Gepubliceerd op maandag 14 mei 2007
IEF 3976
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bovemij

BenGH, 16 maart 2007, zaak A 2005/1. Nadere conclusie A-G Strikwerda in Bovemij verzekeringen N.V. tegen Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom.

“De conclusie strekt ertoe dat het BenGH vraag 4, voor zover deze vraag betrekking heeft op de uitleg van artikel 13, C, lid 1 BMW, aldus zal beantwoorden dat het bestaan van de bepaling van artikel 13, C, lid 1 BMW niet meebrengt dat in een geval waarin een teken bestaat uit één of meer woorden van een officiële taal binnen het Beneluxgebied, voor het aannemen van onderscheidend vermogen door gebruik, als bedoeld in artikel 3, lid 3 van de Richtlijn, vereist is dat ook de vertaling van het teken in de andere in het Benelux gesproken officiële talen in de gebieden waar die talen worden gesproken door het in aanmerking komende publiek als merk wordt opgevat.”

Lees de conclusie hier.