Gepubliceerd op donderdag 23 oktober 2025
IEF 23029
Hof Amsterdam ||
14 okt 2025
Hof Amsterdam 14 okt 2025, IEF 23029; ECLI:NL:GHAMS:2025:2723 (Disney tegen Buma/Stemra), https://ie-forum.nl/artikelen/disney-krijgt-gedeeltelijke-inzage-in-gegevens-buma-stemra

Disney krijgt gedeeltelijke inzage in gegevens Buma/Stemra

Hof Amsterdam 14 oktober 2025, IEF 23029; ECLI:NL:GHAMS:2025:2723 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney verzoekt op grond van art. 843a (oud) Rv inzage in de licentieovereenkomsten die Buma/Stemra met andere ‘subscription video on demand’ (SVOD) aanbieders heeft gesloten en in andere gegevens over de tarieven die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders overeengekomen is. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen [IEF 22029]. Disney is in hoger beroep gegaan. Buma/Stemra, Apple en Netflix hebben daarna een verweerschrift ingediend. Disney legt aan haar verzoek ten grondslag dat zij diverse indicaties heeft dat Buma/Stemra in strijd handelen met art. 2l Wet Toezicht Collectieve Beheersorganisaties (WTCBO) en (aldus) onrechtmatig handelen tegen Disney door (1) de in artikel 2l WTCBO vervatte transparantieverplichtingen te schenden en (2) in strijd met art. 2l WTCBO de tarieven voor SVOD-aanbieders op arbitraire en discriminatoire wijze vast te stellen.    

Het hof is van oordeel dat Disney onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de criteria die Buma/Stemra gebruiken voor de berekening van de tarieven niet objectief en/of discriminatoir zijn. Wel is voldoende aannemelijk gemaakt dat Buma/Stemra niet voldoende transparant zijn geweest over welke criteria van invloed zijn op de hoogte van de aan SVOD-aanbieders in rekening gebrachte tarieven. Disney heeft geen rechtmatig belang bij inzage in de concrete tarieven, namen van andere SVOD-aanbieders of details over muziekgebruik. Het hof concludeert dat het verzoek van Disney voor een deel toewijsbaar is en bepaalt een mondelinge behandeling om de wijze waarop aan Disney inzage zal worden verleend met partijen te bespreken. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. 

4.8.1 Het hof is van oordeel dat Disney met de door haar geuite vermoedens niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de criteria die Buma/Stemra gebruiken voor de berekening van de tarieven niet objectief en/of discriminatoir zijn. Wel is voldoende aannemelijk gemaakt dat Buma/Stemra niet voldoende transparant zijn geweest over welke criteria van invloed zijn op de hoogte van de aan SVOD-aanbieders in rekening gebrachte tarieven. Het hof licht dit laatste als volgt toe. 

4.8.2. Buma/Stemra voeren aan dat zij alle criteria die zij hanteren bij het bepalen van de tarieven voor licentieverlening aan SVOD-aanbieders aan Disney hebben medegedeeld. Uit de overgelegde correspondentie tussen Buma/Stemra en Disney en hetgeen Buma/Stemra in deze procedure naar voren hebben gebracht, volgt echter dat Buma/Stemra ook andere factoren en (redenen voor) kortingen hebben gebruikt bij de vaststelling van de aan Disney aangeboden tarieven. Daarmee is voldoende aannemelijk dat Buma/Stemra ook andere aspecten hanteren bij het bepalen van de hoogte van de tarieven die zij aanbiedt aan SVOD-aanbieders dan de door Buma/Stemra aan Disney meegedeelde criteria. Aldus is voldoende aannemelijk in de in rov. 4.6 bedoelde zin dat Buma/Stemra niet alle criteria, factoren en omstandigheden die zij bij tariefbepaling toepast aan Disney heeft verstrekt en aldus onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. De rechtsbetrekking als bedoeld in art. 843a lid 1 (oud) Rv tussen Disney en Buma/Stemra is daarmee voldoende aannemelijk. 

4.8.3. Dat betekent tevens dat Disney voldoende rechtmatig belang heeft bij kennisname van de criteria, factoren en omstandigheden die Buma/Stemra hebben gehanteerd bij de bepaling van de hoogte van de tarieven die zij heeft aangeboden aan andere SVOD-aanbieders, met inbegrip van eventuele aangepaste aanbiedingen.