Gepubliceerd op donderdag 12 januari 2006
IEF 1478
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Dichtheidsgradient

Rechtbank Den Haag, 11 januari 2006, Grodan BV tegen Isover Saint-Gobain. Isover is houdster van Europees octrooi met betrekking tot een "Substraat voor aardevrije cultuur met over zijn dikte geregeld watergehalte".

Het octrooi beschrijft, kort gezegd, matten die in plaats van aarde worden gebruikt voor het opkweken van planten. Deze matten zijn gemaakt van mineraal vezelmateriaal, zoals glas- of steenwol. De matten zijn tijdens het kweken bevochtigd met een waterige oplossing die voedingsstoffen bevat. Het nadeel van bekende substraten was dat zij onderin de substraatlaag veelal te nat zijn, en bovenin te droog. Dat leidt ertoe dat onderin de substraatlaag wortelrot kan optreden en dat bovenin de laag geen wortels kunnen groeien. Het doel van het octrooi is nu het watervasthoudend vermogen bovenin de substraatlaag te vergroten en onderin de substraatlaag te verlagen. Volgens de conclusies 1, 2 en 3 van het octrooi wordt dit bereikt door in het substraat over de gehele hoogte van de mat een gradiënt in de dichtheid en/of de vezeldiameter aan te leggen, zodanig dat de dichtheid en/of vezeldiameter bovenin het substraat hoger respectievelijk kleiner is dan onderin het substraat.

Tegen het octrooi is door Grodan oppositie ingesteld. Het octrooi is door de Oppositie Afdeling van het Europees Octrooibureau (EOB) in gewijzigde vorm in stand gelaten, welk oordeel door de Technische Kamer van Beroep is bevestigd.

Grodan verhandelt een steenwolmat ten behoeve van de kweek van planten onder de naam Grodan Master die volgens de productomschrijving onder meer de volgende voordelen voor de tuinder biedt: “Optimale verdeling van water over de hoogte van de mat (“droogste mat onderin”)” en “Volledige doorworteling tot bovenin, wortels minder kwetsbaar”.

Grodan vordert de nietigheid van het octrooi omdat het octrooi nieuwheid en/of inventiviteit ontbeert in het licht van een aantal voorpublicaties en voorts dat zij de uitvinding van het octrooi (openbaar) heeft voorgebruikt alsmede dat het octrooi niet nawerkbaar is.

Nieuwheid

ten aanzien van het vorogebruik oordeelt de rechtbank dat dit niet nieuwheidsschadelijk is  omdat de uitvinding niet openbaar toegankelijk is gemaakt. Vaststaat dat de matten zich bij deze proeven hebben bevonden op de privé terreinen van voornoemde kwekers, zodat niet is aan te nemen dat de vakman daarvan voldoende vrijelijk kennis heeft kunnen nemen om hem de uitvinding te openbaren. De door Grodan aangevoerde publicaties zijn niet nieuwheidschadelijk omdat kenmerk 1 van de conclusie  - vezels met dezelfde gemiddelde diameter  - er niet duidelijk uit blijkt.

Inventiviteit

Het octrooi EP 426 wat als stand van de techniek geldt,zal naar het oordeel van de rechtbank een vakman er niet toe brengen een dichtheidsgradient toe te passen. Hierbij is van belang dat de vakman nu kennelijk ook juist andere oplossingen heeft gevonden om de waterretentie in het bovenste deel van de mat te verbeteren, te weten door de mat te voorzien van een laag met zuurstofcapsules zoals in EP 0.209.958 (EP 958, zie nader hierna) of van absorberende vlokken zoals in EP 338. De Russische octrooiaanvrage SU-A- 1.161.426 leert ten slotte juist het tegengestelde van het octrooi te doen: een laag van lagere dichtheid (60-90 kg/m3) onderin en grotere dichtheid (100-130 kg/m3) onderin.

Nawerkbaarheid

De rechtbank acht voorts het betoog van Grodan dat een vakman na lezing van het octrooi niet een mat zou kunnen maken die de gewenste dichtheids- of diametergradiënt vertoont onvoldoende onderbouwd. Grodan heeft geen verklaringen van deskundigen overgelegd die haar standpunt zouden kunnen ondersteunen.

Niet-openbaar voorgebruik

Grodan kan zich naar het oordeel van de rechtbank niet bereopen op een recht van niet openbaar voorgebruik omdat  het voor een honering van dit recht  noodzakelijk is dat  het begin van uitvoering ook een vervolg heeft gekregen. Met andere woorden, er dient binnen een redelijke termijn een zekere commercialisering van de ten tijde van de prioriteitsdatum nog in een ontwikkelingsstadium verkerende F-mat plaats te hebben gevonden, wil van een recht van voorgebruik sprake zijn.

Inbreukverbod

Het door Isover gevorderde inbreukverbod ten slotte wordt toegewezen. Grodan voert aan dat haar haar product uit twee lagen bestaat, waarvan de bovenste laag een hogere dichtheid heeft dan de onderste laag. Volgens Grodan is derhalve geen sprake van een “gradiënt” in de dichtheid van de vezels maar van een (plotselinge) overgang.De rechtbank kan de juistheid van dit standpunt van Isover in het midden laten, omdat Grodan desgevraagd (zulks in verband met de hierboven genoemde argumentatie terzake de inherente openbaring) heeft aangegeven dat ook binnen die lagen een geleidelijke afname van de dichtheid van de vezels richting de zwaartekracht kan worden waargenomen. Bij deze stand van zaken dient te worden aangenomen dat van een dichtheidsgradiënt
in de zin van het octrooi sprake is (in ieder geval bij elke afzonderlijke laag), zodat dit kenmerk van conclusie 1 vervuld is te achten.

Lees von het vonnis hier