Gepubliceerd op maandag 25 april 2016
IEF 15889

Bijdrage ingezonden door Kees Spaan, Gepensioneerd dagbladuitgever en voormalig voorzitter NDP Nieuwsmedia.

Auteursrechtdebat: Verschraling journalistiek door de alles-moet-gratis-zijn-generatie

‘Ik denk dat we met z’n allen in een Titanic zitten. De uitgeefbranche zoals we die kennen is natuurlijk toch een eindige zaak.’ Dat waren onder andere de woorden van Derk Haank tijdens de afgelopen openbare jaarvergadering van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) (IEF 15687). Dit zijn zware woorden, maar ik vermoed dat ik Derk Haank daar gelijk in moet geven. Ik kan daarnaast weinig meer dan herhalen dat de ontwikkelingen van het auteursrecht in deze moderne informatiemaatschappij de positie van kranten als massamedium ernstig heeft aangetast. Het overnemen van content uit kranten en tijdschriften heeft sterk afbreuk gedaan aan de exclusiviteit van kranten. Bij abonnees heeft dat een daling van de waardeperceptie van de krant veroorzaakt. Immers nieuws was elders op internet gratis en sneller te vinden. Voor adverteerders is de waarde van de krant mede daardoor ook afgenomen.

Neem nu een website als Nu.nl. Inmiddels is deze website geaccepteerd en alom gewaardeerd. Die startup heeft een solide basis verworven met het ongeautoriseerd overnemen van content uit kranten. Een ander goed voorbeeld is de nationalevacaturebank.nl die zonder schroom parasiteerde op de personeelsadvertenties in dagbladen. Een frequente kostbare en tijdrovende gang naar de rechter bleek daarom onvermijdelijk. De Nederlandse Dagblad Pers heeft er in haar reactie op het rapport van de Commissie Brinkman reeds op gewezen dat de commissie het auteursrechtelijke probleem ernstig heeft onderschat zo niet ontweken. Sterker nog, het rapport ‘De volgende editie’ (juni 2009) voorspelt min of meer een trage dood van de bedrijfstak met uiteraard de daarbij behorende politiek correcte krokodillentranen. Het zij zo.

De gevolgen zijn dus niet mals: substantiële verliezen voor de uitgevers en een verschraling van de journalistiek. Toch is er nog licht aan het eind van de tunnel. Dankzij de kracht van titels als ‘merken’ en goed ondernemerschap van onder andere de ‘Persgroep’ blijven dagbladen overeind in een fundamenteel andere markt. Zij passen zich aan met als positief gevolg dat redacties nog zorgvuldiger waken over de kwaliteit. De overschakeling van print naar digitaal begint op basis van de kwaliteitsnotie tevens wortel te schieten. Het heeft wat mij betreft geen zin om terug te kijken en uit te leggen hoe het allemaal zo is gekomen. ‘It is no use crying over spilt milk’. Voor de uitgevers is optimisme evenwel een dure plicht. Zonder uitgevers is er namelijk geen actieve journalistiek. Beide functies horen bij elkaar en onder omstandigheden zijn deze functies zelfs verenigd in één persoon. Zo wordt de samenhang van vorm en inhoud weer duidelijk. Tegen deze achtergrond stelde Haank vanuit de orkestbak van de Titanic eveneens terecht dat het abonneebestand voor de continuïteit van titels en kranten een nauwelijks te overschatten waarde vertegenwoordigt.

Hoe het ook zij, als de exclusiviteit van nieuws en duiding, door ‘pikwerk’ al dan niet door slimme juristen gesanctioneerd, te veel wordt aangetast, heeft de uitgever niets meer uit te geven of te verkopen. Dan betaalt de uiteindelijke eindgebruiker, de consument, niet meer voor de kosten die ‘deep down’ worden gemaakt en dan kun je denk ik wel uitrekenen waar het schip van de onafhankelijke journalistiek zal stranden. De financiële ‘lifeline’ loopt immers van consumenten via uitgevers naar de auteurs. Bij dit soort overpeinzingen moet ik vaak denken aan een artikel uit de onvolprezen Washington post van de hand van Bruce W. Sanford and Bruce D. Brown (May 16, 2009), waarin verslag werd gedaan van een hearing in het US Congress: ‘Unless Congress embarks on far-reaching change in public policy to maintain the viability of journalism as it evolves online, we will soon find ourselves with the remnants of a broken industry incapable of providing the knowledge necessary to manage life in a complex world. Journalism does not need a bailout, but it does need a sort of "recovery act" to bring the legal landscape in line with today's publishing technologies.’ Door het uitblijven van een gedegen ‘herstelbeleid’ is de erosie op regionaal niveau verder aangejaagd. Ook op landelijk niveau is het gevaar wat mij betreft nog lang niet afgewend.