Gepubliceerd op dinsdag 15 november 2005
IEF 1222
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De volgende bewoordingen

PersberichtSamenwerkingsverband Voor Christelijke Bibliotheken: “Zoals beloofd zouden wij u de uitslag van de gisteren gehouden commissievergadering meedelen, wat betreft het punt van de af te dragen leenrechten door de christelijke bibliotheken. Blij waren we dat twee fracties deze kwestie bij de minister hebben aangekaart. In de eerste plaats was dat dhr. van der Staaij (SGP) die de volgende bewoordingen gebruikte:

In de eerste plaats was dat dhr. van der Staaij (SGP) die de volgende bewoordingen gebruikte:   Voorzitter, Recent ontving de Kamer van de minister een brief over de claims die de Stichting Leenrecht legt op diverse plattelandsbibliotheken. Deze claims leggen een disproportionele last op deze vrijwillige organisaties. Dat is wat de SGP-fractie betreft onacceptabel. Ik vraag de minister in elk geval de terugwerkende kracht van de vordering ongedaan te maken. Soms gaat men vijf tot tien jaar terug. Ook moet worden bezien of geen vrijstelling kan worden verleend voor dergelijke doelgroepbibliotheken. Er kan bijvoorbeeld een koppeling worden gemaakt met een minimumaantal uitleningen. Als dat niet in de Auteursrecht geregeld kan worden, moet er zeker een einde komen aan het meten met twee maten. In het kader van het leenrecht zijn het publiektoegankelijke instellingen die moeten betalen, terwijl het voor de gemeenten instellingen met een te specifieke doelgroep zijn om voor subsidie in aanmerking te komen."

Ook dhr. Rouvout (ChristenUnie) brak een lans voor de problemen van de christelijke bibliotheken, of beter gezegd (naar oordeel van dhr. van der Staaij: Plattelandsbi-bliotheken)   Dhr. Rouvoet gaf de minister het volgende mee: Voorzitter, Over het leenrecht is ook in de publiciteit het nodige te doen geweest. Naast de gewone bibliotheken zijn er allerlei kleine christelijke bibliotheken, soms gewoon in het klaslokaal van een schooltje, zoals op het platteland. Die zijn opgezet door vrijwilligers. Zij hebben jarenlang zonder problemen gewerkt, zich soms samengevoegd en opeens worden zij ontdekt en krijgen zij een enorme naheffing op het punt van het leenrecht. Dit is alleen maar op te lossen door een faillissement of eventueel een doorstartconstructie. Dat moeten wij niet willen.

Het probleem is overzichtelijk en ik vraag de minister of hiervoor een oplossing kan worden gevonden. Ik heb mijzelf de vraag gesteld: stel dat wij in een straat met twintig huishoudens de boeken van elkaar uitlenen in een garage van een van de bewoners en dat wij allemaal lid worden van de vereniging bibliotheek van de betreffende straat, vallen wij dan onder het leenrecht of niet? Ontvangen wij dan allemaal grote heffingen omdat wij boeken uitlenen?

Kortom, ik vraag de minister aan dit probleem een mouw te passen, om te voorkomen dat de christelijke bibliotheken die heel kleinschalig bezig zijn en altijd een rol hebben vervuld, door de naheffingen in de problemen raken en zouden moeten worden opgedoekt. Volgens mij kan dat worden voorkomen. 

Daar de Justitievergadering onder zeer grote tijdsdruk stond, heeft minister  Donner aangegeven, dat over de kwestie schriftelijke beantwoording zal  komen. Dit wordt een dezer dagen verwacht.   Vervolgens zullen leden van de Tweede Kamer beoordelen of het naar tevredenheid is. Zo niet, dan zal (naar wij dachten) in de vergadering van volgende week, waarin de volledige tweede kamer hierover als sluitstuk nog een debat houdt over Justitie, dit nogmaals aan de orde komen, waarna de tweede kamer hierover een definitief besluit neemt.  Samenwerkingsverband Voor Christelijke Bibliotheken"