13 mei 2025
Auteursrecht en uitgave-geschil rond hondenboeken, Hof bekrachtigt afwijzing vorderingen

Hof Amsterdam 13 mei 2025, IEF 22723; ECLI:NL:GHAMS:2025:1282 (Edicola tegen geïntimeerde). Kort geding in hoger beroep. Geïntimeerde is auteur van een reeks hondenboeken en sluit in 2021 met uitgeverij Edicola zes afzonderlijke uitgave-overeenkomsten voor een boekenreeks. Voor de vormgeving van de kaften leveren zowel een door Edicola ingeschakelde vormgever als geïntimeerde zelf voorstellen aan, waarna de ontwerpen van geïntimeerde uiteindelijk zijn gebruikt. In april 2022 laat geïntimeerde weten het vertrouwen in Edicola te hebben verloren, waarna Edicola afziet van de uitgave van deel 3. Geïntimeerde besluit vervolgens dit deel in eigen beheer uit te geven. Begin 2023 verschijnt het boek onder de titel “De neus van de hond, deel 3. Anatomie en geurwaarneming”. Edicola stelt dat het de kaft en het binnenwerk van dit boek inbreuk maken op haar auteursrechten. Geïntimeerde betwist dit en stelt dat zij de maker is van zowel de kaft als het binnenwerk van eerdere delen. Daarnaast voert zij aan dat Edicola zelf onrechtmatig handelt door een boek over hetzelfde onderwerp uit te geven, in strijd met de uitgave-overeenkomsten. In eerste aanleg wijst de voorzieningenrechter de vorderingen van beide partijen af: aannemelijk is dat geïntimeerde maker is van de gewraakte onderdelen en uit de overeenkomsten volgt niet dat Edicola geen boek over hetzelfde onderwerp zou mogen uitgeven. In hoger beroep vordert Edicola vernietiging van het vonnis en alsnog toewijzing van haar vorderingen. Geïntimeerde vordert niet-ontvankelijkverklaring van Edicola.
Het hof oordeelt dat Edicola onvoldoende heeft onderbouwd dat de kaften van delen 1 en 2 door haar vormgever zijn gemaakt: uit correspondentie blijkt dat de gebruikte ontwerpen afkomstig zijn van geïntimeerde. Ook over het binnenwerk heeft zij voldoende weersproken dat dit vervaardigd is door Edicola of haar vormgever. Voor deel 3 geldt dat Edicola onvoldoende heeft onderbouwd dat het ontwerp auteursrechtelijk beschermd is, noch waaruit de gestelde inbreuk zou bestaan. Het enkele gebruik van een afgerond titelblok volstaat daartoe niet. Van klakkeloos kopiëren is volgens het hof geen sprake, omdat de ontwerpen te veel van elkaar afwijken. Ten overvloede overweegt het hof dat Edicola geen spoedeisend belang meer heeft, nu deel 3 is uitverkocht en als e-book met andere kaft en opmaak zal verschijnen. Deze verklaring van geïntimeerde is door Edicola niet betwist. Voor het incidenteel hoger beroep geldt dat geïntimeerde geen belang heeft bij de niet-ontvankelijkheidsverklaring, gelet op het voorafgaande. Het hof verwerpt ook haar stelling dat Edicola de uitgave-overeenkomst schond door een ander boek over hetzelfde onderwerp met dezelfde titel te promoten. Zij koos juist voor Edicola vanwege diens bestaande reeks hondenboeken en een verbod hierop ontbreekt in de overeenkomst. Het staat Edicola dus vrij het andere boek uit te geven en aan te prijzen. De gebruikte promotietekst is niet onrechtmatig en levert geen schending van de overeenkomst op. Alle grieven falen en het hof bekrachtigt het bestreden vonnis.
5.6. Edicola stelt dat de vormgever de kaften van delen 1 en 2 in haar opdracht heeft vormgegeven. Zij heeft dit echter onvoldoende onderbouwd. Blijkens de e-mailcorrespondentie tussen partijen is het [geïntimeerde] geweest die op 19 februari en 18 mei 2021 (onder 3.4 en 3.7) de voorstellen deed voor de kaften van delen 1 en 2 die tot de eindresultaten hebben geleid (onder 3.8). Het enige verschil tussen de voorstellen en de eindresultaten is de verplaatsing van de namen van de auteurs en het logo van Argos. Nergens is uit af te leiden dat dit (eigenlijk) ontwerpen van de vormgever zijn die [geïntimeerde] met een paar kleine aanpassingen aan Edicola heeft teruggestuurd, zoals Edicola betoogt. De voorstellen die de vormgever op 18 februari 2021 naar Edicola heeft gemaild (onder 3.3), lijken niet op het eindresultaat. Voor zover Edicola meent dat de plaats van de namen van de auteurs en het logo, samen met het lettertype, het wezenlijk scheppende element vormt, heeft zij nagelaten dat standpunt toe te lichten.
5.16. Bij het sluiten van de uitgave-overeenkomsten was [geïntimeerde] ermee bekend dat Edicola al een reeks hondenboeken in haar uitgaveportefeuille had. Dit was – zo heeft Edicola onbetwist gesteld – juist een van de redenen dat [geïntimeerde] voor Edicola als uitgever heeft gekozen. Naar het oordeel van het hof moest [geïntimeerde] er derhalve rekening mee houden dat Edicola ook andere boeken over honden zou (gaan) uitgeven. De uitgave-overeenkomsten bevatten geen bepaling die Edicola verbiedt boeken uit te geven over hetzelfde onderwerp als dat van (delen 1 en 2 van) de reeks. [geïntimeerde] heeft artikel 2.3 van de uitgave-overeenkomsten ook niet in die zin mogen begrijpen. Het staat Edicola daarom vrij het andere boek uit te geven en aan te prijzen. De tekst die Edicola gebruikt voor de promotie van het andere boek is naar oordeel van het hof geen onrechtmatige wijze van aanprijzing en levert ook geen schending op van Edicola’s verplichtingen onder de uitgave-overeenkomsten. Het staat Edicola vrij dit soort aan reclame eigen vormen van overdrijving te bezigen bij de promotie van haar boeken. De stelling van [geïntimeerde] dat Edicola hiermee de verkoop van de boeken van [geïntimeerde] belemmert, is onvoldoende onderbouwd.