Gepubliceerd op vrijdag 21 oktober 2011
IEF 10382
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Destijds niet schriftelijk vastgelegd

Rechtbank Almelo 28 september 2011, LJN BT8876 (Eiser tegen Gabol S.L.)

Handelsnaamrecht. (verkeerd) opgezegde agentuurovk.

Het Spaanse Gabol fabriceert reisartikelen (koffers e.a.), voor positionering in Nederlandd heeft zij een internationale agentuurovereenkomst gesloten, dit is niet schriftelijk vastgelegd en eiser wil niet tekenen. Gabol beëindigd de agentuurovk zonder opzegtermijn en zonder enige vergoeding. In conventie eist eiser schadevergoeding voor onjuiste opzegging ex 7:439 en 7:441 (afgewezen). In reconventie eist Gabol staking van handelsnaam en uitschrijving handelsregister (beiden toegekend).

4.10  De voorzieningenrechter is van oordeel dat een en ander niet los van elkaar kan worden gezien. De spanningen die een gevolg waren van de intentie van Gabol om de agentuurovereenkomst met [eiseres] vast te leggen en opnieuw – en mogelijk deels anders – af te willen spreken, hebben er kennelijk toe geleid dat [eiseres] eieren voor haar geld is gaan kiezen door het tijdig aangaan van een nieuwe samenwerking waarbij zij niet langer als agent maar als compagnon/vennoot mede het commerciële beleid kon gaan bepalen. Door de bakens aldus buiten zicht en zonder overleg met Gabol te verzetten, heeft zij – kennelijk bewust – het risico genomen dat de nog steeds voortdurende agentuuroverkomst eenzijdig per direct werd beëindigd omdat het wezen van die overeenkomst – namelijk de vertrouwensrelatie tussen principaal en de handelsagent – ernstig is aangetast.

4.14  Slechts het door Gabol onder ii en iii gevorderde kan worden toegewezen omdat [verweerster] ter zitting het standpunt heeft ingenomen dat zij geen belang (meer) heeft bij het gebruik van de handelsnaam “Gabol Nederland”. Aanvullend heeft zij nog aangevoerd dat, in het geval Gabol haar zou hebben gevraagd om deze inschrijving uit het handelsregister te (laten) verwijderen, zij hieraan gehoor zou hebben gegeven. Gabol heeft hierom echter niet verzocht. Omdat [verweerster] naar eigen zeggen geen gebruik meer wenst te maken van voornoemde handelsnaam en er tevens blijk van heeft gegeven dat zij niet meer als agente of krachtens agentuurovereenkomst voor Gabol werkzaamheden zal willen of hoeven verrichten, wordt het gevorderde onder ii en iii als volgt toegewezen.

 Beslissing in reconventie:

5.4  verbiedt [verweerster] inbreuk te maken op de intellectuele eigendomsrechten van Gabol, waaronder – maar niet uitsluitend – het voeren van de handelsnaam “Gabol Nederland” en/of “Gabol” en het produceren, verkopen en leveren van de conform ontwerp van Gabol geproduceerde koffers en rugzakjes binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis, dit op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat [verweerster] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 25.000,00;

5.5  gebiedt [verweerster] de handelsnaam “Gabol Nederland” uit te schrijven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Gabol hiervan een bewijs te overleggen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, dit op verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 15.000,00 indien [verweerster] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;

Lees het vonnis hier (LJN / pdf)