Gepubliceerd op dinsdag 5 februari 2013
IEF 12314
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bevoegdheid rechtbank na Wet Herziening Gerechtelijke Kaart

Vzr. Rechtbank Oost-Nederland, locatie Arnhem 8 januari 2013, LJN BZ0493 (Genija B.V. tegen eiseres cs)

Als randvermelding.
Procesrecht. Bevoegdheidsincident in kort geding, mondeling vonnis gewezen in verband met spoedeisendheid. Bevoegdheid van rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Arnhem, na inwerkingtreding van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart (HGK) en het zaaksverdelingsreglement rechtbank Oost-Nederland.

Het Reglement is blijkens haar tekst op 8 januari 2013 ingegaan. Weliswaar was op de dag van dagvaarding, 2 januari 2013, het Reglement en het Besluit nog niet officieel van kracht, toch ziet de voorzieningenrechter, nu Eiseres cs een expliciet beroep heeft gedaan op toepassing van het Reglement en Besluit, op grond van de bedoeling van het Besluit, dat op de dag van de mondelinge behandeling en de uitspraak van het vonnis (8 januari 2013) overigens wel al van kracht was, aanleiding om de zaak ter verdere behandeling naar de rechtbank Oost-Nederland, locatie Zutphen te verwijzen.

De advocaat was op de hoogte van de wet Herziening Gerechtelijke Kaart (die op www.rechtspraak.nl is aangekondigd) en had rekening hiermee kunnen houden door na te gaan op welke locatie de zaak in de nieuwe situatie thuishoorde. De rechtbank Arnhem en vanaf 1 januari 2013, de rechtbank Oost-Nederland, locatie Arnhem, heeft niet het vertrouwen gewekt dat de locatie Arnhem vanaf 1 januari 2013 de aangewezen locatie zou zijn. De vordering in het incident wordt afgewezen en de voorzieningenrechter verwijst de zaak naar Rechtbank Oost-Nederland, locatie Zutphen.

2.4. Bovendien viel [woonplaats] van oudsher onder de bevoegdheid van de rechtbank Zutphen en het had dan ook voor de hand gelegen om bij afwezigheid van een nieuwe regeling de oude regeling te volgen. Daarom kan niet worden gezegd dat van een zeer onduidelijke situatie, waarbij de rechtszekerheid in het geding is gekomen, sprake is geweest.

 

2.5.  Verder laat de voorzieningenrechter meewegen dat Genija een behandelingsdatum in Arnhem heeft aangevraagd zonder behoorlijk overleg met (de advocaat van) [eiseres cs] c.s. Genija heeft de datum en behandelingsplaats aangevraagd zonder de verhinderdagen opgave van [eiseres cs] c.s. af te wachten en heeft op maandagochtend 31 december 2012, toen de op vrijdag 28 december 2012 opgevraagde verhinderdata door [eiseres cs] c.s. nog niet waren opgegeven, meteen per fax een datum aangevraagd, terwijl de griffie op die dag gesloten was. Genija heeft de later op 31 december 2012 alsnog ontvangen verhinderdata van [eiseres cs] c.s. niet aan de rechtbank doorgegeven, voordat de rechtbank op 2 januari 2013 de datum bepaalde. Indien Genija anders had gehandeld dan had Genija aan het meewerken aan de datum- en plaatsbepaling van de behandeling wellicht het vertrouwen kunnen ontlenen dat [eiseres cs] c.s. daarmee instemde, hetgeen nu niet het geval is.

2.8.  De advocaat van [eiseres cs] c.s. heeft meteen na de betekening van de dagvaarding tegen de dagbepaling geprotesteerd en gesteld dat 7 januari 2013 een door hem opgegeven verhinderdag was. De rechtbank heeft daarop, na overleg met partijen, de zitting verplaatst naar 8 januari 2013. Na kennisname van de op voorhand toegestuurde exceptie van onbevoegdheid wegens primair een forumkeuzebeding voor Amsterdam en subsidiair relatieve onbevoegdheid van de rechter te Arnhem, heeft de advocaat van Genija, vlak voor de zitting, bij de griffie geïnformeerd of de zitting in Arnhem doorgang zou vinden of dat hij om een zittingsdatum in Zutphen moest vragen. De griffie heeft toen meegedeeld dat de zitting op 8 januari 2013 om 10:00 uur geagendeerd stond, maar daarmee is niet aan Genija gezegd, en daaruit heeft zij in redelijkheid ook niet mogen begrijpen, dat de voorzieningenrechter te Arnhem de aangekondigde exceptie op voorhand verwierp en de zaak inhoudelijk zou behandelen. Daarmee is slechts het vertrouwen gewekt dat de behandeling op 8 januari 2013 zou doorgaan en dat is ook gebeurd, zij het dat de zaak na behandeling van de exceptie voor verdere behandeling wordt doorverwezen naar de locatie Zutphen.

2.9.  De rechtbank Arnhem en vanaf 1 januari 2013, de rechtbank Oost-Nederland, locatie Arnhem, heeft dus niet het vertrouwen gewekt dat de locatie Arnhem vanaf 1 januari 2013 de aangewezen locatie zou zijn voor de behandelingen van geschillen waarbij gedaagde in [woonplaats] woont of gevestigd is.