Gepubliceerd op vrijdag 5 oktober 2012
IEF 11835
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Deugdelijk ontwerp installatie voor mosselopvangbakken

Hof Leeuwarden 25 september 2012, LJN BX9125 (appellante tegen Aqua Oud B.V.)

Mussels
Als randvermelding. Contractenrecht. Wanprestatie van ontwerper van een waterzuiveringsinstallatie voor een mosselopvangsysteem is niet komen vast te staan. Bewijsaanbod onvoldoende.

Aqua Oud heeft een ontwerp gemaakt voor een waterzuiveringsinstallatie voor de mosselopvangbakken voor appellante. De installatie is in gebruik genomen en functioneerde niet goed. Als gevolg daarvan heeft appellante schade geleden. Appellante heeft gesteld dat Aqua Oud toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de opdracht om een deugdelijk ontwerp te maken voor een nieuwe zuiveringsinstallatie. Het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige bevat echter onvoldoende aanwijzingen dat er door Aqua Oud een of meer ontwerpfouten zijn gemaakt en/of dat Aqua Oud is tekortgeschoten in haar contractuele zorgplicht. De grieven worden verworpen.

4. Met grief 1 betoogt [appellante] dat de door de rechtbank benoemde deskundige niet deskundig is. Met de grieven 2 tot en met 4 bestrijdt [appellante] het oordeel van de rechtbank dat op grond van de processtukken en het deskundigenrapport niet is komen vast te staan dat Aqua Oud jegens [appellante] wanprestatie heeft gepleegd, dat niet is aangetoond dat Aqua Oud fouten in het ontwerp heeft gemaakt, dat Aqua Oud mocht afgaan op het plan van eisen van [appellante], dat Aqua Oud niet leidend was bij de realisering van het systeem, dat [appellante] samen met [waterzuivering- en installatietechniek B.V.] over relevante kennis en ervaring beschikte en dat [appellante] en [waterzuivering- en installatietechniek B.V.] wijzigingen in het ontwerp hebben aangebracht.

14.  Alles overziende staat voor het hof op basis van de voorliggende feiten niet in voldoende mate vast dat Aqua Oud toerekenbaar is tekortgeschoten. Indien de door haar gevoerde verweren juist zijn, dan zou het (al dan niet tijdelijk) niet functioneren van het systeem immers niet zijn oorzaak vinden in een ontwerpfout of onvoldoende zorg van de zijde van Aqua Oud maar in voor rekening van [appellante] en van [waterzuivering- en installatietechniek B.V.] komende factoren.

15.  Weliswaar heeft [appellante] de argumenten van Aqua Oud grotendeels bestreden, maar wie hier gelijk heeft valt zonder bewijslevering niet uit te maken. Doordat geen uitvoerig onderzoek door een deskundige heeft plaatsgevonden toen de installatie nog in gebruik was, ontbreekt het meest voor de hand liggende bewijsmiddel. Ook anderszins ontbreekt voldoende overtuigend bewijs. Door de rechtbank is nog wel een deskundige benoemd, doch deze heeft bij gebrek aan voldoende informatie de door de rechtbank gestelde vragen grotendeels niet kunnen beantwoorden. De deskundige heeft wel een aantal algemene beschouwingen gewijd aan de taak- en rolverdeling van partijen. Het rapport bevat echter onvoldoende concrete aanwijzingen dat er door Aqua Oud een of meer ontwerpfouten zijn gemaakt en/of dat Aqua Oud is tekortgeschoten in haar contractuele zorgplicht. [appellante] bestrijdt weliswaar de juistheid van het deskundigenbericht en de deskundigheid van de deskundige, doch deze kritiek laat onverlet dat de bewijslast ter zake van de vermeende tekortkomingen op haar rust. Het hof stelt vast dat [appellante] in hoger beroep geen voldoende specifiek en concreet bewijsaanbod heeft gedaan. Het bewijs dat zij aanbiedt onder 36 en 53.18 van de memorie van grieven is niet beslissend, omdat met het vast komen staan van de aldaar ten bewijze aangeboden stellingen de wanprestatie van Aqua Oud nog steeds niet vaststaat. Het bewijsaanbod onder 60 van de memorie van grieven is te algemeen omschreven. [appellante] heeft niet om een nieuw deskundigenbericht verzocht. Het hof ziet bij de huidige stand van zaken, waarin reeds een deskundigenbericht heeft plaatsgevonden en het systeem niet meer aanwezig is, geen aanleiding ambtshalve [appellante] bewijs op te dragen of een nieuw deskundigenbericht te bevelen.

De slotsom.
17.  Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd met veroordeling van [appellante] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (wat betreft het aan de zijde van Aqua Oud te liquideren salaris van de advocaat te begroten op 1 punt in tarief VI). De wettelijke rente is toewijsbaar als na te melden.

De beslissing
Het gerechtshof: bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;