Gepubliceerd op maandag 7 mei 2012
IEF 11271
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Beperkt tot wapperen met een niet-bestaand auteursrecht

Rechtbank 's-Gravenhage 25 april 2012, HA ZA 08-2204 (Bureau voor Free Publicity v.o.f tegen gedaagden h.o.d.n. IDMC)

Uitspraak ingezonden door Kees Berendsen, CroonDavidovich.

Zie hier voor de eerdere procedures tussen partijen. Wapperverboden op basis van auteursrecht, aanverwante rechten en kortlopend (vervallen) octrooi.

Feiten Beide partijen verzorgen publicaties of advertentie in huis-aan-huis-bladen (zogenoemde 'stoppers'). IDMC heeft een werkwijze ontwikkeld waarmee de publicaties landelijke worden verspreid, waarvoor een (kortlopend) octrooi is verleend 1028098 (uitgelegd hier). In kort geding wordt een verbod op auteursrechten (o.m. op de titellijst) en het octrooi gevorderd, maar niet toegewezen. Uit de toegewezen reconventionele vordering volgt een wapperverbod en een verbod de suggestie te wekken dat Free Publicity zich schuldig maakt aan inbreuk op de IE-rechten van IDMC. IDMC heeft vervolgens met betrekking tot het octrooi een afstandsverklaring gezonden aan het Octrooicentrum NL.

Omdat het octrooi is vervallen, wordt de vordering van Free Publicity tot nietigverklaring van het octrooi ingetrokken.

Wapperen met octrooi
Free Publicity heeft echter onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat IDMC vóór het gevraagde advies van het Octrooicentrum NL de wetenschap of besef had dat er een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi geen stand zal houden in een oppositie- of nietigheidsprocedure. De wetgever heeft kennelijk gemeend ook niet-vooronderzochte octrooi te verlenen en dat deze tot het moment van vernietiging of verval geldig blijven. Niet is in te zien waarom een octrooihouder niet op een niet-vooronderzocht octrooi zou mogen beroepen. Daarbij heeft IDMC feitelijk ná het desbewustheidsexploit niet meer met het Octrooi gewapperd. Deze vordering wordt afgewezen.

Wapperen met auteursrechten e.a.
Het wapperen met auteursrechten wordt verboden. Op de titellijsten rust geen auteursrecht en de copyright notice waarmee IDMC auteursrechten claimt gaat te ver. De exclusiviteitsclaim is onjuist en daarom misleidend. Daarnaast bevat de desbewustheidswaarschuwing een verwijzing naar een auteursrecht waarvan IDMC kon weten dat zij dat recht niet bezat. De rechtbank begrijpt dat Free Publicity met "enig aanverwant recht" bedoelt geschriftenbescherming of databanken recht. Free Publicity heeft evenwel niet inzichtelijk gemaakt dat IDMC met het bezitten van een van deze rechten heeft geschermd. Aannemelijk is dat IDMC deze rechtsfiguren voor het eerst heeft leren kennen via deze procedures. Het wapperverbod wordt beperkt tot het wapperen met een niet-bestaand auteursrecht.

Omdat slechts een gering deel van het gevorderde is toegewezen volgt compensatie van de proceskosten.

4.5. Uitgangspunt is dat voor de onrechtmatigheid van het uitbrengen van een waarschuwingsexploot niet voldoende is dat de in het exploot vervatte pretentie achteraf onjuist blijkt te zijn. Tevens is vereist dat aan de octrooihouder van deze gedraging een verwijt kan worden gemaakt. De Octrooihouder die zich beroept op een octrooi dat later wordt herroepen of vernietigd, handelt onrechtmatig indien hij weet, dan wel dient te beseffen, dat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat een octrooi geen stand zal houden in een oppositie- of nietigheidsprocedure. De enkele omstandigheid dat een oppositie- of nietigheidsprocedure aanhangig is, vormt onvoldoende reden om onrechtmatigheid aan te nemen.

4.6. Anders dan Free Publicity betoogt is er geen reden om ten aanzien van een niet-vooronderzocht octrooi anders te oordelen. De wetgever heeft indertijd kennelijk gemeend ook niet-vooronderzochte octrooien te verlenen. Tot het moment van vernietiging of verval zijn ook deze door het enkele feit van verlening voor geldig te houden. Niet is in te zien waarom een octrooihouder, zonder de wetenschap of besef als bedoeld onder 4.5, zich niet op een niet-vooronderzocht octrooi zou mogen beroepen.

4.7. Free Publicity heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat bij IDMC vóór het advies van Octrooicentrum NL van 14 maart 2008 vorenbedoelde wetenschap of besef aanwezig was. Van als wapperen te duiden handelingen met betrekking tot het Octrooi is na 14 maart 2008 geen sprake meer geweest. (...)

4.10. De rechtbank begrijp dat Free Publicity met "enig aanverwant recht" bedoelt geschriftenbescherming of databankenrecht. Free Publicity heeft evenwel niet inzichtelijk gemaakt dat IDMC met het bezitten van een van deze rechten heeft geschermd. Aannemelijk is dat IDMC deze rechtsfiguren voor het eerste heeft leren kennen via deze procedure en de procedure in kort geding. In beide procedures heeft IDMC gesteld dat haar verwijzing naar een haar toekomende auteursrecht met betrekking tot de titellijsten in de aangevallen copyright notice in haar brochures gerechtvaardigd is omdat zij als zij geen auteursrecht zou hebben zij toch in elk geval een beroep kan doen op geschriftenbescherming dan wel een haar toekomende databanken recht. Naar oordeel van de rechtbank kan een dergelijk terugvallen op een subsidiaire rechtsgrond in een procedure niet worden aangemerkt als onrechtmatig wapperen.

4.11. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de titellijsten van IDMC niet worden aangemerkt als auteursrechtelijk beschermde werken. (...)

4.12. Tegenover de vaststelling hierboven gaat de copyright notice in de brochures (...) dan ook te ver. Hierbij weegt mee dat het niet om een enkele copyright notice gaat (de vermelding van het teken ©) maar dat deze is toegelicht met een onjuiste exclusiviteitsclaim en daarom is deze misleidend. Daarnaast bevat ook de desbewustsheidswaarschuwing een verwijzing naar een auteursrecht waarvan IDMC kon weten dat zij dat niet bezat. Het wapperverbod (...) zal dan ook worden toegewezen, beperkt tot wapperen met een niet-bestaand auteursrecht, een en ander op een wijze als hieronder verwoord.