DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 11 september 2024
IEF 22231
Rechtbanken ||
9 sep 2024
Rechtbanken 9 sep 2024, IEF 22231; ECLI:NL:RBDHA:2024:14332 (CIVC tegen Ferminadaza), https://ie-forum.nl/artikelen/champagne-mag-gebruikt-worden-als-kleuraanduiding-voor-kleding-ondanks-beschermde-oorsprongsbenaming

‘Champagne’ mag gebruikt worden als kleuraanduiding voor kleding, ondanks beschermde oorsprongsbenaming

Rb. Den Haag 9 september 2024, IEF 22231; ECLI:NL:RBDHA:2024:14332 (CIVC tegen Ferminadaza). Het Comité interprofessionnel du vin de champagne (hierna: CIVC) is een bij Franse wet opgerichte instantie die de taak heeft om misbruik van de aanduiding ‘Champagne’ tegen te gaan. Champagne is een door de Europese Commissie beschermde regio in Noordoost-Frankrijk voor de productie van Champagne. Alleen de in die regio geproduceerde wijnen mogen onder deze naam worden aangeduid. Bovendien moet de productie voldoen aan het productdossier dat bij de oorsprongsbenaming staat geregistreerd. Ferminadaza is een dochteronderneming van de Amerikaanse rechtspersoon Cult Gaia LLC. Zij importeert en verhandelt kledingstukken, waaronder jurken, van Cult Gaia in de Europese Unie. Op 30 mei 2024 informeerde de Nederlandse douane het CIVC dat zij een zending jurken van Cult Gaia naar Ferminadaza had tegengehouden, omdat verschillende stickers op de verpakkingen en aan de labels van de jurken het woord Champagne vermeldden (als kleuraanduiding). Nadat Ferminadaza had voorgesteld het woord op zowel de verpakkingen als de labels te laten verwijderen, heeft CIVC de jurken vrijgegeven. Ferminadaza heeft zich echter niet bereid getoond om toe te zeggen dat zij vergelijkbaar gebruik van het woord in de toekomst zal nalaten. CIVC vordert daarom in kort geding dat Ferminadaza wordt veroordeeld om zich te onthouden van ieder toekomstig gebruik van het woord onder straffe van een dwangsom.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het woordgebruik door Ferminadaza zoals omschreven geen gebruik oplevert van de oorsprongsbenaming van CIVC. Zij stelt daarbij voorop dat het bij de verkoop van kleding verplicht en gebruikelijk is om op het label en/of op een sticker de kleur van het betreffende kledingstuk aan te duiden. De kleur is namelijk een essentiële eigenschap van de waar. Daarnaast heeft Ferminadaza voldoende aannemelijk gemaakt dat de term ‘champagne’ in het gewone spraakgebruik al sinds lange tijd een gangbare aanduiding is voor een kleur die zich in het ‘crème-/beigekleurige’ spectrum bevindt. Dat blijkt onder andere uit de laatste druk van de Dikke Van Dale en uit het assortiment van de concurrentie. De opsomming van argumenten van het CIVC (zie hieronder) doet aan die gangbaarheid niet af. Van belang is verder dat het voor de kleding relevante publiek het gebruik van het woord door Ferminadaza redelijkerwijs als kleuraanduiding zal opvatten. Het enkele feit dat de term ‘champagne’ als kleuraanduiding verband houdt met de wijnen waarvan de benaming door de oorsprongsbenaming ‘Champagne’ beschermd wordt, maakt dat volgens de voorzieningenrechter niet anders. Nergens valt uit af te leiden dat de term in deze context door consumenten zal worden opgevat als een kwaliteitsgarantie. Champagne heeft namelijk een reputatie die volledig los staat van kleding. Kortom, de vordering van Ferminadaza wordt voorlopig afgewezen.

4.7 Het CIVC heeft daar tegenover – in de kern – gesteld dat (i) er niet zoiets bestaat als “een champagne-kleur”, omdat champagnewijnen in verschillende tinten (van bijna wit tot zalmroze of nog donkerder) bestaan; (ii) ‘champagne’ geen (officiële) benaming van een Pantone5 kleur is; (iii) er veel marktpartijen zijn die ‘champagne’ niet als kleuraanduiding gebruiken, maar alternatieve benamingen hanteren, zoals beige, ecru, camel, crème, zand, café latte of karamel; en (iv) volgens de definitie die in het Franse woordenboek van Larousse is opgenomen (zie hiervoor onder 2.7) het gebruik van het woord ‘champagne’ als bijvoeglijk naamwoord als misbruik (“abusif”) wordt beschouwd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kunnen die stellingen van het CIVC, ook als van de juistheid daarvan wordt uitgegaan, niet eraan in de weg staan dat de term ‘champagne’ feitelijk óók als kleuraanduiding gangbaar is (geworden), zoals Ferminadaza onderbouwd heeft betoogd.

4.8. Gelet op het voorgaande staat voor de voorzieningenrechter vast dat het relevante publiek (hier: de consument van kleding) enerzijds bij een kledingstuk een kleuraanduiding op het label (of een sticker op de verpakking) verwacht en, anderzijds, bekend is met de term ‘champagne’ ter aanduiding van een kleur (die zich bevindt in het crème/beigekleurige spectrum). Daaruit volgt dat het relevante publiek het woord ‘champagne’ op het label van een kledingstuk of een sticker op de verpakking van een kledingstuk, op een wijze als hiervoor onder 2.9 weergegeven, zal opvatten als een (gebruikelijke) aanduiding van de kleur van dat kledingstuk, hetgeen de consument bevestigd zal zien in het feit dat het betreffende kledingstuk een kleur heeft die zich in het crème-/beigekleurige spectrum bevindt. Voor de voorzieningenrechter valt niet in te zien waarom de consument in die context het woord ‘champagne’ tevens zal aanmerken als of zal associëren met de BOB ‘Champagne’ of het wijnproduct waarvan de benaming (door die BOB) is beschermd.

4.11. Zoals hiervoor overwogen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het relevante publiek het woord ‘champagne’ op een kledinglabel (of sticker op de verpakking van kleding) zal aanmerken als een (gebruikelijke) aanduiding van de kleur van het betreffende kledingstuk. Gelet op de aard van die waar, die op geen enkele wijze verband houdt met de mousserende wijnen waarvan de benaming door de BOB ‘Champagne’ wordt beschermd – valt voor de voorzieningenrechter evenwel niet in te zien waarom voor die consument aanleiding bestaat om daarin (naast de aanduiding van de kleur, tevens) een kwaliteitsgarantie te zien. Het CIVC heeft ook niet nader toegelicht waarom, laat staan onderbouwd dat een consument aan het woord ‘champagne’ op een kledinglabel een dergelijke kwaliteitsgarantie zou (kunnen) ontlenen. Nu de reputatie van de BOB ‘Champagne’ juist nauw samenhangt met de kwaliteit van de onder die naam verhandelde mousserende wijn waarmee de door Ferminadaza verhandelde waren (kledingstukken) geen relevante overeenkomsten vertonen, kan het CIVC naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet worden gevolgd in zijn stelling dat Ferminadaza profiteert van de reputatie van de BOB ‘Champagne’.