Schending persoonlijkheidsrecht bij overname voorwoord cursusmateriaal

Rb. Rotterdam 10 september 2025, IEF 22915; ECLI:NL:RBROT:2025:10807 ([eiser] tegen [gedaagde]). De Rechtbank Rotterdam oordeelt op 10 september 2025 in een auteursrecht geschil tussen twee loodsen. Eiser verzorgt in 2022 in opdracht van IMCO in Oman een verplichte pilotcursus en stelt daarvoor een Engelstalig boekwerk samen (“Manoeuvring ships on paper”), inclusief een persoonlijk voorwoord. Gedaagde, destijds zijn leidinggevende, geeft in 2023 dezelfde cursus en gebruikt daarbij hetzelfde boekwerk. Hij laat de inhoud ongewijzigd maar past het voorwoord licht aan en zet zijn eigen naam eronder, terwijl het grotendeels door eiser is geschreven. Eiser vordert onder meer een verklaring voor recht, een verbod op verdere inbreuk, rectificaties, schadevergoeding en proceskosten. Hij stelt dat zijn persoonlijkheidsrechten en exploitatierechten worden geschonden. De rechtbank stelt vast dat het voorwoord een auteursrechtelijk beschermd werk is en dat het handelen van gedaagde in strijd is met het persoonlijkheidsrecht van eiser (art. 25 Aw en art. 5 Omaans auteursrecht). Het later tegenover de cursisten erkennen dat eiser de maker is, neemt de oorspronkelijke schending niet weg. De rechtbank verklaart daarom voor recht dat gedaagde onrechtmatig handelt door de naam van eiser te verwijderen en zijn eigen naam onder het voorwoord te plaatsen.