Gepubliceerd op woensdag 25 juli 2012
IEF 11615
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Belangrijk een wederpartij te sommeren

Rechtbank 's-Gravenhage 25 juli 2012, zaaknr. 405170/HA ZA 11-2545 (Actavis Group PTC EHF tegen Astrazeneca AB)

Uitspraak ingestuurd door Claudia Zeri en Willem Hoyng, Hoyng Monegier LLP.

Octrooirecht. Veroordeling proceskosten. Actavis vordert vernietiging van de Nederlandse delen van octrooien EP 1 124 539 en EP 0 984 773, welke aan Astrazeneca zijn verleend. Astrazeneca heeft volledig afstand gedaan van de octrooirechten.

De rechtbank stelt vast dat de vraag zich voordoet welk belang Actavis bij haar vorderingen heeft nu door Astrazeneca volledig afstand van de octrooirechten is gedaan en dit in het octrooiregister is ingeschreven. De bezwaren die Actavis aanvoert ter rechtvaardiging van het achterwege laten van een sommatie slaagt niet. Volgens de rechtbank hadden de proceskosten vermeden kunnen worden. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding bestaat tot veroordeling van Astrazeneca in de proceskosten.

De rechtbank wijst de vorderingen af en veroordeelt Actavis in de proceskosten.

3.2 Afwijzing van de vorderingen brengt met zich dat Actavis in beginsel veroordeeld dient te worden in de proceskosten. Er zou aanleiding kunnen bestaan deze kosten ten laste van Astrazeneca te brengen omdat Astrazeneca pas tijdens deze procedure afstand van haar octrooirechten heeft gedaan. Astrazeneca voert echter terecht aan dat zij niet in de gelegenheid is geweest vrijwillig te voldoen aan de vorderingen van Actavis. Ter vermijding van nodeloze procedures mag van Actavis worden verwacht dat zij Astrazeneca tenminste op de hoogte stelt van haar standpunt dat (ook) de Nederlandse delen van EP 539 en EP 773 ongeldig zijn en verzoekt daarvan afstand te doen zodat Astrazeneca gelegenheid heeft vrijwillig aan dit verzoek te voldoen.

3.3 Dat bij Actavis de verwachting bestond dat Astrazeneca zich tegen dit standpunt zou verweren doet daar niet aan af. Die verwachting is overigens onjuist gebleken. Evenmin kunnen redenen zijn sommatie achterwege te laten dat de gestelde nietigheid van de octrooien uitvoerige onderbouwing vergt, dat het Actavis zou noodzaken Astrazeneca op de hoogte te stellen van de beoogde markttoetreding of dat Astrazeneca zou trachten tijd te rekken. Dit soort bezwaren rechtvaardigen niet dat Astrazeneca wordt belast met proceskosten die vermeden hadden kunnen worden. Actavis had Astrazeneca zonodig een termijn kunnen stellen voor vrijwillige afstand van haar rechten.