Gepubliceerd op dinsdag 31 december 2024
IEF 22447
Rechtbank Gelderland ||
22 aug 2023
Rechtbank Gelderland 22 aug 2023, IEF 22447; ECLI:NL:RBGEL:2023:7484 (Confetti tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/confetti-is-geen-auteursrechthebbende-van-een-patroon-op-stof

Confetti is geen auteursrechthebbende van een patroon op stof

Rb. Gelderland 22 augustus 2023, IEF 22447; ECLI:NL:RBGEL:2023:7484 (Confetti tegen Gedaagde). Confetti is een Turkse stoffenleverancier die de stoffen die zij levert deels zelf ontwerpt en deels uitbesteedt. Het patroon waar het in deze zaak over gaat, heeft zij zelf ontworpen en het is door een Nederlandse textielgroothandel op de markt gebracht. Gedaagde exploiteert een onderneming op het gebied van ontwerp en verkoop van kleding; zij levert kleding en produceert stoffen. Voor haar nieuwe collectie heeft zij diverse leveranciers en printhuizen bezocht, waarna een van deze printhuizen een patroon voor haar heeft ontworpen. Dit patroon heeft zij gebruikt voor een blouse in haar nieuwe collectie. Confetti is van oordeel dat het ontwerp van het patroon van de blouse inbreuk maakt op haar auteursrecht dan wel sprake is van slaafse nabootsing. Hierdoor vordert Confetti staking van de inbreuk. Gedaagde stelt dat Confetti onvoldoende duidelijk heeft gemaakt welk patroon auteursrechtelijke bescherming geniet en dat Confetti ook geen auteursrechthebbende is. Daarnaast betwist zij of de maker van het patroon dit wel echt heeft ontworpen. Ook stelt gedaagde dat zij geen inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht, zelfs als dit wordt vastgesteld.

De rechter stelt dat Confetti onvoldoende heeft aangetoond dat [naam 2] als maker van het patroon kan worden beschouwd. Evenmin heeft zij aangetoond dat het auteursrecht rechtsgeldig aan haar is overgedragen. Hierdoor acht de rechter het niet aannemelijk dat Confetti auteursrechthebbende van het patroon is. De aanvullende stelling van Confetti dat zij als producent van de stof mede-maker zou zijn van het ontwerp, wordt afgewezen. Er is namelijk geen bewijs geleverd dat Confetti zelf creatief heeft bijgedragen aan het ontwerp. Doordat de auteursrechtelijke grondslag van de vordering niet slaagt, wordt beoordeeld of gedaagde onrechtmatig handelt jegens Confetti door slaafse nabootsing van het patroon. Slaafse nabootsing is alleen mogelijk wanneer verwarring ontstaat en het nagebootste product een eigen positie op de markt heeft. Dit is volgens de rechter onvoldoende onderbouwd. De enkele stelling dat gedaagde het kledingstuk exact heeft nagebootst op punten waar dit niet noodzakelijk was en dat er sprake is van eenzelfde totaalindruk, is onvoldoende voor slaafse nabootsing. Hierdoor leidt dit niet tot toewijzing van de vorderingen van Confetti, en wordt zij veroordeeld in de proceskosten.

4.11. Bij het voorgaande komt nog dat uit de door Confetti in het geding gebrachte stukken niet zonder meer kan worden afgeleid dat [naam 2] Design Confetti (al dan niet op 15 juli 2020) heeft ontworpen. Zo ontbreekt een verklaring van [naam 2] over de totstandkoming van het patroon en blijkt uit de door Confetti in het geding gebrachte factuur (zie 2.13 (ii)) alleen dat zij ‘Textile Design Consultant’ is. Uit de onder 2.13 (iii) weergegeven ‘Declaration of exclusive right of use’, blijkt evenmin dat [naam 2] de ontwerper is, nu deze verklaring is ondertekend door Confetti Fabrics en niet door Confetti. Het is bovendien niet aan Confetti om te bepalen wie, naar toepasselijk recht, als maker van een werk moet worden aangemerkt. Ook wordt in de genoemde ‘Declaration for transfer of right of design’ Confetti Fabrics als de verkrijger van de rechten op het aldaar genoemde en weergegeven patroon genoemd, terwijl niet Confetti Fabrics maar Confetti partij is in dit kort geding. Confetti Tekstil heeft in dit verband aangevoerd dat er geen vennootschap bestaat die Confetti Fabrics heet en dat Confetti Fabrics slechts een handelsnaam is van Confetti Tekstil. Deze stelling heeft zij onderbouwd met een uittreksel uit het EUIPO (European Union Intellectual Property Office) met betrekking tot het (beeld)merk ‘Confetti Fabrics’, maar daaruit kan, anders dan Confetti veronderstelt, niet zonder meer worden afgeleid dat Confetti Fabrics alleen een handelsnaam is van Confetti Tekstil en dit wordt door [gedaagde] ook betwist. Onduidelijk is verder of de ‘Declaration for transfer of right of design’ beoogt om (ook) het (volledige) auteursrecht ter zake van Design Confetti over te dragen, nu het document spreekt van de overdracht van ‘all commercial rights including the industrial design registration application’. Wat daaronder moet worden verstaan en welke rechten dat precies omvat, blijkt onvoldoende uit deze omschrijving. Bovendien is het stuk niet gedateerd, zodat daaruit niet valt af te leiden dat de overdracht, zoals Confetti stelt, op 1 augustus 2020 heeft plaatsgevonden. Ook de zinssnede onderaan de onder 2.13. (ii) weergegeven factuur, dat alle auteursrechten van de daarboven genoemde patronen pas na betaling overgaan naar de koper, kan niet tot de conclusie leiden dat het auteursrecht op Design Confetti (dus) naar het op de overdracht toepasselijke recht rechtsgeldig is overgedragen. De door Confetti Tekstil als productie 31 in het geding gebrachte verklaring van de heer [naam 3] , (middellijk) bestuurder van [bedrijf 1] , inhoudende dat Confetti Tekstil auteursrechthebbende en handhavingsbevoegd is met betrekking tot het patroon met kenmerk DG-690, kan evenmin aan die conclusie bijdragen. Het is immers niet aan [bedrijf 1] om te bepalen bij wie de auteursrechten van Design Confetti liggen. Overigens verwijst de heer [naam 3] in zijn verklaring naar een patroon met een ander kenmerk dan het door Confetti gestelde kenmerk van Design Confetti (DG-980).