Gepubliceerd op woensdag 12 oktober 2016
IEF 16311
Rechtbank Den Haag ||
12 okt 2016
Rechtbank Den Haag 12 okt 2016, IEF 16311; ECLI:NL:RBDHA:2016:12215; ECLI:NL:RBDHA:2016:12213; ECLI:NL:RBDHA:2016:12214 (L’Oréal Nederland tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/beschadigingen-aan-producten-l-or-al-tasten-het-luxe-imago-van-het-merk-aan

Ingezonden door: Hidde Koenraad en Paul Tjiam, Simmons & Simmons

Beschadigingen aan producten L’Oréal tasten het luxe imago van het merk aan

Rechtbank Den Haag 12 oktober 2016, IEF 16311; ECLI:NL:RBDHA:2016:12215(L’Oréal Nederland tegen X); ECLI:NL:RBDHA:2016:12213 ; ECLI:NL:RBDHA:2016:12214 Merkinbreuk. L’Oréal heeft door ‘REACT’ proefaankopen laten doen bij verschillende webwinkels. REACT heeft gerapporteerd dat bij al deze parfums het cellofaan geopend was geweest en duidelijk zichtbaar weer (zeer slordig) was dicht geplakt. REACT heeft voorts gerapporteerd over afwijkingen aan de barcodes en identificatienummers van de verpakkingen van deze L’Oréal-parfums, zoals van de andere cijfers en letters afwijkende (toegevoegde en/of dieper in de verpakking geslagen) cijfers. L’Oréal heeft onder verwijzing naar de rapporten van REACT en de aankoop door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd gesteld dat die beschadigingen van dien aard zijn dat sprake is van wijzigingen die de kwaliteit van de luxueuze L’Oréal-parfums in negatieve zin beïnvloeden en waardoor het luxe/prestigieuze imago van de L’Oréal-merken wordt aange tast. De rechtbank verwerpt het daartegen gerichte betoog.

Merkinbreuk 

4.7. L’Oréal heeft bij dagvaarding mede aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat X inbreuk maakt op haar merkrechten door de parallelimport van L’Oréal-parfums die buiten de EER in het verkeer zijn gebracht zonder toestemming van L’Oréal, dus los van het decoderen of beschadigen van die producten. Na betwisting hiervan door X, heeft L’Oréal zich daar echter niet meer op beroepen. Ter comparitie van partijen heeft L’Oréal alleen nog gesproken over gedecodeerde en beschadigde producten. Of hieruit moet worden geconcludeerd dat L’Oréal eerstgenoemde grondslag heeft prijsgegeven, kan in het midden blijven, nu L’Oréal — als er met X en volgens het alternatieve standpunt van L’Oréal vanuit wordt gegaan dat de merkrechten van L’Oréal ten aanzien van de betreffende originele L’Oréal-parfums (aanvankelijk) zijn uitgeput — op grond van artikel 2.23 lid 3 BVIE en 13 lid 2 GMVo een gegronde reden heeft zich tegen verdere verhandeling te verzetten, om de navolgende redenen. 

4.8. Vast staat dat de in opdracht van L’Oréal bij AX verrichte proefaankopen hebben aangetoond dat X verpakkingen met L’Oréal-parfums heeft verkocht en geleverd waarvan de productcodes zijn verwijderd, gewijzigd, vervangen of onzichtbaar gemaakt (dat verwijderen, wijzigen, vervangen of onzichtbaar maken van die productcodes hierna ook: ‘decoderen’ genoemd), waardoor die verpakkingen in meer of mindere mate zijn beschadigd. 

4.9. De rechtbank verwerpt de stelling van L’Oréal voor zover die inhoudt dat het enkele ontbreken van de productcodes op de verpakking de herkomstgarantiefunctie van de L’Oréal-merken aantast en daarom reeds een gegronde reden voor verzet tegen verdere verhandeling oplevert in de zin van artikel 2.23 lid 3 BVIE en artikel 13 lid 2 UMVo. Volgens vaste rechtspraak kan een merkhouder zich immers niet zonder meer met een beroep op zijn merkrecht ertegen verzetten dat producten die door hem binnen de EER in het verkeer zijn gebracht en waarop door hemzelf zijn merk is aangebracht, door een derde worden gedecodeerd, nu daarmee niet in alle gevallen afbreuk wordt gedaan aan de functie van een merk dat aan de consument of eindverbruiker de identiteit van oorsprong van het merkproducten wordt gewaarborgd.4 L’Oréal heeft niet gemotiveerd gesteld dat in het onderhavige geval het decoderen niet aan de door de rechtspraak ontwikkelde vereisten voor ompakking voldoet. 

4.10. Dat ligt anders voor de door het decoderen veroorzaakte beschadigingen aan de (verpakking — doosjes en cellofaanomhulsel —van de) L’Oréal-parfums. L’Oréal heeft te dien aanzien onder verwijzing naar de rapporten van REACT en de aankoop door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd gesteld dat die beschadigingen van dien aard zijn dat sprake is van wijzigingen die de kwaliteit van de luxueuze L’Oréal-parfums in negatieve zin beïnvloeden en waardoor het luxe/prestigieuze imago van de L’Oréal-merken wordt aangetast. De rechtbank verwerpt het daartegen gerichte betoog van ANS.

4.15. Dat de beschadigingen niet aan X kunnen worden toegerekend nu X de producten in (niet altijd direct/gemakkelijk zichtbaar) gedecodeerde toestand van zijn leveranciers zou ontvangen, zoals hij heeft gesteld, is — voor zover al juist — mogelijk van belang in verhouding tot zijn leveranciers, maar kan niet worden tegengeworpen aan L’Oréal nu toerekenbaarheid geen vereiste is voor merkinbreuk. Voor zover X genoemd gebrek aan toerekenbaarheid als verweer voert in het kader van de vordering tot schadevergoeding zal dat verweer in een eventuele schadestaatprocedure aan de orde kunnen komen. Overigens geldt dat de handeling van X die volgens L’Oréal onrechtmatig is (en schade veroorzaakt) niet het decoderen of beschadigen als zodanig is, maar het verder verhandelen van door decodering beschadigde producten. X heeft niet betwist dat die verdere verhandeling aan hem moet worden toegerekend. 

4.16. Het voorgaande brengt mee dat X zich ten aanzien van de door hem verhandelde gedecodeerde L’Oréal-parfums niet op uitputting kan beroepen, en dat hij daarom inbreuk heeft gemaakt op de L’Oréal-merken. De vorderingen die daarop zijn gebaseerd zijn dus in beginsel toewijsbaar. 

4.17. Alle vorderingen van L’Oréal zijn gebaseerd op verhandeling van L’Oréal-parfums met een beschadigde/gewijzigde verpakking. Een dergelijke verhandeling levert volgens L’Oréal naast merkinbreuk ook auteursrechtinbreuk en een onrechtmatige daad op. De gevorderde verboden, alsmede de nevenvorderingen V — IX kunnen echter alle worden gebaseerd op de geconstateerde merkinbreuk. Wat betreft vordering XI (schadevergoeding/winstafdracht) geldt dat niet is gesteld of gebleken dat de geleden schade of gederfde winst in verband met de gestelde auteursrechtinbreuk meer of anders behelst dan de schade of winstafdracht in verband met de merkinbreuk. Hetzelfde geldt voor de schade als gevolg van de gestelde onrechtmatige daad. Gelet hierop valt niet in te zien welk separaat belang L’Oréal nog heeft bij onderzoek van de auteursrechtelijke grondslag en de onrechtmatige daad. 

5. De beslissing De rechtbank 
5.1. Beveelt X binnen 24 uur na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de L’Oréal-merken te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder door het verhandelen van gedecodeerde L’Oréal-parfums;