Merkenrecht  

IEF 22474

Rechter heft conservatoir beslag op: belang NewBreath zwaarder dan het belang van Liptis en Osiris bij handhaving van het beslag

Rechtbank Overijssel 26 sep 2024, IEF 22474; ECLI:NL:RBOVE:2024:4970 (NewBreath tegen Liptis cs), https://ie-forum.nl/artikelen/rechter-heft-conservatoir-beslag-op-belang-newbreath-zwaarder-dan-het-belang-van-liptis-en-osiris-bij-handhaving-van-het-beslag

Vzr. Rb. Overijssel 26 september 2024, IEF ; ECLI:NL:RBOVE:2024:4970 (NewBreath tegen Liptis cs). In deze zaak draait het om een geschil tussen NewBreath en Liptis, Osiris, Dutch Nutrition Operations en Dutch Nutrition over de productie en verhandeling van zuigelingenvoeding in de vorm van melkpoeder. NewBreath verkoopt in Libië melkpoeder onder het merk Liptomil, waarvoor zij een licentie heeft van [bedrijf 1]. Liptis en Osiris, die ook actief zijn in de zuigelingenvoedingsmarkt, hebben conservatoir beslag laten leggen op producten van Dutch Nutrition Operations, stellende dat deze inbreuk maken op hun merkrechten. NewBreath vordert in dit kort geding dat het conservatoir beslag op de producten van Dutch Nutrition Operations wordt opgeheven. NewBreath stelt dat zij een zelfstandig rechtens te respecteren commercieel belang heeft bij de opheffing van het beslag, omdat zij de producten distribueert en verkoopt op de Libische markt. Het handhaven van het beslag zou leiden tot financiële schade door omzetderving, aangezien zij de producten niet kan verkopen zolang het beslag van kracht is. Liptis en Osiris, die het beslag hebben laten leggen, stellen dat de producten inbreuk maken op hun merkrechten en hebben daarom het beslag laten leggen om verdere distributie en verkoop te voorkomen. Zij vorderen dat het beslag gehandhaafd blijft om hun merkrechten te beschermen.

IEF 22471

Geen verwarringsgevaar tussen ‘AROMA KING’ en oudere ‘KING’S’-merken

Gerecht EU (voorheen GvEA) 6 nov 2024, IEF 22471; ECLI:EU:T:2024:778 (House of Prince A/S tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-aroma-king-en-oudere-king-s-merken

Gerecht van de Europese Unie 6 november 2024, IEF 22471, IEFbe 3849; ECLI:EU:T:2024:778 (House of Prince A/S tegen EUIPO). In augustus 2020 heeft de heer Bialy bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een beeldmerk ingediend. Dit is het Aroma King merk dat hierboven is afgebeeld. Dit merk betrof vooral producten in klasse 34, zoals tabak en gerelateerde producten, en diensten in klasse 35 die met deze producten te maken hebben. Op 21 december 2020 werd bezwaar gemaakt door House of Prince tegen de registratie. De bezwaren waren gebaseerd op oudere Deense merken met de naam "KING'S" of variaties daarvan, die ook geregistreerd zijn voor tabaksproducten in klasse 34. De reden voor het bezwaar was dat het nieuwe merk teveel zou lijken op deze oudere merken en verwarring bij het publiek zou kunnen veroorzaken. De Oppositieafdeling gaf het bezwaar gelijk, waartegen de heer Bialy in beroep is gegaan. De Kamer van Beroep heeft de eerdere beslissing vernietigd en besloten dat er geen verwarringsgevaar was tussen de merken. House of Prince verzoekt in deze procedure vernietiging van het besluit van de Kamer van Beroep. House of Prince klaagt dat de Kamer van Beroep fouten had gemaakt bij de beoordeling van de overeenkomsten tussen het merk "AROMA KING" en het oudere merk "KING'S".

IEF 22470

Uitspraak ingezonden door Benjamin van Werven, Walden Grene.

Verbod op grond van merkrechten V-Label toegewezen, eerder gegeven onthoudingsverklaring ontoereikend

Rechtbank Den Haag 13 jan 2025, IEF 22470; C/09/675865 KG ZA 24-1072 (De Nederlandse Vegetariërsbond tegen V-Label GmbH tegen PowerFood B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/verbod-op-grond-van-merkrechten-v-label-toegewezen-eerder-gegeven-onthoudingsverklaring-ontoereikend

Vzr. Rb. Den Haag 13 januari 2025 (De Nederlandse Vegetariërsbond / V-Label GmbH tegen PowerFood B.V.). Gedaagde maakte na het einde van een licentie gebruik van tekens die overeenkwamen met de “V-Label”-certificeringsmerken van V-Label GmbH, in Nederland gehandhaafd door De Nederlandse Vegetariërsbond (“NVB”). Eisers vorderden staking van dit gebruik, waarop gedaagde onder meer het verwarringsgevaar betwistte. Kort voor het kort geding gaf gedaagde vervolgens een onthoudingsverklaring af die naar mening van eisers ontoereikend was. Ter zitting heeft gedaagde gemeld de inbreuk niet te betwisten. De voorzieningenrechter oordeelde daarop dat de onthoudingsverklaring inderdaad ontoereikend was en wees het gevorderde verbod toe.

IEF 22459

Voorzieningenrechter bevestigt sluiting verkoopaccounts op Bol.com na schending beleid door verkoper

Rechtbank Midden-Nederland 13 aug 2024, IEF 22459; ECLI:NL:RBMNE:2024:4823 (Eiser tegen Bol.com), https://ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-bevestigt-sluiting-verkoopaccounts-op-bol-com-na-schending-beleid-door-verkoper

Vzr. Rb. Midden-Nederland 13 augustus 2024, IT 4722, IEF 22459; ECLI:NL:RBMNE:2024:4823 (Eiser tegen Bol.com). Eiser heeft twee zakelijke verkoopaccounts gehad op Bol.com, die op 24 april 2024 door Bol zijn gesloten. Bol heeft deze accounts gesloten omdat eiser meerdere keren het beleid van Bol zou hebben overtreden. De overtredingen omvatten onder andere het schenden van intellectuele eigendomsrechten door merknamen in producttitels te gebruiken bij producten die niet van dat merk waren, het plaatsen van valse bestellingen en het schrijven van positieve reviews bij eigen producten. Eiser vordert in dit kort geding dat Bol word geboden om de twee verkoopaccounts binnen zeven dagen te heropenen, 100 beleidspunten toe te kennen en een verbod op te leggen aan Bol om de accounts opnieuw te sluiten of beleidspunten af te trekken om dezelfde redenen als die ten grondslag lagen aan de sluiting van 24 april 2024, op straffe van een dwangsom. Eiser stelt dat de algemene voorwaarden van Bol in strijd zijn met de Verordening EU/2019/1150 (P2B Verordening) en daarom nietig zijn. Subsidiair stelt eiser dat de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn in de zin van artikel 6:233 BW of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

IEF 22457

Chipsy Kings blijft overeind: Gerecht bevestigt beslissing EUIPO

Gerecht EU (voorheen GvEA) 11 dec 2024, IEF 22457; ECLI:EU:T:2024:891 (Meica Ammerländische Fleischwarenfabrik Fritz Meinen GmbH & Co. KG tegen András Lénárd), https://ie-forum.nl/artikelen/chipsy-kings-blijft-overeind-gerecht-bevestigt-beslissing-euipo

Gerecht van de Europese Unie 11 December 2024, IEF 22457, IEFbe 3845; (Meica Ammerländische Fleischwarenfabrik Fritz Meinen GmbH & Co. KG tegen András Lénárd). Het Gerecht van de Europese Unie heeft geoordeeld dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen het aangevraagde EU-woordmerk Chipsy Kings en het oudere merk Curry King. Meica, de eigenaar van Curry King, had bezwaar gemaakt tegen de registratie van Chipsy Kings, dat is aangevraagd voor snacks en aanverwante detailhandelsdiensten. Zowel de Oppositieafdeling als de Kamer van Beroep van het EUIPO wees dit bezwaar echter af. In deze zaak heeft het Gerecht deze beslissingen bevestigd. Het Gerecht oordeelt dat hoewel beide merken het element “King” delen, ze visueel, auditief en conceptueel voldoende verschillen. Curry King verwijst duidelijk naar curryproducten, terwijl Chipsy Kings door het element “Chipsy” eerder geassocieerd wordt met chips en snacks. “King” heeft volgens het Gerecht slechts een zwak onderscheidend vermogen en speelt daardoor geen dominante rol in de vergelijking. Conceptueel worden de merken als verschillend beoordeeld: Curry King roept de associatie op met een “koning van curry”, terwijl Chipsy Kings een speelse verwijzing is naar chips en een koninklijke status. Voor Engelstaligen kan Chipsy Kings zelfs als een woordspeling worden ervaren, wat ontbreekt bij Curry King. Het Gerecht benadrukte dat generieke termen zoals “King” slechts een beperkte rol spelen in de beoordeling van verwarringsgevaar. Ondanks enkele overeenkomsten, zijn de verschillen tussen de merken groot genoeg om te voorkomen dat verwarringsgevaar ontstaat tussen de merken. De vordering van Meica wordt afgewezen.

IEF 22455

Tetra Laval's verpakking blijft beschermd: Kamer van Beroep verwerpt nietigverklaring

EUIPO - OHIM 6 dec 2024, IEF 22455; R 12/2024-4 (Tetra Laval tegen Lami Packaging), https://ie-forum.nl/artikelen/tetra-laval-s-verpakking-blijft-beschermd-kamer-van-beroep-verwerpt-nietigverklaring

EUIPO Kamer van Beroep 6 december 2024, IEF 22455, IEFbe 3844; R 12/2024-4 (Tetra Laval tegen Lami Packaging). Tetra Laval Holdings & Finances (hierna: Tetra Laval) heeft in 2000 een aanvraag gedaan voor het vormmerk dat hierboven op de afbeelding te zien is. Zij wil deze inschrijven voor klasse 16, oftewel voor verpakkingsmateriaal gemaakt van papier. In 2004 is het merk geregistreerd. In 2022 heeft Lami Packaging een verzoek tot nietigverklaring van het merk ingediend. Ter grondslag legt zij hieraan dat het merk onvoldoende onderscheidend is. De nietigheidsafdeling heeft mede door het aangeleverde bewijs het vormmerk volledig nietig verklaard. Hiertoe stelde zij dat alle essentiële kenmerken noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van het technische resultaat van de verpakking. Tegen dit besluit gaat Tetra Laval in beroep. Zij stelt, kort gezegd, dat de nietigheidsafdeling een fout maakt door te veronderstellen dat het Hof van Justitie zijn standpunt had gewijzigd over het toepassen van artikel 7(1)(e)(ii) EUTMR op verpakkingsvormen. Volgens eerdere beslissingen van de kamer van beroep is een verpakking met een technische functie, zoals het hermetisch afsluiten en het vervoeren van een product, niet afhankelijk van de specifieke vorm. Deze elementen zijn dan ook niet technisch van aard.

IEF 22448

Kwade trouw vastgesteld bij 'trademarktroller', merkrechten nietig verklaard

EUIPO - OHIM 17 dec 2024, IEF 22448; (Tesla tegen Capella Eood), https://ie-forum.nl/artikelen/kwade-trouw-vastgesteld-bij-trademarktroller-merkrechten-nietig-verklaard

EUIPO 17 december 2024, IEF 22448 (Tesla tegen Capella Eood). De autoproducent Tesla heeft in 2007 een EUTM (Europese Unie handelsmerk) met betrekking tot het TESLA-merk aangevraagd. Twee maanden later heeft Capella Eood eveneens een EUTM aangevraagd, met als argument dat zij al een eerder recht op het merk TESLA heeft, omdat zij dit in 2007 in Oostenrijk heeft gedaan. Tesla heeft hiertegen een vordering tot nietigverklaring ingediend. Tesla stelt dat Capella Eood een bekende ‘trademarktroller’ is, die gebruikmaakt van een strategie waarbij derden worden geblokkeerd om een financieel voordeel te behalen. Volgens Tesla zou Capella Eood verschillende firma’s hebben opgezet, waarmee zij honderden duizenden merkaanvragen in diverse lidstaten heeft ingediend. De meerderheid hiervan zou echter nooit tot inschrijving zijn overgegaan en uitsluitend bedoeld zijn geweest om later voorrang te eisen bij mogelijke EUTM-aanvragen. Tesla concludeert hieruit dat de merkaanvraag TESLA een voorbeeld is van de oneerlijke aanvraagstrategie van Capella Eood, zonder enige commerciële logica, en uitsluitend bedoeld om Tesla te blokkeren. Hierdoor stelt Tesla dat het merk nietig verklaard moet worden. Capella Eood stelt daarentegen dat zij rechtsgeldig EUTM-houder is, omdat zij de vergoeding voor haar aanvraag heeft betaald. Daarnaast beweert zij dat Tesla al tientallen jaren bewust inbreuk maakt op haar merkenrecht. Volgens Capella Eood is er geen sprake van kwade trouw en is Tesla’s redenering niet overtuigend, en bovendien in strijd met de grondrechten en het EU-recht.

IEF 22444

Handel in flessen namaakwodka is inbreukmakend op merkrechten

Rechtbank Den Haag 17 dec 2024, IEF 22444; ECLI:NL:RBDHA:2024:21280 (Polmos tegen Pilot en gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/handel-in-flessen-namaakwodka-is-inbreukmakend-op-merkrechten

Rb. Den Haag 17 december 2024, IEF 22444; ECLI:NL:RBDHA:2024:21280 (Polmos tegen Pilot en gedaagde). Polmos is rechthebbende op een woord- en beeldmerk dat zij als sticker aanbrengt op flessen Belvedere-wodka. Daarnaast is zij auteursrechthebbende van het logo dat onderdeel uitmaakt van het beeldmerk. Pilot was betrokken bij de handel in en was eigenaar van een aantal zendingen flessen namaak-Belvedere-wodka. Deze zendingen zijn in Nederland aangetroffen, deels bij gedaagde en deels bij de douane. Op deze zendingen heeft Polmos conservatoir beslag laten leggen. Daarom vordert Polmos een verbod op de afgifte van de merkinbreukmakende flessen en schadevergoeding op grond van haar merkregistraties, auteursrechten, of onrechtmatige daad.

IEF 22437

Bewegingsmerk van een draaiend raam afgewezen

EUIPO - OHIM 28 okt 2024, IEF 22437; (KCT tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/bewegingsmerk-van-een-draaiend-raam-afgewezen

EUIPO kamer van beroep 28 oktober 2024, IEF 22437, IEFbe 3842 (KCT tegen EUIPO). KCT heeft een merkaanvraag ingediend voor een bewegingsmerk betreffende de beweging van een draaiend raam. KCT stelt dat de beweging die het raam van de merkaanvraag maakt, volledig anders is dan die van een normaal klapraam. Bij een klapraam draait het kozijn naar buiten met een draai-as die vastzit aan het bovenste of onderste deel van het kozijn. Het raam in kwestie draait volledig los van het kozijn met behulp van twee zwartgekleurde scharnieren.

IEF 22424

Kamer van Beroep hanteerde te strikte toets voor nieuw bewijsmateriaal in FITNESS-zaak

Gerecht EU (voorheen GvEA) 27 nov 2024, IEF 22424; ECLI:EU:T:2024:865 (European Food tegen EUIPO (Nestlé)), https://ie-forum.nl/artikelen/kamer-van-beroep-hanteerde-te-strikte-toets-voor-nieuw-bewijsmateriaal-in-fitness-zaak

Gerecht EU 27 november 2024, IEF 22424; ECLI:EU:T:2024:865 (European Food tegen EUIPO (Nestlé)) European Food en Nestlé procederen al meer dan tien jaar juridisch tegen elkaar, sinds European Food in 2011 een verzoek tot nietigverklaring van het woordmerk FITNESS van Nestlé indiende. Volgens European Food is het woordmerk beschrijvend en heeft het geen onderscheidend vermogen [zie IEF 21480]. European Food diende bij de Kamer van Beroep nieuw bewijsmateriaal in, maar deze weigerde het te accepteren omdat European Food volgens haar onvoldoende had aangetoond dat sprake was van nieuwe feiten. Hiertegen stelde European Food beroep in. Het Gerecht oordeelt dat de Kamer van Beroep een te strikte interpretatie heeft gehanteerd bij het accepteren van nieuw bewijsmateriaal.