Merkenrecht  

IEF 23023

Geen aanhouding of schorsing in zaak over 123led-domeinnamen

Rechtbank Den Haag 17 sep 2025, IEF 23023; ECLI:NL:RBDHA:2025:17134 (Digital Revolution c.s. en Ledstores c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-aanhouding-of-schorsing-in-zaak-over-123led-domeinnamen

Rb. Den Haag 17 september 2025, IEF 23023; ECLI:NL:RBDHA:2025:17134 (Digital Revolution c.s. en Ledstores c.s.). Digital Revolution en 123led (samen: Digital Revolution c.s.) zijn een procedure gestart tegen Ledstores en haar bestuurder, wegens het registreren en gebruiken van 18 domeinnamen met daarin de elementen “123led” of “led123". Ledstores c.s. heeft op 14 mei 2025 een nietigheidsprocedure bij het EUIPO ingesteld tegen het 123led-Uniemerk. In de hoofdzaak vordert Digital Revolution onder meer overdracht van de domeinnamen, een wereldwijd verbod op gebruik van verwarringwekkend gelijkende tekens en schadevergoeding. Ledstores c.s. vordert in het incident dat de rechter zich (gedeeltelijk) onbevoegd verklaart over de vordering tot het opleggen van een wereldwijd verbod; de (hoofd)zaak schorst of aanhoudt totdat het EUIPO op de nietigheidsactie heeft beslist met veroordeling van Digital Revolution c.s. in de proceskosten. 

IEF 23016

Gerecht EU: merken "WARDOGS" en "WATCHDOGS" stemmen te veel overeen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 15 okt 2025, IEF 23016; ECLI:EU:T:2025:956 (Bulkhead tegen EUIPO, Ubisoft Entertainment), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-merken-wardogs-en-watchdogs-stemmen-te-veel-overeen

Gerecht EU 15 oktober 2025, IEF 23016; IEFbe 4013; ECLI:EU:T:2025:956 (Bulkhead tegen EUIPO, Ubisoft Entertainment). Bulkhead verzoekt in deze procedure een nietigverklaring van een beslissing van de Kamer van Beroep. In die beslissing werd de aanvraag voor het merk "WARDOGS" afgewezen voor de klassen 9 en 41. Ubisoft Entertainment heeft namelijk een geregistreerd Uniemerk voor "WATCH DOGS" ook voor de klassen 9 en 41. Bulkhead betwist dat de Kamer ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake zou zijn van verwarring. Zij voert aan dat de tekens visueel, auditief en begripsmatig onvoldoende overeenstemmen. 

IEF 23015

FRUTARIA-beeldmerk beschrijvend is voor fruit en daarom nietig in klassen 29/31, maar geldig blijft voor exportdiensten

Gerecht EU (voorheen GvEA) 15 okt 2025, IEF 23015; ECLI:EU:T:2025:960 (Frutaria Innovation SL tegen EUIPO en Markus Schneider), https://ie-forum.nl/artikelen/frutaria-beeldmerk-beschrijvend-is-voor-fruit-en-daarom-nietig-in-klassen-29-31-maar-geldig-blijft-voor-exportdiensten

Gerecht 15 oktober 2025, IEF 23015; ECLI:EU:T:2025:960 (Frutaria Innovation SL tegen EUIPO en Markus Schneider). Het Gerecht (Zesde kamer) bevestigt de EUIPO-beslissing waarbij het EU-beeldmerk FRUTARIA nietig is voor klasse 29 (gedroogd fruit) en klasse 31 (vers fruit), maar in stand blijft voor klasse 35 (export van vers fruit). Omdat de merkaanvraag dateert van 22 mei 2007, past het Gerecht materieel Verordening nr. 40/94 toe. Het stelt vast dat “frutaria” in het Portugees “fruitwinkel” betekent en voor de Portugese doelgroep beschrijvend is voor gedroogd en vers fruit (art. 7(1)(c) jo. 51(1)(a)). De eenvoudige grafische elementen (groene kleur, groen vierkant, halve cirkel, golflijn, onderstreping, standaard vette letter) zijn banale versiering en veranderen de betekenis niet: het publiek blijft het teken als beschrijving van de waar zien en legt een rechtstreeks en specifiek verband met de waren. Voor diensten in klasse 35 is het teken daarentegen niet beschrijvend, zodat het merk daarvoor geldig blijft. Het Gerecht neemt ook in aanmerking dat de Kamer van Beroep haar beslissing via een corrigendum heeft verduidelijkt: de nietigverklaring ziet alleen op de waren van klassen 29 en 31.

IEF 23004

TESTAROSSA: normaal gebruik via licenties; vervallenverklaring deels vernietigd

Gerecht EU (voorheen GvEA) 2 jul 2025, IEF 23004; ECLI:EU:T:2025:660 (Ferrari SpA tegen EUIPO en Kurt Hesse), https://ie-forum.nl/artikelen/testarossa-normaal-gebruik-via-licenties-vervallenverklaring-deels-vernietigd

Gerecht EU 2 juli 2025, IEF 23004; ECLI:EU:T:2025:660 (Ferrari SpA tegen EUIPO en Kurt Hesse). Het Gerecht vernietigt de beslissing van de Vijfde Kamer van Beroep van het EUIPO voor zover het woordmerk TESTAROSSA vervallen was verklaard voor “schaalmodellen van motorvoertuigen te land (speelgoed)” in klasse 28. Kern: Ferrari heeft het normale gebruik van TESTAROSSA voor deze waren voldoende aangetoond, ook al brachten derde speelgoedfabrikanten de modellen op de markt. Uit catalogi en verpakkingen van o.a. Bburago en Hachette blijkt dat TESTAROSSA zichtbaar werd gebruikt naast het merk FERRARI en met de duidelijke vermelding “Official Licensed Product”, waardoor het teken fungeerde als herkomstaanduiding (modelnaam van Ferrari) en niet louter als beschrijving van een getrouwe miniatuur. Dat het merk samen met andere tekens werd gebruikt of niet vergezeld ging van „®”/ „TM”, doet daar niet aan af; in de markt voor schaalmodellen is het juist gebruikelijk dat fabrikantmerk en modelnaam samen optreden. Tegen deze achtergrond neemt het Gerecht ook impliciete toestemming van Ferrari aan: Ferrari was op de hoogte van het licentiegebruik en verzette zich daar niet tegen, zodat gebruik “met toestemming” in de zin van art. 15 lid 2 GMVo (thans art. 18 EUTMR) is gegeven. De Kamer van Beroep miskende dit door te oordelen dat het gebruik slechts verwees naar een getrouwe nabootsing en niet naar commerciële herkomst.

IEF 23001

HR: sprake van merkenrechtelijke rechtsverwerking in zaak "Lucovitaal" tegenover "LEEF VITAAL"

Hoge Raad 10 okt 2025, IEF 23001; ECLI:NL:HR:2025:1549 (PK tegen Vemedia), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-sprake-van-merkenrechtelijke-rechtsverwerking-in-zaak-lucovitaal-tegenover-leef-vitaal

HR 10 oktober 2025, IEF 23001; ECLI:NL:HR:2025:1549 (PK tegen Vemedia). PK is merkhouder van het woord- en beeldmerk "Lucovitaal". PK verwijt Vemedia inbreuk te maken op haar merkenrecht. Vemedia heeft namelijk het merk "LEEF VITAAL". Versailles, het moederbedrijf van Vemedia, is merkhouder van "LEEF VITAAL". Bij de procedure bij de rechtbank werd een beroep op rechtsverwerking gehonoreerd [IEF 20548]. PK gaat in hoger beroep, maar het hof komt tot dezelfde conclusie als de rechtbank [IEF 21675]. PK gaat in cassatie. A-G van Peursem onderbouwt in zijn conclusie dat het cassatieberoep niet slaagt [IEF 22418]. 

IEF 22998

"MAGIC PUSSY" niet in strijd met de openbare orde of goede zeden

EUIPO - OHIM 7 feb 2025, IEF 22998; R1009/2024-5 (Rocket Bean Café tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/magic-pussy-niet-in-strijd-met-de-openbare-orde-of-goede-zeden

DECISION of Fifth Board of Appeal 7 februari 2025, IEF 22998; R1009/2024-5 (Rocket Bean Café tegen EUIPO). Rocket Bean Café doet aanvraag voor EU-woordmerk "MAGIC PUSSY" voor virtuele en echte koffie (klasse 9 en 30). De examiner van het EUIPO wijst de aanvraag af wegens strijd met de openbare orde/goede zeden wegens de dubbele betekenis van het woord "pussy". Primair betekent het "katje" maar het Engelstalige publiek zal het teken opvatten als "the magical female external genitalia" (magische vrouwelijke genitaliën). Volgens de examiner wordt dit als vulgair, schokkend en ongepast beschouwd. Rocket Bean Café voerde aan dat andere merken wel met het woord "pussy" worden ingeschreven.  

IEF 23000

HvJ EU: hoger beroep Boehringer niet toegelaten

HvJ EU 1 okt 2025, IEF 23000; ECLI:EU:C:2025:740 (Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG tegen EUIPO en Glenmark Pharmaceuticals Europe Ltd), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-hoger-beroep-boehringer-niet-toegelaten

HvJ EU 1 oktober 2025, IEF 23000; ECLI:EU:C:2025:740 (Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG tegen EUIPO en Glenmark Pharmaceuticals Europe Ltd). Het Hof laat het door Boehringer Ingelheim op 23 januari 2025 ingestelde hoger beroep tegen het arrest van het Gerecht van 13 november 2024 in zaak T-524/23 Shape of inhaler niet toe. Op grond van artikel 58a van het Statuut en de artikelen 170a en 170b van het Reglement van Orde moet de appellant in een aparte toelatingsaanvraag duidelijk en gedetailleerd aantonen dat het beroep een kwestie opwerpt die significant is voor de eenheid, de consistentie of de ontwikkeling van het Unierecht. De drie ingeroepen middelen, te weten een schending van artikel 7 lid 1 onder e punt ii van Verordening nr. 40/94 over vormmerken met technische uitkomst, verdraaiing van feiten en bewijs, en een motiveringsklacht ontleend aan artikel 94 van Verordening 2017/1001, blijven volgens het Hof te algemeen. Zij richten zich vooral op feitelijke waarderingen en verwijzen in abstracte zin naar rechtspraak, waaronder Gömböc, zonder concreet te maken waarom er een rechtsvraag van het vereiste gewicht speelt. Het Hof herinnert er bovendien aan dat artikel 94 van Verordening 2017/1001 ziet op de motiveringsplicht van EUIPO en niet op die van het Gerecht.

IEF 22996

Verwarringsgevaar bevestigd: “LUX 1991” te veel op “LUX TOOLS”

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 okt 2025, IEF 22996; ECLI:EU:T:2025:933 (Group Pack sp. z o.o. tegen EUIPO en Obi Group Sourcing GmbH), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-bevestigd-lux-1991-te-veel-op-lux-tools

Gerecht EU 1 oktober 2025, IEF 22996; IEFbe 4009; ECLI:EU:T:2025:933 (Group Pack sp. z o.o. tegen EUIPO en Obi Group Sourcing GmbH). Het Gerecht (Zevende kamer) wijst in zaak T-566/24 het beroep van Group Pack sp. z o.o. af tegen de beslissing van de Eerste Kamer van Beroep van het EUIPO van 30 augustus 2024 (R 494/2024-1). De aanvraag betrof het EU-beeldmerk LUX 1991 voor waren in klassen 6, 16 en 21; oppositie was ingesteld op basis van het oudere EU-beeldmerk LUX TOOLS van OBI Group Sourcing/Emil Lux voor o.m. identieke waren in diezelfde klassen. De Kamer van Beroep nam het Italiaans- en Spaans-sprekende deel van het relevante EU-publiek als referentie (voldoende is verwarringsgevaar in een deel van de EU) en oordeelde dat de waren identiek zijn, de tekens visueel gemiddeld en fonetisch ten minste gemiddeld overeenstemmen, en dat de begripsmatige vergelijking neutraal blijft.

IEF 22993

Verloop octrooi sluit merkenrechtelijke bescherming niet uit

EUIPO - OHIM 6 dec 2024, IEF 22993; R0012/2024-4 (Tetra Laval Holdings & Finance tegen Lami Packaging), https://ie-forum.nl/artikelen/verloop-octrooi-sluit-merkenrechtelijke-bescherming-niet-uit

KvB 6 december 2024, IEF 22993; IEFbe 4008; R0012/2024-4 (Tetra Laval Holdings & Finance tegen Lami Packaging). Tetra Laval had een EU-vormmerk geregistreerd in 2004 voor verpakkingscontainers en –materiaal (klasse 16). Na afloop van een octrooi op een vergelijkbare verpakking stelde Tetra inbreuk vast door Lami Packaging en beriep zich op het merkenrecht. Lami Packaging diende in 2022 een vordering tot nietigverklaring in, met als hoofdgrond dat de vorm van het merk uitsluitend technisch was bepaald in de zin van artikel 7 lid 1 sub e onder ii UMVo 2017/1001. De Cancellation Division wees het verzoek toe en oordeelde dat alle essentiële kenmerken van het vormmerk noodzakelijk waren voor het verkrijgen van een technisch resultaat (000052444). Daarbij werd het eerdere octrooi als vrijwel onweerlegbaar bewijs beschouwd voor de technische functie van de vorm. 

IEF 22992

Geen prioriteit voor COLORATURA door eerdere Duitse aanvraag

Gerecht EU (voorheen GvEA) 8 okt 2025, IEF 22992; ECLI:EU:T:2025:940 (Capella EOOD tegen EUIPO enRichemont International SA), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-prioriteit-voor-coloratura-door-eerdere-duitse-aanvraag

Gerecht EU 8 oktober 2025, IEF 22992; IEFbe 4007; ECLI:EU:T:2025:940 (Capella EOOD tegen EUIPO enRichemont International SA). Capella EOOD vroeg in 2018 het EU-woordmerk COLORATURA aan en claimde prioriteit per 28 september 2017 op basis van een Duitse aanvraag. Richemont (rechtsopvolger van Cartier) verzette zich met een ouder Duits woordmerk COLORATURA (aangevraagd op 28 december 2017). De Oppositieafdeling oordeelde voorlopig dat Capella’s prioriteitsclaim ongeldig was; de Tweede Kamer van Beroep bevestigde dat (29 augustus 2024). Capella stelde beroep in bij het Gerecht en voerde vijf middelen aan: (i) schending van het mededingings- en interne-marktstelsel, (ii) miskenning van het prioriteitsrecht (art. 34 UMVo 2017/1001), (iii) motiveringsgebrek (art. 94 lid 1 UMVo), (iv) schending van goede trouw en rechtszekerheid, en (v) buitensporige duur van de EUIPO-procedure en schending van art. 6 EVRM. Het Gerecht verwerpt eerst de motiveringsklacht: de Kamer van Beroep legde afdoende uit waarom de Duitse indiening van 21 februari 2017 maakte dat de indiening van 28 september 2017 géén “eerste aanvraag” is in de zin van art. 34 lid 1. De klacht over procedureduur faalt ook: zelfs indien lang, is geen nadeel voor de verdediging gesteld of aannemelijk.