Gepubliceerd op maandag 22 augustus 2022
IEF 20888
Rechtbank Oost-Brabant ||
10 aug 2022
Rechtbank Oost-Brabant 10 aug 2022, IEF 20888; ECLI:NL:RBOBR:2022:3349 (docent tegen Fontys), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrecht-op-bundel-berust-bij-opleiding

Auteursrecht op bundel berust bij opleiding

Rechtbank Oost-Brabant 10 augustus 2022, IEF 20888;ECLI:NL :RBOBR:2022:3349  (docent tegen Fontys) Artikel 7 Auteurswet. Werk al dan niet vervaardigd in dienstbetrekking. Docent maakt, evenals haar collega’s, opgaven ten behoeve van haar studenten. Op verzoek van haar vakgroep bundelt zij de opgaven van haarzelf, van haar collega’s en uit een bestaand handboek. De opleiding waaraan de docent verbonden is stelt voor de studenten van de betreffende opleiding digitaal een opgavenbundel beschikbaar waarin grote delen van de bundel van de docent zijn opgenomen. Docent claimt auteursrechthebbende te zijn om haar bundel. Vordering wordt afgewezen op de grond dat de docent haar bundel uit hoofde van haar dienstbetrekking heeft samengesteld zodat het auteursrecht bij de opleiding berust.

4.6.

Vervolgens dient beoordeeld te worden of [eiser] de Boeken in dienst van Fontys heeft vervaardigd. Fontys heeft gewezen op de omschrijving van de functie van [eiser] en de omstandigheden waaronder de Boeken tot stand zijn gekomen. Vast staat dat het gelet op de functiebeschrijving van docent 2 tot de kerntaak van [eiser] behoorde om inspirerend en interactief onderwijs te verzorgen, leerarrangementen te ontwerpen en onderzoeksopdrachten op te stellen. Niet weersproken is de stelling van Fontys dat het aan de docent is dat te doen op een wijze die de docent gepast acht. [eiser] heeft verklaard dat zij voor dat zij bij Fontys in dienst kwam al veel opgaves maakte voor eigen doeleinden en dat zij, toen zij in dienst kwam van Fontys, opgaves voor haar studenten is gaan maken. Uit haar verklaring blijkt dat zij dit deed in het belang van het door haar te geven onderwijs en om te voldoen aan de behoeftes van haar studenten en dat ook andere docenten opgaves ten behoeve van hun lessen maakten. [eiser] is blijkens haar verklaring de losse opgaves gaan bundelen op verzoek van de heer [naam 3] , die deel uitmaakte van dezelfde vakgroep als [eiser] , zodat het geheel ook door andere docenten binnen de vakgroep was te gebruiken. Die bundeling betrof zowel opgaves die door [eiser] waren gemaakt als opgaves van haar collega’s en uit het VAPRO boek, een al bestaand handboek. Er zijn ook uitwerkingen aan toegevoegd door [collega] , die daarmee begon, en [eiser] en daarmee kwam de Boeken tot stand. [eiser] heeft de Boeken op kosten van Fontys gekopieerd en aan studenten verstrekt. Dit gebeurde met het doel om invulling te geven aan de uitvoering van de onderwijstaak van de docenten van de vakgroep, [eiser] en haar collega’s. [eiser] en [collega] hebben daar in 2016 extra uren voor aangevraagd (zie hiervoor onder 2.6), volgens [eiser] voor wijzigingen die niet in eigen tijd maar in tijd van Fontys werden aangebracht. Zij hebben deze extra uren niet gekregen maar zijn toch met deze werkzaamheden doorgegaan.

Gelet op de omstandigheden waaronder de Boeken tot stand zijn gekomen is de rechtbank van oordeel dat de werkzaamheden van [eiser] die hebben geleid tot het vervaardigen van de Boeken geacht moeten worden te zijn verricht in het kader van de functie en de dienstbetrekking van [eiser] . Dat zij de werkzaamheden grotendeels in vrije tijd zou hebben verricht, geen instructies van Fontys heeft gekregen en Fontys daar geen kennis van heeft gedragen, doet daar niets aan af. Het samenstelling van de Boeken paste immers binnen de onderwijstaak die [eiser] met een grote mate van zelfstandigheid in kon vullen. Het auteursrecht op de Boeken berust ingevolge artikel 7 Aw bij Fontys als toenmalige werkgever van [eiser] , zodat de gevorderde verklaring voor recht niet voor toewijzing in aanmerking komt. Hetgeen overigens is gevorderd komt in verband daarmee evenmin voor toewijzing in aanmerking.