Gepubliceerd op maandag 3 april 2023
IEF 21334
BBIE ||
30 mrt 2023
BBIE 30 mrt 2023, IEF 21334; (Billie tegen B Biller), https://ie-forum.nl/artikelen/billie-vs-b-biller

Billie vs B Biller

BBIE 30 maart 2023, IEF 21334; Beslissing oppositie 2018070 (Billie tegen B Biller) De opposant heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woord-/beeldmerk 'B Biller'. De oppositie is gebaseerd op Uniemerkinschrijving van het woordmerk 'Billie'. Het Bureau heeft geoordeeld dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen het oudere merk 'Billie' en het betwiste teken vanwege de visuele en auditieve overeenstemming, deels identieke, deels overeenstemmende en deels in zekere mate overeenstemmende waren en diensten, en het verhoogde aandachtsniveau van het relevante publiek. Zelfs als de 'IT-diensten' in klasse 42 van het ingeroepen merk buiten beschouwing worden gelaten, blijft het oordeel hetzelfde.

55. Voor de globale beoordeling moet worden uitgegaan van de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken waren of diensten. Er dient evenwel rekening mee te worden gehouden, dat de gemiddelde consument slechts zelden de mogelijkheid heeft, verschillende merken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, doch aanhaakt bij het onvolmaakte beeld dat bij hem is achtergebleven. Ook dient er rekening mee te worden gehouden dat het aandachtsniveau van de gemiddelde consument kan variëren naar gelang van de soort waren of diensten waarom het gaat. Partijen twisten in dit geval over het aandachtsniveau van het relevante publiek (zie hiervoor onder 13 en 22). Uitgaande van de betrokken waren en diensten zoals opgenomen in het register, is het Bureau van oordeel dat het aandachtsniveau van het publiek iets hoger dan gemiddeld zal zijn. De betrokken waren en diensten, die zowel gericht kunnen zijn op het algemene als op het gespecialiseerde publiek, zijn immers van invloed op het economische en financiële vermogen en/of op de bedrijfsvoering, waardoor het aandachtsniveau hoger dan normaal zal zijn, zoals verweerder terecht heeft gesteld.

58. In dit geval zijn de tekens visueel in zekere mate overeenstemmend en auditief overeenstemmend. Een begripsmatige vergelijking is voor een deel van het publiek niet aan de orde en voor een (klein) deel van het publiek zijn de tekens begripsmatig verschillend. De betrokken waren en diensten zijn deels identiek, deels overeenstemmend en deels in zekere mate overeenstemmend aan de diensten waarvoor het ingeroepen merk is ingeschreven. Op basis van deze en de hiervoor genoemde andere factoren, en gelet op hun onderlinge samenhang, is het Bureau van oordeel dat, ondanks het verhoogde aandachtsniveau van het relevante publiek, er sprake is van verwarringsgevaar in die zin dat het publiek kan menen dat de door het ingeroepen merk aangeduide diensten en de waren en diensten waarop het betwiste teken betrekking heeft, van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn.