Procesrecht  

IEF 22534

Rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd in zaak tussen Bacardi en Pesco

Rechtbank Den Haag 4 dec 2024, IEF 22534; ECLI:NL:RBDHA:2024:23071 (Bacardi c.s. tegen Pesco), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-den-haag-verklaart-zich-onbevoegd-in-zaak-tussen-bacardi-en-pesco

Rb. Den Haag 4 december 2024, IEF 22534; ECLI:NL:RBDHA:2024:23071 (Bacardi c.s. tegen Pesco). Bacardi c.s. zich bezig met de productie en verkoop van alcoholhoudende dranken en heeft merkrechten op de merken GREY GOOSE en PATRÓN. Pesco Supply B.V. (hierna: Pesco), een internationale groothandel, wordt beschuldigd van inbreuk op deze merkrechten en het schenden van eerdere onthoudingsverklaringen uit 2014 en 2015. Bacardi c.s. vordert onder andere een verklaring voor recht dat Pesco de onthoudingsverklaringen heeft overtreden, met bijbehorende boetes en schadevergoedingen. Pesco betwist de bevoegdheid van de rechtbank Den Haag op basis van een forumkeuzebeding dat geschillen aan de rechtbank Amsterdam toewijst. De rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar de rechtbank Amsterdam voor de vorderingen die betrekking hebben op de niet-nakoming van de onthoudingsverklaringen. Deze vorderingen worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, conform het forumkeuzebeding dat partijen zijn overeengekomen.

IEF 22527

Uitspraak ingezonden door Sjoerd Peters en Ricardo Dijksta, Vondst Advocaten.

Openbaar voorgebruik aangetoond middels getuigenverhoren in octrooizaak tussen Van Dijke en Graafstra

Hof Den Haag 8 okt 2024, IEF 22527; (Van Dijke tegen Graafstra), https://ie-forum.nl/artikelen/openbaar-voorgebruik-aangetoond-middels-getuigenverhoren-in-octrooizaak-tussen-van-dijke-en-graafstra

Hof Den Haag 8 oktober 2024, IEF 22527, LSR 2276 (Van Dijke tegen Graafstra). Deze zaak gaat over de handhaving van het Nederlandse octrooi NL1031590 (hierna: het octrooi) van Van Dijke voor een sorteerinrichting voor bol- en/of knolgewassen. Graafstra heeft onder andere aangevoerd dat het octrooi op meerdere gronden nietig is. In een tussenarrest heeft het hof overwogen dat ervan uitgegaan kan worden dat [naam 1] de feitelijke uitvinder van het octrooi is. Graafstra mag dit ontkrachten door tegenbewijs te leveren. Daarnaast heeft het hof overwogen dat de kenmerken van het octrooi vóór de prioriteitsdatum openbaar zijn gemaakt. Voor zover deze openbaarmaking heeft plaatsgevonden, zou dit met instemming of medeweten van Van Dijke zijn gebeurd. Ook hiervoor mag Graafstra bewijs leveren. Graafstra heeft hierop getuigen laten horen, waarna Van Dijke in contra-enquête eveneens getuigen heeft laten horen. Het hof concludeert in dit arrest dat het nietigheidsverweer van Graafstra slaagt en dat de vordering van Van Dijke terecht is afgewezen. De voorwaardelijke vordering tot nietigverklaring van het octrooi wordt toegewezen.

IEF 22524

Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.

Rechtbank verklaart zich grotendeels onbevoegd in zaak over inbreuk op muziekcatalogus door een in Spanje gevestigde exploitant

Rechtbank Amsterdam 15 jan 2025, IEF 22524; (Modern Entertainment tegen gedaagde3), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-verklaart-zich-grotendeels-onbevoegd-in-zaak-over-inbreuk-op-muziekcatalogus-door-een-in-spanje-gevestigde-exploitant

Rechtbank Amsterdam 15 januari 2025, IEF 22524 (Modern Entertainment tegen gedaagde). Tussen deze partijen lopen twee bodemprocedures. Onlangs heeft de rechtbank Amsterdam zich bevoegd verklaard in een tussenvonnis in de ene procedure [zie IEF 22487]. Deze tweede zaak gaat over de rechten op een muziekcatalogus en de vermeende inbreuk daarop door gedaagde, die in Spanje gevestigd is. Anders dan in de andere procedure verklaart de rechtbank zich hier onbevoegd. Hiermee wordt de vordering van gedaagde in incident toegewezen, ondanks dat het Modern Entertainment hier verweer tegen heeft gevoerd. Gedaagde is woonachtig in Spanje en dus moet de bevoegdheid van de Nederlandse rechter worden beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening. Het geschil, dat ziet op een mogelijke inbreuk op de muziekcatalogus van Modern Entertainment, is in de kern gebaseerd op een onrechtmatige daad. Het gaat onder andere om een mogelijke schending van naburige rechten. De rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen is bevoegd. Bij uitleg van de regels wordt aansluiting gezocht bij rechtspraak van het Hof.

IEF 22510

Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Ruby Nefkens Legal.

Executiegeschil na merkinbreukvonnis: voorzieningenrechter wijst schorsingsverzoek af

Rechtbank Den Haag 7 jan 2025, IEF 22510; (Eiser tegen Sisley), https://ie-forum.nl/artikelen/executiegeschil-na-merkinbreukvonnis-voorzieningenrechter-wijst-schorsingsverzoek-af

Vzr. Rb. Den Haag 7 januari 2025, IEF 22510 (Eiser tegen Sisley). Op 24 december oordeelde de voorzieningenrechter dat een verkoper inbreuk heeft gemaakt op de merkenrechten van Sisley. Sisley hanteert een selectief distributiesysteem. De verkoper bood zonder toestemming Sisley-producten aan. De rechter oordeelde dat dit merkinbreuk was en wees Sisleys vorderingen toe: een inbreukverbod, inzageplicht en proceskostenveroordeling [zie IEF 22507]. Tegen dit vonnis heeft de verkoper, eiser in deze zaak, een executie kort geding aanhangig gemaakt, dat op 7 januari 2025 diende en waarvan mondeling vonnis is gewezen. In deze zaak vordert eiser op voet van artikel 438 lid 2 Rv dat de executie van de toegestane inzage in en afschrift van beslagen bescheiden wordt geschorst totdat in hoger beroep eindarrest is gewezen. Er is niet gebleken dat er sprake is van een kennelijke juridische of feitelijke misslag. Voor de vraag of de gevorderde schorsing van de tenuitvoerlegging toewijsbaar is, moet er dus een belangenafweging gemaakt worden. Hierbij wegen ook de omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor de datum van het vonnis mee. 

IEF 22474

Rechter heft conservatoir beslag op: belang NewBreath zwaarder dan het belang van Liptis en Osiris bij handhaving van het beslag

Rechtbank Overijssel 26 sep 2024, IEF 22474; ECLI:NL:RBOVE:2024:4970 (NewBreath tegen Liptis cs), https://ie-forum.nl/artikelen/rechter-heft-conservatoir-beslag-op-belang-newbreath-zwaarder-dan-het-belang-van-liptis-en-osiris-bij-handhaving-van-het-beslag

Vzr. Rb. Overijssel 26 september 2024, IEF 22474; ECLI:NL:RBOVE:2024:4970 (NewBreath tegen Liptis cs). In deze zaak draait het om een geschil tussen NewBreath en Liptis, Osiris, Dutch Nutrition Operations en Dutch Nutrition over de productie en verhandeling van zuigelingenvoeding in de vorm van melkpoeder. NewBreath verkoopt in Libië melkpoeder onder het merk Liptomil, waarvoor zij een licentie heeft van [bedrijf 1]. Liptis en Osiris, die ook actief zijn in de zuigelingenvoedingsmarkt, hebben conservatoir beslag laten leggen op producten van Dutch Nutrition Operations, stellende dat deze inbreuk maken op hun merkrechten. NewBreath vordert in dit kort geding dat het conservatoir beslag op de producten van Dutch Nutrition Operations wordt opgeheven. NewBreath stelt dat zij een zelfstandig rechtens te respecteren commercieel belang heeft bij de opheffing van het beslag, omdat zij de producten distribueert en verkoopt op de Libische markt. Het handhaven van het beslag zou leiden tot financiële schade door omzetderving, aangezien zij de producten niet kan verkopen zolang het beslag van kracht is. Liptis en Osiris, die het beslag hebben laten leggen, stellen dat de producten inbreuk maken op hun merkrechten en hebben daarom het beslag laten leggen om verdere distributie en verkoop te voorkomen. Zij vorderen dat het beslag gehandhaafd blijft om hun merkrechten te beschermen.

IEF 22443

Uitspraak ingezonden door Pim Trooster, The Legal Group Advocaten.

Washtower veroordeeld in de proceskosten na tijdig intrekken van kort geding

Rechtbank Den Haag 20 dec 2024, IEF 22443; (Washtower tegen Wasombouw), https://ie-forum.nl/artikelen/washtower-veroordeeld-in-de-proceskosten-na-tijdig-intrekken-van-kort-geding

Vzr. Rb. Den Haag 20 december 2024, IEF 22443; C/09/675521 (Washtower tegen Wasombouw). Washtower brengt sinds 2017 onder de merken Wastoren, Washtower en Waschtürm verschillende varianten vrijstaande wasmachinekasten op de markt. Zij is houdster van meerdere Gemeenschapsmodelregistraties (hierna: de modellen). Wasombouw is een Nederlandse onderneming die eveneens ombouwkasten voor wasmachines en drogers aanbiedt. Tussen partijen is een geschil gerezen over de vraag of Wasombouw met haar ombouwkasten inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Washtower. In dit kort geding vordert Wasombouw om Washtower te veroordelen in de volledige proceskosten op grond van artikel 1019 Rv. Wasombouw legt aan haar vordering ten grondslag dat Washtower haar heeft gedagvaard in onderhavig kort geding, maar deze kort voor de mondelinge behandeling heeft ingetrokken. Hierdoor is de voorzieningenrechter niet aan de inhoudelijke beoordeling van het geschil toegekomen. Wasombouw heeft daardoor wel proceskosten gemaakt. Washtower voert verweer en verzoekt tot afwijzing van dit verzoek, omdat zij tijdig het kort geding heeft ingetrokken.

IEF 22399

Opheffing bankbeslag in geschil over merkinbreuk en GPL-compliance bij WordPress-plug-ins

Rechtbanken 22 okt 2024, IEF 22399; ECLI:NL:RBAMS:2024:6398 (Eiser tegen Automattic), https://ie-forum.nl/artikelen/opheffing-bankbeslag-in-geschil-over-merkinbreuk-en-gpl-compliance-bij-wordpress-plug-ins

Vzr. Rb. Amsterdam 22 oktober 2024, IEF 22399, IT 4687; ECLI:NL:RBAMS:2204:6398 (eiser tegen Automattic) Eiser biedt via zijn website open source WordPress-thema's en plug-ins aan. De website heeft een zoekfunctie en wanneer daar op “Woo”, “WooCommerce” of “WordPress” wordt gezocht, worden als resultaten plug-ins getoond die geschikt zijn voor gebruik met de WooCommerce- respectievelijk WordPress-software. Automattic Inc. en WooCommerce Inc. stellen dat eiser hiermee hun merkrechten schendt en de voorwaarden van de GNU General Public License (GPLv2) overtreedt. Op 4 september 2024 heeft Automattic bij de voorzieningenrechter van de rechtbank in Rotterdam een verzoekschrift op de voet van artikel 1019e Rv ingediend, waarin zij het standpunt inneemt dat eiser inbreuk maakt op hun merkrechten en auteursrechten en dat zij daarnaast ook contractuele bepalingen schendt. Op 5 september heeft Automattic verlof gekregen om conservatoir beslag ten laste van eiser te leggen. In dit kort geding vordert eiser opheffing van de conservatoire beslagen.

IEF 22029

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Arnout Groen, AC&R

Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien

Rechtbanken 2 mei 2024, IEF 22029; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra), https://ie-forum.nl/artikelen/disney-mag-overeenkomsten-buma-stemra-met-andere-aanbieders-niet-inzien

Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.

IEF 22348

Verzoek tot bevel om bewijsmateriaal over te leggen deels toegewezen

Unified Patent Court (UPC) 14 okt 2024, IEF 22348; UPC_CFI_327/2024 (Winnow tegen Orbisk), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-tot-bevel-om-bewijsmateriaal-over-te-leggen-deels-toegewezen

UPC CFI LD Den Haag 14 oktober 2024, IEF 22348, IEFbe 3820; UPC_CFI_327/2024 (Winnow tegen Orbisk) Winnow heeft een octrooi op een systeem en methode voor het monitoren van voedselverspilling (EP 245) en volgens haar maakt Orbisk hier inbreuk op. In deze procedure verzoekt Winnow dat Orbisk wordt bevolen documenten over te leggen overeenkomstig Rule 190 RoP en artikel 59 UPCA. Dit verzoek moet volgens Orbisk worden afgewezen, onder andere omdat Winnow geen bewijsmateriaal heeft overgelegd waarover ze redelijkerwijs kon beschikken en omdat het niet voldoende waarschijnlijk is dat het octrooi geldig is en er inbreuk op wordt gemaakt. De volgende vereisten gelden voor een bevel tot overlegging van bewijs: ten eerste moet de verzoekende partij bewijsmateriaal hebben overgelegd dat redelijkerwijs beschikbaar is ter ondersteuning van haar vorderingen, ten tweede moet het bewijsmateriaal waartoe om toegang wordt verzocht zijn gespecificeerd en in het bezit zijn van de andere partij, ten derde moet de vertrouwelijke informatie van de andere partij worden beschermd en ten slotte moet elk bevel om bewijsmateriaal over te leggen voldoen aan de vereisten van evenredigheid en billijkheid.

IEF 22347

Confidentiality Club

Unified Patent Court (UPC) 24 okt 2024, IEF 22347; UPC_CFI_22/2023 (10x Genomics en President and Fellows of Harvard College tegen Vizgen), https://ie-forum.nl/artikelen/confidentiality-club

UPC CFI LD Hamburg 24 oktober 2024, IEF 22347, IEFbe 3819; UPC_CFI_22/2023 (10x Genomics en President and Fellows of Harvard College tegen Vizgen). Deze procedure gaat over bijlage BP 34. 10x Genomics en President and Fellows of Harvard College, eisers in deze procedure, verzoeken dat wordt bevolen dat de inhoud van het BP 34 dossier als vertrouwelijk moet worden behandeld en dat deze alleen toegankelijk mag worden gemaakt voor de gemachtigde vertegenwoordigers en hun secretariaten. Het Gerecht van Eerste Aanleg van het UPC beslist dat voor de toepassing van een vertrouwelijkheidsregeling voldoende is als het Gerecht ervan overtuigd is dat de informatie zeer waarschijnlijk vertrouwelijk is en daar is in casu sprake van.