Gepubliceerd op woensdag 8 september 2010
IEF 9072
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Dit leidt tot rechtsonzekerheid bij uitgevers

Anna Green/Portfolio FotografieRaoul Eljon, Nederlands Uitgevers VerbondHet voorontwerp auteurscontractenrecht schiet zijn doel voorbij. (Gepubliceerd in Boekblad, Jaargang 2010, editie 14).

Het is daarom de vraag waarom auteurs, die zich als ondernemers op de vrije markt begeven, verdergaande bescherming nodig zouden hebben. Auteurs zijn tegenwoordig mondig genoeg en worden daarbij goed ondersteund door hun beroepsorganisaties.

Na bijna een eeuw trouwe dienst kan het geen kwaad om de Auteurswet kritisch tegen het licht te houden. Voldoet zij nog of eist de praktijk grondige herziening? Het Ministerie van Justitie meent dat de huidige Auteurswet moet worden aangevuld met auteurscontractenrecht, maar laat na dit in een breder kader te bezien. In het vorige nummer van Boekblad wees Kamiel Koelman in zijn reactie al op een aantal ondoordachte uitgangspunten. Het belangrijkste uitgangspunt van de wetgever blijkt de verondersteld zwakke positie van de auteur te zijn, waartegen het huidige recht onvoldoende bescherming zou bieden. Met name de Duitse wetgeving wordt door de overheid als voorbeeld gezien.

Onder het geldende recht hebben auteurs wel degelijk middelen om zich indien nodig tegen de exploitant te verweren. Het belangrijkste middel van een auteur is echter dat het hem vrijstaat om zijn volgende werk bij een andere uitgever uit te brengen.

Aan een goede contractuele positie van de maker wordt door Nederlandse uitgevers overigens al decennia lang samen met de auteursorganisaties gewerkt. Het Nederlandse modelcontract voor oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk bestaat al sinds 1973. De wetgever meent desalniettemin in de markt te moeten ingrijpen, de succesvolle zelfregulering ten spijt. De onderliggende gedachte is dat de auteur in een ongelijkwaardige onderhandelingspositie zit en in veel gevallen door de uitgever wordt uitgeknepen. Excessen zullen ongetwijfeld voorkomen, maar misstanden op grote schaal zijn binnen de uitgeverij niet aan de orde. Het is daarom de vraag waarom auteurs, die zich als ondernemers op de vrije markt begeven, verdergaande bescherming nodig zouden hebben. Auteurs zijn tegenwoordig mondig genoeg en worden daarbij goed ondersteund door hun beroepsorganisaties.

De belangrijkste voorgestelde wijziging is dat overdracht van rechten niet meer mogelijk is, maar dat de uitgever in de praktijk alleen een licentie voor maximaal vijf jaar kan krijgen. Dit leidt tot rechtsonzekerheid bij uitgevers. Hiermee wordt volledig voorbijgegaan aan de investeringen die zij in die vijf jaar hebben gedaan en schaadt de continuïteit. Bovendien overstijgt het verdienmodel van uitgevers vaak vijf jaar.

Omdat het wetsvoorstel met de algemene uitgeverij in het achterhoofd lijkt te zijn geschreven, is geen rekening gehouden met de diversiteit binnen de uitgeverijbranche. Zo is opzegbaarheid na vijf jaar met name voor de educatieve uitgeverij, waar veelal met grote auteursteams wordt gewerkt en voor uitgevers van producten voor vak en wetenschap, die veel investeren in omvangrijke verzamelwerken (databasepublishing), onwerkbaar. Hoe moet een uitgever omgaan met een auteur die zijn licentie opzegt, terwijl de onderwijsmethode nog jaren gebruikt kan worden? Vaak is de bijdrage opgegaan in het geheel en onmogelijk los te koppelen bij een volgende uitgave.

Om auteurs zoveel mogelijk van een billijke vergoeding te kunnen voorzien, introduceert het wetsvoorstel tevens een bestsellerbeding en het recht op een billijke vergoeding. Dergelijke eenzijdige bedingen vergroten de (rechts)onzekerheid bij de uitgever. Daarnaast zullen ook deze bepalingen tot gevolg hebben dat uitgevers minder risico’s zullen durven nemen. Dit is evenmin in het belang van de auteur.

Tot slot het Duitse voorbeeld waarop het huidige wetsvoorstel is geïnspireerd. Het in 2002 ingevoerde auteurscontractenrecht heeft in Duitsland, nu uitgevers zich daadwerkelijk blijken te concentreren op succesproducten, tot een aanzienlijke verschraling van het aanbod geleid. Daarnaast blijkt dat auteurs evenmin hebben geprofiteerd van de vernieuwde wetgeving. Integendeel, omzetten komen onder druk te staan waardoor vergoedingen worden bijgesteld. Steeds minder makers kunnen daarom van hun creaties leven. Op naar de bestsellercultuur?

Het NUV wil graag meedenken over de wijze waarop het auteursrecht, mede in het licht van de digitale ontwikkelingen en het stimuleren van de innovatie, het beste zou kunnen worden geregeld. Het huidige voorontwerp schiet zijn doel echter voorbij. Nader onderzoek naar de effecten in dit voorontwerp is nodig, voordat de Kamer zich hierover gaat buigen.