Gepubliceerd op dinsdag 17 augustus 2021
IEF 20141
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
14 jul 2021
Gerecht EU (voorheen GvEA) 14 jul 2021, IEF 20141; ECLI:EU:T:2021:432 (Fashioneast en AM.VI. tegen Moschillo ), https://ie-forum.nl/artikelen/beroep-rich-john-richmond-als-merknaam-te-gebruiken-afgewezen

Beroep Rich John Richmond als merknaam te gebruiken afgewezen

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20141, IEFbe 3264; ECLI:EU:T:2021:432 (Fashioneast en AM.VI. tegen Moschillo) Fashioneast en AM.VI. hebben bij het EUIPO bovenstaande als merknaam aangevraagd en toegewezen gekregen, in onder meer de classificaties sieraden, tassen en kleding volgens de Nice Classificatie. Moschillo heeft als reactie hierop een vordering tot vervallenverklaring van het merk ingediend, op grond van het niet normaal gebruiken van het merk. Deze vordering is toegewezen. Beroep van Fashioneast en AM.VI. bij het EUIPO leverde niet het beoogde resultaat op, wat ertoe heeft geleid dat de partijen de beslissing aanvechten bij het Gerecht. Het EUIPO zou volgens de verzoekers niet genoeg hebben gekeken naar het bewijsmateriaal in de vorm van foto's, echter is hier geen enkel spoor van het 'richmond' element te zien. Daarnaast zou er onterecht geoordeeld zijn dat er niet genoeg onderscheidend vermogen is in de woordencombinatie 'rich' en 'richmond'. Het Gerecht oordeelt dat gebruik van de bestanddelen "rich" en "richmond" tezamen, maar op verschillende delen van de waren, geen normaal gebruik van het litigieuze merk kan vormen dat het onderscheidend vermogen ervan niet wijzigt. Het beroep wordt in zijn geheel verworpen. 

34 Dit kan echter niet het geval zijn wanneer op een specifieke foto van een product geen enkel spoor van het element "richmond", zelfs niet ten dele, te zien is. Volgens verzoeksters zou de aanvaarding dat uit alle bewijsmiddelen blijkt dat dit element aanwezig is op alle gefotografeerde waren, ook al is het op een specifieke foto helemaal niet zichtbaar, neerkomen op de vaststelling van het bewijs van het gebruik van dit element op basis van vermoedens.

41 Hieruit volgt dat het bewijs geen betrekking heeft op het gebruik van één merk dat bestaat uit de bestanddelen "rich" en "richmond", maar op het autonome gebruik van deze twee bestanddelen tezamen als afzonderlijke merken. Zoals het EUIPO terecht opmerkt, zijn deze elementen dus niet samen gecombineerd in één merk zoals in het litigieuze merk, of gestileerd zoals in dat merk.