Gepubliceerd op woensdag 27 maart 2019
IEF 18337
Rechtbanken ||
6 mrt 2019
Rechtbanken 6 mrt 2019, IEF 18337; ECLI:NL:RBLIM:2019:2046 (Foto kopstaartbotsing ), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-foto-kopstaartbotsing

Auteursrechtinbreuk op foto kopstaartbotsing

Ktr. Rechtbank Limburg 6 maart 2019, IEF 18337; ECLI:NL:RBLIM:2019:2046 (foto kopstaartbotsing) Auteursrecht. Eiser is een professioneel fotograaf. Hij heeft een kopstaartbotsing gefotografeerd en is auteursrechthebbende op deze foto. Gedaagde exploiteert een gratis oefenwebsite voor NT2-leerlingen. De foto was op deze website geplaatst, zonder toestemming en naamsvermelding. Gedaagde voert aan dat hij de naam van eiser niet met opzet niet heeft vermeld en aldus niet te kwader trouw heeft gehandeld. De Auteurswet vereist voor inbreuk echter geen opzet of kwade trouw. Ook het onbewust schenden van het auteursrecht komt voor rekening en risico van gedaagde. Daarbij komt dat gedaagde een (professionele) ondernemer is, zodat van hem mocht worden verwacht dat hij zich ervan had vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens tot openbaarmaking over te gaan. Het verweer dat de foto slechts een korte periode op de website zichtbaar was, kan niet tot het oordeel leiden dat geen sprake is van een auteursrechtinbreuk. Ditzelfde geldt voor het verweer dat de website slechts een beperkt aantal bezoekers kent. 

4.2. [gedaagde] voert als verweer aan dat hij de naam van [eiser] niet met opzet niet heeft vermeld en aldus niet te kwader trouw heeft gehandeld. De Auteurswet vereist voor inbreuk echter geen opzet of kwade trouw. Ook het onbewust schenden van het auteursrecht komt voor rekening en risico van [gedaagde] . Daarbij komt dat [gedaagde] een (professionele) ondernemer is, zodat van hem mocht worden verwacht dat hij zich ervan had vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens tot openbaarmaking daarvan over te gaan. Niet in geschil is dat [gedaagde] niet aan deze onderzoeksplicht heeft voldaan, waardoor hij verwijtbaar heeft gehandeld. Ook het verweer van [gedaagde] dat de foto slechts een korte periode op zijn website zichtbaar was, kan niet tot het oordeel leiden dat geen sprake is van een auteursrechtinbreuk. Ditzelfde geldt voor het verweer dat zijn website slechts een beperkt aantal bezoekers kent. Bij het plegen van een dergelijke inbreuk is het enkel plaatsen van een foto voldoende en is niet relevant gedurende welke tijd dat is gebeurd en hoeveel mensen ernaar hebben gekeken. Het verweer dat de foto direct na aanschrijving door de gemachtigde van [eiser] van de website is verwijderd, kan [gedaagde] dan ook evenmin baten.

4.3. Het vorenstaande brengt met zich dat de gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eiser] zal worden toegewezen.