursrechten door onder andere het gebruik van het merk "DeLorean" en door foto's van DeLorean-voertuigen zonder toestemming te gebruiken. Ook vordert DMC schadevergoeding voor deze inbreuken. De rechtbank begint met het vaststellen van haar bevoegdheid en oordeelt dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van DMC die zijn gebaseerd op de merkregistraties van DMC, waaronder de Beneluxmerken en de EU-merken. Ten aanzien van de vorderingen die voortvloeien uit de franchiseovereenkomst wordt echter geoordeeld dat de rechtbank niet bevoegd is, omdat de overeenkomst een forumkeuzebeding bevat waarin expliciet is gekozen voor de rechtbanken in Harris County, Texas. DMC vordert in de eerste plaats de nietigverklaring van het merk van naam 1 en de overdracht van het merk aan DMC. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een onbetrouwbare gemachtigde, aangezien naam 1 geen onterecht merkdepot heeft verricht. De rechtbank wijst de vordering tot nietigverklaring van het merk van naam 1 echter toe op basis van verwarringsgevaar. De rechtbank overweegt dat het merk van naam 1, gezien de gelijkenis met de DMC-merkregistraties, verwarring kan veroorzaken bij het relevante publiek, ondanks de argumenten van naam 1 dat het publiek het verschil zou herkennen.

IEF 22546

Fenix moet gebruik van tekens die overeenstemmen met het beeldmerk van IB.ECO staken in Nederland

Rechtbank Limburg 6 feb 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix), https://ie-forum.nl/artikelen/fenix-moet-gebruik-van-tekens-die-overeenstemmen-met-het-beeldmerk-van-ib-eco-staken-in-nederland

Rb. Limburg 6 februari 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix). IB.ECO, een handelaar in plantenvoedingsproducten, is eigenaar van verschillende merkregistraties voor het merk "APTUS", ingeschreven in 2015 bij het BOIP, EUIPO en IPI, voor producten in klassen 1, 31 en 35. Fenix, een voormalige afnemer van IB.ECO’s distributeur Ferna Trade GmbH, verkoopt nu plantenvoedingsproducten onder de naam "Artos" via een webshop. IB.ECO heeft Fenix per brief van 3 september 2024 gesommeerd om het gebruik van het Artos-teken te staken, de producten uit de handel te halen, vernietigen en verkoopfacturen over te leggen, omdat zij dit als inbreukmakend beschouwt. Fenix heeft niet gereageerd op deze sommatie. IB.ECO vordert dat Fenix onmiddellijk stopt met het gebruik van het Artos-teken en alle inbreukmakende producten vernietigt, onder dreiging van hoge dwangsommen, en eist ook een overzicht van verkoopfacturen en vergoeding van proceskosten. Fenix verzet zich tegen deze vorderingen. 

IEF 22545

Verwijderen van identificatienummers van drankflessen doet geen noemenswaardige afbreuk aan merken

Antilliaanse Gerechten 20 dec 2024, IEF 22545; ECLI:NL:OGEABES:2024:130 (Hennessy, MHCS & Polmos tegen Herrera & Zhung Kong), https://ie-forum.nl/artikelen/verwijderen-van-identificatienummers-van-drankflessen-doet-geen-noemenswaardige-afbreuk-aan-merken

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 20 november 2024, IEF 22545; ECLI:NL:OGEABES:2024:130 (Hennessy, MHCS & Polmos tegen Herrera & Zhung Kong). Hennessy, MHCS en Polmos (hierna: eiseressen) zijn allemaal betrokken bij de productie en distributie van alcoholhoudende dranken en hebben merkrechten op hun producten. Herrera en Zhung Kong (hierna: gedaagden) zijn distributeurs en verkopers van alcoholhoudende dranken op Bonaire. De gedaagden verkochten flessen drank van de merken van eiseressen zonder de originele identificatienummers. Deze nummers zijn essentieel voor de traceerbaarheid en authenticiteit van de producten. Eiseressen stelden dat dit de integriteit van hun producten aantastte en de merkrechten schond. De gedaagden voerden aan dat de flessen via parallelhandel waren verkregen. Gedaagden betoogden dat de flessen rechtmatig via parallelhandel waren verkregen en dat het verwijderen van de identificatienummers was toegestaan volgens de geldende rechtspraak. Eiseressen vorderden dat gedaagden onmiddellijk zouden stoppen met de verkoop van de gedecodeerde flessen.

IEF 22540

Onvoldoende onderscheidend vermogen van het merk MORE Nutrition

Gerecht EU (voorheen GvEA) 13 feb 2025, IEF 22540; ECLI:EU:T:2025:128 (Quality First GmbH tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/onvoldoende-onderscheidend-vermogen-van-het-merk-more-nutrition

Gerecht van de Europese Unie, 5 februari 2025, IEF 22540, IEFbe 3870; ECLI:EU:T:2025:128 (Quality First GmbH tegen EUIPO) Op 11 oktober 2021 heeft Quality First GmbH een aanvraag ingediend voor het woordmerk MORE Nutrition bij het EUIPO, voor verschillende goederen en diensten zoals voedingssupplementen, dieetproducten en gerelateerde diensten. De aanvraag is afgewezen omdat het merk geen onderscheidend vermogen heeft. Eiser gaat in beroep bij de Kamer van Beroep van het EUIPO, die het beroep afwijst. De Kamer concludeert dat het merk door Engelstalige consumenten in de EU wordt gezien als een simpele reclameboodschap, zonder onderscheidend vermogen. Eiser verzoekt het Gerecht om de beslissing van de Kamer te vernietigen, met het argument dat het merk wel degelijk onderscheidend vermogen heeft. Eiser voert drie gronden van beroep aan: schending van artikel 7, lid 1, onder b) en c) van de verordening en het gelijkheidsbeginsel.

IEF 22537

Weigering merkregistratie ExactCut vanwege gebrek aan onderscheidend vermogen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 feb 2025, IEF 22537; ECLI:EU:T:2025:136 (ExactCut s. r. o. tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/weigering-merkregistratie-exactcut-vanwege-gebrek-aan-onderscheidend-vermogen

Gerecht EU 5 februari 2025, IEF 22537; IEFbe 3867; ECLI:EU:T:2025:136 (ExactCut s. r. o. tegen EUIPO) In de zaak tussen ExactCut en het EUIPO heeft het Gerecht zich uitgesproken over de weigering van de inschrijving van het figuurlijke merk ExactCut. De aanvraag werd afgewezen door het EUIPO omdat het merk niet voldeed aan de eisen van onderscheidend vermogen. De Kamer van Beroep van het EUIPO had geoordeeld dat het teken beschrijvend was voor de producten en diensten waarvoor de aanvraag was ingediend, en dus geen onderscheidend vermogen had. Het Gerecht bevestigt deze beoordeling. Het merk ExactCut bestaat uit de Engelse woorden exact (precisie) en cut (gesneden), die samen de kenmerken van de betrokken producten en diensten beschrijven. De Kamer van Beroep stelde vast dat deze woorden door het relevante publiek onmiddellijk als beschrijvingen van de producten en diensten worden herkend, zonder verdere reflectie. Het Gerecht onderschrijft deze conclusie en merkt op dat het teken een voldoende direct en concreet verband moet hebben met de producten of diensten, zodat het publiek het teken direct als beschrijving herkent. Het Gerecht benadrukt dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen moet plaatsvinden op basis van de algehele indruk die het merk maakt, met inachtneming van de kenmerken van het teken als geheel. Het concludeert dat, hoewel het merk grafisch is gepresenteerd met kleuren die de woorden scheiden, de woorden zelf nog steeds de kenmerken van de producten en diensten beschrijven en geen onderscheidend vermogen bezitten.

IEF 22536

Afwijzing van de registratie van een positiemerk wegens gebrek aan onderscheidend vermogen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 feb 2025, IEF 22536; ECLI:EU:T:2025:134 (VistaJet ltd tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/afwijzing-van-de-registratie-van-een-positiemerk-wegens-gebrek-aan-onderscheidend-vermogen

Gerecht van de Europese Unie 5 februari 2025, IEF 22536; IEFbe 3866; ECLI:EU:T:2025:134 (VistaJet ltd. tegen EUIPO). In deze zaak verzoekt VistaJet ltd. het Gerecht om de nietigverklaring van de beslissing van het EUIPO, waarbij de aanvraag voor registratie van een EU merk is afgewezen. Het merk betreft een horizontale rode streep op de zilveren romp van een privévliegtuig. Het Gerecht oordeelt dat het aangevraagde merk geen onderscheidend vermogen heeft. Het aangevraagde merk is een positiemerk, gekarakteriseerd door de specifieke plaatsing van de rode streep op de zilveren romp van het vliegtuig, die van de neus naar de staart loopt, boven de vleugels. De beoordeling van het merk werd gebaseerd op de vraag of het merk voldoende onderscheidend is voor de gevraagde diensten. Het Gerecht oordeelt dat de rode lijn op de zilveren romp van het vliegtuig geen onderscheidend vermogen heeft voor de diensten waarvoor registratie wordt aangevraagd, te weten privévliegtuigvervoer en vluchtplanningsdiensten. Het Gerecht merkt op dat het aangevraagde merk een simpele geometrische lijn is, die in wezen niet in staat is om een boodschap over te brengen die consumenten zich zouden kunnen herinneren. Het merk bestaat uit een rode lijn op een zilveren romp, wat door het relevante publiek als een decoratief element wordt beschouwd. Het Gerecht bevestigt dat, volgens vaste jurisprudentie, een merk dat bestaat uit een eenvoudige geometrische figuur, zoals een lijn, niet in staat is om onderscheidend te zijn, tenzij het merk door gebruik onderscheidend vermogen heeft verworven.

IEF 22534

Rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd in zaak tussen Bacardi en Pesco

Rechtbank Den Haag 4 dec 2024, IEF 22534; ECLI:NL:RBDHA:2024:23071 (Bacardi c.s. tegen Pesco), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-den-haag-verklaart-zich-onbevoegd-in-zaak-tussen-bacardi-en-pesco

Rb. Den Haag 4 december 2024, IEF 22534; ECLI:NL:RBDHA:2024:23071 (Bacardi c.s. tegen Pesco). Bacardi c.s. zich bezig met de productie en verkoop van alcoholhoudende dranken en heeft merkrechten op de merken GREY GOOSE en PATRÓN. Pesco Supply B.V. (hierna: Pesco), een internationale groothandel, wordt beschuldigd van inbreuk op deze merkrechten en het schenden van eerdere onthoudingsverklaringen uit 2014 en 2015. Bacardi c.s. vordert onder andere een verklaring voor recht dat Pesco de onthoudingsverklaringen heeft overtreden, met bijbehorende boetes en schadevergoedingen. Pesco betwist de bevoegdheid van de rechtbank Den Haag op basis van een forumkeuzebeding dat geschillen aan de rechtbank Amsterdam toewijst. De rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar de rechtbank Amsterdam voor de vorderingen die betrekking hebben op de niet-nakoming van de onthoudingsverklaringen. Deze vorderingen worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, conform het forumkeuzebeding dat partijen zijn overeengekomen.

IEF 22533

Verkoper gebruikte handelsnaam, EAN-nummers en afbeeldingen van gedaagde op Bol.com

Rechtbank Rotterdam 29 jan 2025, IEF 22533; ECLI:NL:RBROT:2025:1323 (eiseres handelsnaam 1 tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/verkoper-gebruikte-handelsnaam-ean-nummers-en-afbeeldingen-van-gedaagde-op-bol-com

Rb. Rotterdam 29 januari 2025, IEF 22533; ECLI:NL:RBROT:2025:1323 (eiseres tegen gedaagde). In deze zaak vordert eiseres, handelend onder de naam handelsnaam 1, schadevergoeding en andere vergoedingen wegens inbreuk op haar merk- en auteursrechten door gedaagde. Gedaagde heeft gezichtsglitters en gezichtsjuwelen aangeboden via Bol.com, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van de EAN-codes en advertenties van eiseres. Eiseres stelt dat dit onrechtmatig was, omdat de producten van gedaagde niet identiek waren aan de producten van eiseres. Gedaagde heeft de vorderingen betwist. De rechtbank begint met de beoordeling of gedaagde de EAN-codes en advertenties van eiseres mocht gebruiken. De rechtbank stelt vast dat dit in strijd is met de gebruikersvoorwaarden van Bol.com. Hierin staat dat identieke artikelen moeten onder dezelfde EAN-code worden aangeboden. De producten die gedaagde aanbood verschillend echter van de producten van eiseres. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de EAN-codes en advertenties van eiseres te gebruiken, wat valt onder de regels over misleidende handelspraktijken en oneerlijke concurrentie.

IEF 22531

Thom Browne vs Adidas: rood-wit-blauw bies en four bar maakt geen inbreuk

Rechtbank Den Haag 5 feb 2025, IEF 22531; ECLI:NL:RBDHA:2025:1269 (THOM BROWNE, INC. tegen ADIDAS AG), https://ie-forum.nl/artikelen/thom-browne-vs-adidas-rood-wit-blauw-bies-en-four-bar-maakt-geen-inbreuk

Rb. Den Haag 5 februari 2025, IEF 22531; ECLI:NL:RBDHA:2025:1269 (THOM BROWNE, INC. tegen ADIDAS AG). In deze zaak staat de vraag centraal of het gebruik van de rood-wit-blauwe bies en de four bar door Thom Browne op kleding inbreuk maakt op de merkregistraties van Adidas. hom Browne vordert een verklaring voor recht dat zij geen inbreuk maakt op de merken van Adidas. Daarnaast vordert ze nietigverklaring van het internationale merk met registratienummer 876661 (hierna: het Adidas positiemerk 4) en de vervallenverklaring van enkele beeldmerken. De rechtbank heeft de verschillende vorderingen beoordeeld en oordeelt als volgt. De rechtbank begint met de beoordeling van de geldigheid van het Adidas positiemerk 4, dat uit drie parallelle strepen bestaat. Thom Browne stelt dat dit merk niet voldoet aan de eisen van duidelijkheid en precisie, en daarom nietig verklaard moet worden. De rechtbank verwerpt dit betoog en concludeert dat het merk in voldoende mate is bepaald, ondanks de variëteit in mogelijke verschijningsvormen van de strepen. De grafische weergave van het merk, in combinatie met de beschrijving in de registratie, maakt het mogelijk om het voorwerp en de reikwijdte van de bescherming vast te stellen. Er is volgens de rechtbank geen sprake van een ongeldige merkregistratie, en de vordering van Thom Browne om het merk nietig te verklaren wordt afgewezen.