Gepubliceerd op vrijdag 10 juli 2009
IEF 8052
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Een bloemmotief met onderliggend kantmotief

Vzr. Rechtbank Assen, 8 mei 2009, LJN: BJ1803, Colorful Licences Holding B.V. & Curator Oilily B.V. tegen Adventure Bags B.V.

Auteursrecht. Dessins. Eerst even voor jezelf lezen. "Vraag of auteursrechten zijn overgedragen wordt bevestigend beantwoord. Inbreuk op auteursrechten. Verweer dat dessin al bestond is ongeloofwaardig, zodat sprake is van oorspronkelijk karakter. Ontwerp bloemmotief met onderliggend kantmotief moet als persoonlijk stempel van de maker gezien worden. Voorts sprake van slaafse nabootsing, nu gedaagde voor ander dessin had kunnen kiezen." Liquidatietarief. 

2.7.  Oilily en Colourful Licenses Holding hebben bij de voorzieningenrechter te Den Haag een verzoekschrift ex artikel 1019e Rv. ingediend. Bij beschikking d.d. 1 april 2009 (IEF 7865) heeft de voorzieningenrechter Kruidvat onder meer bevolen de inbreuken op de auteursrechten en overige rechten van Colorful Licenses Holding en Oilily op het in het verzoekschrift aangeduide dessin (overeenkomend met het in de dagvaarding in dit geding aangeduide dessin) onmiddellijk na betekening van de beschikking te staken en gestaakt te houden. Kruidvat heeft daarop de verkoop van de tassen gestaakt.

2.8.  Op 1 april 2009 hebben Oilily en Colourful Licenses Holding Adventure Bags een sommatie gezonden waarin een onthoudingsverklaring, een recall, vernietiging van de resterende tassen, afdracht van de gemaakte winst en vergoeding van juridische kosten is gevraagd. Adventure Bags heeft geweigerd hieraan te voldoen.

Overdracht auteursrechten: 4.2.  (…) De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het geheel van de overgelegde verklaringen en akten (…) voldoende blijkt dat de auteursrechten berusten bij Colorful Licenses Holding. Dat in de akte d.d. 29 februari 2008 alleen wordt gesproken over “andere immateriële activa” doet daaraan niet af, nu tussen partijen bekend was welke activa daaronder vielen en beide partijen behoren tot hetzelfde conglomeraat van BV’s. De betwisting van de licentie van Oilily gaat evenmin op. Colorful Licenses Holding en de curator van Oilily stellen dat Oilily over een licentie beschikt. De licentieverlening is vormvrij. De jarenlange samenwerking tussen Colorful Licenses (Holding) en Oilily en het feit dat Oilily artikelen met de print waarom het hier gaat verkoopt, zijn naar voorlopig oordeel voldoende aanwijzing dat Oilily over de gestelde licentie beschikt.

Inbreuk auteursrechte"n: 4.3.  Eisers beroepen zich op auteursrechtelijke bescherming van het dessin. Colorful Licenses B.V. heeft de print in 2006 laten ontwerpen door [ontwerpster].
Voor het ontstaan van een auteursrecht is vereist dat het werk een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt (o.a. HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608, Van Dale/Romme en HR 30 mei 2008, C07/131 HR, Endstra tapes).
Adventure Bags stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een eigen oorspronkelijk karakter. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat [ontwerpster] het dessin medio 2006 heeft ontworpen, nu het dessin al eind 2005 bestond en door derden werd verhandeld. Zij beroept zich op een verklaring van [derde] van de firma Armi E Bagagli, die bevestigt dat hij in 2005 het artikel E0321 in een hoeveelheid van 5000 stuks van Gain Source Ind heeft afgenomen, met een foto van een tas met de betreffende print, en een factuur van Gain Source waarop 5000 stuks van art. nr. E0321 vermeld staan.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat de verklaring van [derde] in het licht van de uitvoerige verklaring van de ontwerpster [ontwerpster] ongeloofwaardig is. De voorzieningenrechter is met eisers eens dat niet duidelijk is wie [derde] en de firma Armi E Bagagli zijn en welke belangen zij en Gain Source hebben. Geconcludeerd wordt dan ook dat er wel sprake is van een eigen oorspronkelijk karakter.

4.4.  Adventure Bags betwist daarnaast het persoonlijk stempel van de maker. Zij stelt dat er slechts sprake is van toepassing van een bepaalde stijl die niet tot auteursrechtelijk werk voert. Volgens haar moet de mode c.q. stijl hier worden gezien als het gebruik van een Paisley-achtig dessin dat bestaat uit uitbundig kleurgebruik met bloemmotief en draaiingen van het bloemmotief. 
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat hier wel degelijk sprake is van een persoonlijk stempel van de maker. [ontwerpster] combineert een door haar ontworpen bloemmotief met een onderliggend kantmotief, hetgeen als persoonlijk stempel gezien moet worden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is geen sprake van een variant op het Paisley-motief. Uit de overgelegde producties van internetsites blijkt ook dat het publiek de print ook herkent als een Oilily-dessin.

4.5.  Adventure Bags voert tenslotte in dit verband nog aan, dat geen sprake is van ontlening, omdat zij de tassen heeft betrokken van haar leverancier uit Hong Kong en die leverde de tassen al eerder aan derden. Zoals hiervoor al is overwogen acht de voorzieningenrechter het niet aannemelijk dat de leverancier van Adventure Bags tassen met hetzelfde ontwerp als dat van [ontwerpster] leverde voor 2006. Er is derhalve voldoende komen vast te staan dat er sprake is van ongeoorloofde verveelvoudiging en ontlening.

Slaafse nabootsing: 4.6.  (…) Naar voorlopig oordeel is daarvan in dit geval sprake. Adventure Bags had voor een ander dessin kunnen kiezen, zodat de tassen niet in deze mate op die van Oilily leken.

Verbodsdicta in algemene bewoordingen: 4.7.  Nu in het bovenstaande voldoende is komen vast te staan dat sprake is van een inbreuk op auteursrechten en slaafse nabootsing zijn de vorderingen van eisers voor toewijzing vatbaar. Zij hebben voldoende aannemelijk gemaakt een spoedeisend belang te hebben bij de vorderingen en door de verkoop van de inbreukmakende tassen schade te lijden. Adventure Bags stelt dat het onder A. geformuleerde verbod te ruim is geformuleerd. Verbodsdicta in algemene bewoordingen zijn echter door de Hoge Raad geaccepteerd (vgl. Spoor/Verkade/Visser, Auteursrecht, § 11.12) en de voorzieningenrechter is van oordeel dat voor een dergelijk verbod in casu aanleiding is.

Lees het vonnis hier