Gepubliceerd op vrijdag 10 december 2010
IEF 9279
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Een lokaal verzorgingsgebied

Rechtbank Utrecht, 8 december 2010, KG ZA 10-1003, BDRM tegen De Minibar B.V. (met dank aan Dirk Straathof, Brinkhof)

Handelsnaamrecht. Bevoegdheid. Eiser BDRM exploiteert in Amsterdam café/restaurant MiNiBAR (A bar where you never have to wait for service again because you serve yourself) en maakt bezwaar tegen de Eindhovense horecagelegenheid De Minibar. De rechtbank Utrecht verklaart zich i.c. onbevoegd om van de vorderingen kennis te nemen, aangezien de gestelde inbreukmakende handelingen niet in het arrondissement Utrecht plaatsvinden, en verwijst de zaak naar de rechtbank Den Bosch. De Eindhovense Minibar heeft een lokaal verzorgingsgebied en website en gebruik van sociale media doen daar niet aan af.

4.4. (…) De vraag is derhalve of zich in het arrondissement Utrecht schadebrengende feiten hebben voorgedaan. Daarvan zal in het onderhavige geval sprake zijn als de handelsnaam van BDRM in Utrecht voldoende beschermingswaardige bekendheid geniet en bovendien kan worden aangenomen dat ook het gebruik van de handelsnaam van de Minibar BV zich uitstrekt tot Utrecht en aldus inbreukmakende handelingen in dit arrondissement plaatsvinden.

4.5. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kunnen de stellingen van BDRM over het voeren van de handelsnaam door de Minibar BV niet tot dit oordeel leiden. De Minibar BV heeft gemotiveerd gesteld dat het café aan de Kleine Berg te Eindhoven van de Minibar BV een lokaal verzorgingsgebied heeft. Het tegendeel is door BDRM niet gesteld Met name heeft zij niet, gemotiveerd, gesteld dat het verzorgingsgebied van dit café zich uitstrekt tot het arrondissement Utrecht. in het licht hiervan is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voldoende gesteld of gebleken dat de inhoud van de website van de Minibar BV. die ondersteunend is aan de exploitatie van het café en niet is aan te merken als een zelfstandige economische activiteit, gericht is op het verwerven van klanten in onder meer Utrecht en/of wezenlijk bijdraagt aan de bekendheid van haar handelsnaam in deze regio. Daarnaast maakt de enkele omstandigheid dat personen in Utrecht gebruik maken van de sociale media waarop de Minibar BV een profiel heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet dat kan worden aangenomen dat de handelsnaam van de Minibar BV buiten Eindhoven en directe omgeving wordt gevoerd op een wijze die handelsnaamrechtelijk relevant is. Dit geldt evenzeer voor het genomineerd worden voor een landelijke award.

4.6. De conclusie is dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd acht om van de onderhavige vorderingen kennis te nemen. De voorzieningenrechter zal de laak verwijzen naar zijn collega in 's-Hertogenbosch.

Lees het vonnis hier.