Gepubliceerd op donderdag 15 december 2005
IEF 1349
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Auteursrechtbeleid

Auteursrechtbeleid; Verslag schriftelijk overleg over beleidsprioriteiten; Kamerstuk 2005-2006, 29838, nr. 2, Tweede Kamer

"De leden van de PvdA-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de brief van het kabinet. Zij vinden het jammer dat het kabinet wederom concludeert dat het auteursrecht inmiddels aangepast is aan de nieuwe uitdagingen van de voortschrijdende technologie en dat er dus niets hoeft te veranderen. De opstelling van het kabinet lijkt deze leden naïef. Het kabinet erkent toch dat het auteursrecht op grote schaal wordt overtreden en dat handhaving nauwelijks nog mogelijk is?"
"De leden van de PvdA-fractie vroegen op welke wijze wordt vastgesteld of tarieven ongeoorloofd hoog zijn. Hoe kan, aldus deze leden, worden vastgesteld of er bij de in Nederland gehanteerde tarieven sprake is van normale marktwerking dan wel van het ongeoorloofde gebruik van een economische machtspositie?

De Minister: "In meer algemene zin geldt dat «content» – en daarmee de economische waarde ervan – een steeds prominentere plaats inneemt bij de ontwikkelingen van allerlei nieuwe digitale diensten. Ik zie dan ook geen redenen om de auteursrechtelijke vergoedingen door middel van sterkere regulering van bovenaf vast te stellen. Een van de uitgangspunten van het Nederlandse auteursrechtbeleid is contractsvrijheid en zelfregulering."

Tevens geeft de Minister antwoord op vragen over de duur van het auteursrecht en de digitale ontsluiting van collecties door musea.
Lees hier het schriftelijk overleg.