Gepubliceerd op woensdag 23 oktober 2024
IEF 22315
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ||
29 sep 2024
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 sep 2024, IEF 22315; ECLI:NL:RBZWB:2024:6684 (Eisers tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-muziekwerk-leidt-tot-benoeming-deskundige-voor-vaststelling-licentievergoeding

Auteursrechtinbreuk op muziekwerk leidt tot benoeming deskundige voor vaststelling licentievergoeding

Rb. Zeeland-West-Brabant, 25 september 2024, IEF 22315; ECLI:NL:RBZWB:2024:6684 (Eiers tegen gedaagden). In deze zaak hebben [eiser 1 B.V.] en [eiser 2] een geschil met [gedaagde 1 B.V.] en [gedaagde 2]. [Eiser 2] componeert en schrijft de tekst voor [muziekwerk 1] en draagt de auteursrechten over aan [eiser 1]. [Gedaagde 1] brengt zonder toestemming een dancebewerking van '[muziekwerk 1]' uit, wat leidt tot een geschil over auteursrechtinbreuk. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 1] inbreuk maakt op de auteursrechten van [eiser 1] en de persoonlijkheidsrechten van [eiser 2]. De rechtbank benoemt een deskundige om de redelijke licentievergoeding voor het gebruik van '[muziekwerk 1]' in 2020 vast te stellen. [Gedaagde 1] betwist de hoogte van de gevorderde schadevergoeding en stelt dat de bewerking geen waardevermindering van het originele werk veroorzaakt. De rechtbank verwerpt de vordering van [eiser 1] voor misgelopen royalty's op de fonogrammen, omdat deze onvoldoende onderbouwd is.

De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 2] niet persoonlijk aansprakelijk is voor de schade, omdat niet is aangetoond dat hij een persoonlijk op hem rustende zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. De rechtbank verwijst de zaak naar een volgende rolzitting voor verdere uitlatingen van partijen over de te benoemen deskundige en de omvang van het voorschot. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan in afwachting van de uitkomsten van het deskundigenonderzoek.

4.11 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank bij de begroting van de door [eiser 1] geleden vermogensschade uit zal gaan van een licentievergoeding. Voor wat betreft de hoogte van deze licentievergoeding kan niet worden aangeknoopt bij een gebruikelijk door [eiser 1] te verlenen licentie, omdat [eiser 1] niet eerder een licentie voor het gebruik van het [muziekwerk 1] heeft verleend. Om die reden gaat [eiser 1] uit van het bedrag dat zij in 2015 heeft moeten betalen voor de vocale bijdrage van [naam 4] aan de remix van [muziekwerk 1] . Dit was een bedrag van 75.000,00 US Dollar. Rekeninghoudend met een inflatiecorrectie komt dat neer op een bedrag van € 74.740,00, aldus [eiser 1] . De rechtbank is het eens met [gedaagde 1] , dat dit een onjuist uitgangspunt is voor de berekening van een licentievergoeding. Het gaat in deze procedure immers om een vergoeding die [eiser 1] had kunnen vragen voor het gebruik van haar muziekwerk. Nu [eiser 1] niet eerder een licentie heeft verleend, zal een reële licentievergoeding moeten worden vastgesteld aan de hand van in de branche gebruikelijke tarieven, omdat die tarieven een reëel aanknopingspunt kunnen vormen voor de licentievergoeding die [gedaagde 1] als de inbreukmaker had moeten betalen als zij toestemming had gevraagd voor het gebruik van het auteursrecht. Hiervoor is een deskundigenonderzoek nodig. Dat betekent dat de rechtbank een deskundige zal benoemen, aan wie de vraag zal worden voorgelegd wat in 2020 een redelijke licentievergoeding zou zijn geweest voor het gebruik van het [muziekwerk 1] .