Gepubliceerd op zondag 20 april 2008
IEF 6009
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De problematiek van de zogeheten verweesde werken

NRC Handelsblad en www.kb.nl,17 april: Auteurswet nekt de digitale bibliotheek, paginagroot opiniestuk van van Martin Bossenbroek & Hans Jansen (respectievelijk directeur Collecties & Dienstverlening en directeur e-Strategie van de Koninklijke Bibliotheek).

“Een aanpassing van de Auteurswet aan de eisen van de 21ste eeuw is dringend gewenst. Blijft die aanpassing uit, dan is de opbouw van een digitale bibliotheek van serieus te nemen omvang en samenstelling een illusie. 

(…) Maar zijn die (erfgenamen) er ook, en zo ja, hoe vind je die? Dat is de essentie van de problematiek van de zogeheten verweesde werken, dat wil zeggen werken waarvan de auteursrechthebbenden onbekend of onvindbaar zijn. In dit concrete geval zijn er nog aanknopingspunten - een naam en een sterfjaar - en kun je op zoek gaan, maar in talloze andere gevallen ontbreken ook dit soort basisgegevens. 

(…) Denk aan de vele miljoenen paginas kranten, tijdschriften en boeken die op digitalisering wachten, laat er een realistische vermenigvuldigingsfactor op los, en het resultaat is een opsporingsactie van mythologische proporties, die aanzienlijk meer tijd en dus geld zou kosten dan alle digitaliseringprojecten bij elkaar. (…) Maar ook commerciële bedrijven schrikken terug voor deze consequenties. Wie denkt dat bovengenoemde voorbeelden een vertekende voorstelling van zaken geven, moet eens uitrekenen waarom Google in zijn enige grote digitaliseringproject binnen het Nederlandse taalgebied - 300.000 boeken in de universiteitsbibliotheek van Gent - niet verder gaat dan 1867. Zekerheidshalve wordt een termijn van twéémaal 70 jaar gehanteerd, om elk risico van auteursrechtelijke claims uit te sluiten. 

(…) Dit scenario kan onmogelijk de bedoeling zijn van een wet die de rechten van auteurs moet beschermen. Vóór alles heeft een auteur er recht op te worden gelezen. Het is dan ook de hoogste tijd voor een internetuitzondering voor niet-commercieel gebruik in de Auteurswet. En dan eentje die beter doordacht is dan de aanpassing van 2004. Sindsdien mogen erfgoedinstellingen weliswaar hun eigen collectie digitaal beschikbaar stellen aan het publiek, maar uitsluitend via een besloten netwerk dat alleen in het eigen gebouw te raadplegen is. Zo werkt internet natuurlijk niet. 

Dat is het ministerie van Justitie zich inmiddels ook bewust. Eind vorig jaar zegde minister Hirsch Ballin de Tweede Kamer toe een onderzoek te laten verrichten naar oplossingen die in andere landen zijn ontwikkeld voor de problematiek van de verweesde werken. Aanstaande maandag is de bewindsman openingsspreker op een groot internationaal Auteursrechtsymposium in Amsterdam, dus de verwachtingen zijn hooggespannen.  

Het zou moeten kunnen, want in diverse landen zijn al oplossingen uitgedacht. (…) In Engeland wordt gedacht in dezelfde richting, met een Copyright Tribunal dat, als gebruiker en rechthebbende er onderling niet uitkomen, achteraf de hoogte van de vergoeding bepaalt - en afhankelijk van het soort gebruik(er) kan die ook op nul uitkomen. (…)  Het nadeel is echter dat alle drie varianten uitgaan van een voorafgaande zoektocht naar rechthebbenden. En die is bij grootschalige digitaliseringprojecten volstrekt onrealistisch. Er is echter een systeem dat tegemoetkomt aan de randvoorwaarden voor massadigitalisering (…) het heet extended collective licensing, en bestaat in Scandinavië. Daar kunnen rechtenorganisaties met gebruikers licentieovereenkomsten afsluiten die ook wettelijk bindend zijn voor niet-aangesloten en onvindbare rechthebbenden. (…)  Toch kleeft ook aan dit model een bezwaar. Er moet vooraf worden betaald voor de licentieovereenkomsten, met als gevolg alsmaar groeiende, moeilijk te verantwoorden fondsvorming bij de rechtenorganisaties. 

De beste en uiteindelijk meest kosteneffectieve aanpak bestaat uit een verfijnde combinatie van het Angelsaksische en het Scandinavische model. Oftewel, het afsluiten van extended collective licenses, maar dan op basis van het opt out-beginsel. De voordelen zijn evident: er is geen zoektocht naar verweesde werken meer nodig, erfgoedinstellingen hebben vooraf inzicht in de mogelijke financiële consequenties en betalen pas als een rechthebbende claimt. Anderzijds blijft diens recht op een vergoeding én op het weigeren van toestemming overeind staan. 

De definitieve oplossing zou zijn een speciale internetparagraaf in de Auteurswet voor niet-commercieel gebruik door erfgoedinstellingen. Zoiets duurt natuurlijk jaren, en daarom is een voorlopige oplossing nu een eerste vereiste. Laat om te beginnen rechtenorganisaties aan erfgoedinstellingen een vrijwaring geven voor niet-aangesloten onvindbare rechthebbenden. Lukt het niet om de financiële aansprakelijkheid die zij daarmee overnemen te herverzekeren, dan ligt het op de weg van de overheid om zich hiervoor garant te stellen. Het is de enige manier om te voorkomen dat de 20ste eeuw in de digitale bibliotheek te boek komt te staan als the missing link.

Lees het gehele artikel hier.