Gepubliceerd op vrijdag 26 januari 2018
IEF 17464
Hoge Raad ||
26 jan 2018
Hoge Raad 26 jan 2018, IEF 17464; ECLI:NL:PHR:2018:56; ECLI:NL:PHR:2018:57; ECLI:NL:PHR:2018:58 (Levola tegen Fanofinefood), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-geen-bekendheid-met-het-begrip-witte-wieven-bij-substantieel-deel-van-het-publiek

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Conclusie AG: Geen bekendheid met het begrip "witte wieven" bij substantieel deel van het publiek

Conclusie AG HR 26 januari 2018, IEF 17464; ECLI:NL:PHR:2018:56 (Levola tegen Fanofinefood); ECLI:NL:PHR:2018:57; ECLI:NL:PHR:2018:58. Merkenrecht. De motiveringsklacht tegen het oordeel van het hof [IEF 17076] dat een substantieel deel van het publiek bekend is met de betekenis van het begrip "witte wieven", is volgens de AG terecht voorgesteld. De AG concludeert in alle drie de oppositiezaken tussen partijen tot vernietiging.

Deze zaak is merkenrechtelijke oppositieprocedure, waarin de houder van het Benelux woordmerk HEKSENKAAS bezwaar maakt tegen inschrijving van een Benelux woord(en woord-/beeld)merk WITTE WIEVENKAAS voor soortgelijke waren. Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (hierna: het Bureau) heeft de oppositie afgewezen, oordelend dat de tekens visueel, auditief en begripsmatig niet overeenstemmen en heeft het woord-/beeldmerk WITTE WIEVENKAAS ingeschreven. Het Haagse hof heeft de beslissing van het Bureau vernietigd en de oppositie alsnog toegewezen. Volgens het hof stemmen de onderscheidende dominante bestanddelen "heksen" en "witte wieven" begripsmatig overeen en behoren "heksen" en "witte wieven" beide tot de uitzonderlijke categorie bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie. Visueel en auditief is er volgens het hof een geringe overeenstemming. Mede gelet ook op de omstandigheid dat de waren identiek, althans soortgelijk zijn, acht het hof verwarringsgevaar aanwezig. 
In cassatie worden verschillende recht- en motiveringsklachten tegen het oordeel van het hof gericht. De motiveringsklacht tegen het oordeel van het hof dat een substantieel deel van het publiek bekend is met de betekenis van het begrip "witte wieven", is volgens mij terecht voorgesteld.
Ik concludeer vandaag ook in twee andere oppositiezaken tussen partijen waarin op basis van het woordmerk HEKSENKAAS oppositie is ingesteld tegen respectievelijk het woordmerk WITTE WIEVENKAAS en een ander woord-/beeldmerk WITTE WIEVENKAAS. Ook in die zaken concludeer ik tot vernietiging.