Gepubliceerd op donderdag 10 november 2011
IEF 10463
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bijgevolg van de incidentele vordering

Rechtbank Almelo 9 november 2011, HA ZA 11-613 (Kaltenbach Shotblast and Painting Systems B.v. tegen Bora Borgh c.s.)

Met dank aan Bert Jan van den Akker, Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat.

Bevoegdheidsincident. Merkenrecht. Relatieve bevoegdheid in hoofdzaak en dus ook in incidentele vordering ex 118 Rv, oproeping van derden, en verwijzing naar rechtbank 's-Gravenhage. Kaltenbach wordt veroordeeld in de kosten: €425.

2.4 De Nederlandse rechter heeft in deze zaak rechtsmacht krachtens het bepaalde in artikel 97 lid 1 van de Gemeenschapsmerkenverordening aangezien Bora Borgh en Shotblastersupport in Nederland zijn gevestigd en Van Doesburg in Nederland woonplaats heeft. Op grond van artikel 98 lid 1 GMVo geldt die rechtsmacht voor de gestelde inbreuk op het grondgebied van alle lidstaten van de Europese Unie. Ten aanzien van het geschil is de rechtbank 's-Gravenhage exclusief relatief bevoegd krachtens het bepaalde in artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-Verordening inzake het Gemeenschapsmerk juncto artikel 96 aanhef en onder a GMVo.

In de hoofdzaak en het incident ex artikel 118 Rv.
2.7 Gelet op hetgeen is overwogen in het bevoegdheidsincident is de rechtbank niet bevoegd van de vorderingen in de hoofdzaak en bijgevolg van de incidentele vordering ex artikel 118 Rv kennis te nemen.