Gepubliceerd op dinsdag 26 oktober 2010
IEF 9180
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Chemische communicatie in de dieren- en mensenwereld

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 20 oktober 2010, HA ZA 10-343, Institut de Recherche en Semiochimie et Ethologie Appliquee & CEVA Santé Animale S.A. tegen Beaphar B.V., Beaphar Nederland B.V. en Sergeant’s Inc

Octrooirecht. Levering goederen FOB. Geldig octrooi: Voor de gemiddelde vakman is onmiddellijk duidelijk dat sprake is van een omissie respectievelijk kennelijke vergissing in de conclusie. Geen ontoelaatbare uitbreiding van de beschermingsomvang, nu het niet gaat om een wijziging, maar om een uitleg. Inbreuk door Beaphar aangenomen. Geen inbreuk door medegedaagde Sergeant’s, die de producten FOB Memphis aan Beaphar levert.

Het Institut houdt zich met name bezig met onderzoek ter zake van de chemische communicatie die plaatsvindt in de dieren- en mensenwereld. Ceva Santé Animale is een veterinair farmaceutisch laboratorium en gedaagde Beaphar NL ontwikkelt, vervaardigt en verkoopt farmaceutische producten, gezondheidsproducten en voedingsproducten voor huisdieren.  Sergeant’s is een fabrikant en distributeur van producten voor huisdieren.

Het Institut is houder van het Europese octrooi 1 047 415 voor ‘Pig appeasing pheromones to decrease stress, anxiety and aggressiveness’. Beaphar NL verhandelt onder het merk Beaphar anti stress halsbanden voor honden en katten. Zij betrekt deze Beaphar producten bij Sergeant’s. Ceva vordert in conventie een verklaring voor recht dat Beaphar inbreuk maakt op EP 415, met nevenvorderingen. Beaphar vordert in reconventie vernietiging van het Nederlandse deel van EP 415.

Ceva beroept zich in deze procedure uitsluitend op conclusie 1 van EP 415. Zij stelt dat deze conclusie een omissie bevat omdat het woord ‘mammary’ is weggevallen. Voorts zou sprake zijn van een kennelijke vergissing. Voor de gemiddelde vakman is onmiddellijk duidelijk dat sprake is van een omissie respectievelijk kennelijke vergissing, aldus Ceva. Beaphar bestrijdt dit, maar de rechtbank volgt Ceva. De rechtbank concludeert verder dat de relevante samenstelling van de Beaphar producten voldoet aan alle kenmerken van conclusie 1 van EP 415. De reconventionele vordering tot vernietiging wordt afgewezen.

Het verbod jegens Beaphar wordt toegewezen. Sergeant’s heeft echter bestreden dat bij haar sprake is dat zij in Nederland handelingen zou (dreigen te) verrichten als bedoeld in artikel 53 lid 1 ROW. Zij verkoopt de desbetreffende producten aan Beaphar en levert deze FOB Memphis aan Beaphar. De stelling van Ceva dat levering FOB Memphis niet concludent zou zijn wordt door de rechtbank gepasseerd. Ceva heeft volgens de rechtbank tegenover de onderbouwde stellingen van Beaphar niets aangevoerd op grond waarvan kan worden aangenomen dat Sergeant’s de inbreukmakende producten in Nederland zou hebben aangeboden of geleverd of dat dreigt te doen. De vorderingen jegens Sergeant’s dienen daarom te worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.