Gepubliceerd op donderdag 18 juli 2024
IEF 22138
Rechtbank Midden-Nederland ||
26 jun 2024
Rechtbank Midden-Nederland 26 jun 2024, IEF 22138; ECLI:NL:RBMNE:2024:3827 (Birkenstock tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/birkenstock-auteursrechtzaak-wordt-opgesplitst-in-vier-hoofdzaken

Birkenstock auteursrechtzaak wordt opgesplitst in vier hoofdzaken

Rb. Midden-Nederland 26 juni 2024, IEF 22138; ECLI:NL:RBMNE:2024:3827 (Birkenstock tegen gedaagden). Deze zaak betreft een geschil tussen Birkenstock en gedaagden inzake de vraag of gedaagden inbreuk maken op het auteursrecht van Birkenstock. Gelijktijdig aan de zaak lopen er procedures in Duitsland waarin dezelfde vraag wordt behandeld. Incidenteel vorderen gedaagden dan ook dat de zaak in Nederland wordt aangehouden totdat in de Duitse procedures onherroepelijk is beslist. De rechter wijst dit af, aangezien de Nederlandse rechter niet gebonden is aan de interpretatie van de Duitse rechter, los van het feit dat het werkbegrip auteursrechtelijk is geharmoniseerd. Bovendien bestaat er geen risico op onverenigbare beslissingen en zou aanhouding van de zaak tot een onredelijke vertraging voor Birkenstock kunnen leiden.

Het gaat om vijf verschillende gedaagden die elk afzonderlijk inbreuk zouden maken op het auteursrecht dat Birkenstock heeft op een reeks sandalen. Primair vordert Birkenstock een gebod tot staking van de inbreukmakende handelingen, aangevuld met een schadevergoeding. Subsidiair vordert zij hetzelfde op grond van de slaafse nabootsing. De rechtbank bepaalt dat het niet doelmatig is om deze in feite verschillende zaken gezamenlijk te behandelen, wegens een gebrek aan overlap daartussen. Slechts ten opzichte van twee gedaagden heeft de vordering betrekking op dezelfde sandalen. In dat licht wordt de zaak opgesplitst in vier verschillende hoofdzaken, die elk behandeld zullen worden door dezelfde rechter om onverenigbare uitspraken te voorkomen.

5.7.3. De feitelijke invulling/toepassing/waardering van dit criterium door de rechter van een lidstaat is niet geharmoniseerd. De rechters in de verschillende lidstaten zullen zich een zelfstandig oordeel moeten vormen over de vraag of aan het criterium zoals genoemd in 5.7.2. is voldaan of niet. Dat zullen zij moeten doen aan de hand van het voor hem/haar gevoerde partijdebat en de in de zaak vaststaande feiten en omstandigheden.
Dit heeft onder andere tot gevolg dat, zoals Birkenstock aanvoert, de Nederlandse rechter niet gebonden is aan het oordeel van de Duitse rechter over de auteursrechtelijke bescherming van de Birkenstock sandalen.

5.7.4. Er is ook geen sprake van onverenigbare beslissingen als de Duitse rechter zou oordelen dat er geen Duitse auteursrechten rusten op de Birkenstock sandalen, en de Nederlandse rechter zou oordelen dat er wel Nederlandse auteursrechten op diezelfde Birkenstock sandalen rusten. Dit is immers inherent aan het feit dat de rechters van de lidstaten zich een zelfstandig oordeel moeten vormen over de vraag of aan het geharmoniseerde werkbegrip (zie 5.7.2.) is voldaan of niet.

6.5. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet doelmatig is om deze vijf hoofdzaken gezamenlijk te behandelen. De enige overlap is de vraag of de Birkenstock sandalen auteursrechtelijk zijn beschermd of niet. Voor het overige (onder andere over de beoordeling van de inbreukvraag en de vraag of sprake is van slaafse nabootsing) verschillen de zaken van elkaar. Dat is alleen anders in het geval van A.S. Watson en Ferro Footwear (de leverancier waarvan A.S. Watson de gestelde inbreuk makende sandalen heeft afgenomen). In die zaken gaat het wel om dezelfde gestelde inbreuk makende sandalen. Die twee partijen vorderen ook dat hun zaken samen in één zaak wordt behandeld. De rechtbank zal daarom de zaak splitsen in de volgende vier hoofdzaken:
1. Birkenstock tegen A.S. Watson en Ferro Footwear,
2. Birkenstock tegen Scapino Retail,
3. Birkenstock tegen [gedaagde sub 4] , en
4. Birkenstock tegen Omoda.

(...)