Gepubliceerd op maandag 21 september 2009
IEF 8200
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Een nieuw deskundigenonderzoek

Rechtbank Arnhem, 9 september 2009, HA ZA 08-1778, The Coca-Cola Company tegen Cooperatieve inkoopvereniging Superunie B.A.

Merkenrecht. Marktonderzoeken. Tussenvonnis in vormmerkzaak over  colaflessen. Coca-Cola maakt bezwaar tegen colafles van Superunie. Rechtbank acht nieuw deskundigenonderzoek nodig en houdt iedere verdere beslissing aan:

1.1. (…) In het licht van de sterk uiteenlopende standpunten van partijen met betrekking tot de betrouwbaarheid en / of de bruikbaarheid van de door The Coca-Cola Company overgelegde marktonderzoeken, waarmee The Coca-Cola Company haar stelling dat er sprake is van verwarringsgevaar – inhoudende associatiegevaar – onderbouwt, is ter comparitie aan de orde gekomen dat de rechtbank een nieuw deskundigenonderzoek nodig acht, alvorens tot de inhoudelijke beoordeling van de zaak over te gaan. Partijen hebben zich hierover bij akte uitgelaten.

1.2. The Coca-Cola Company heeft in haar akte als deskundige voorgesteld: dr. H. van den Berg, schrijver van het boek ‘Marktonderzoek in de Rechtszaal. De rol van marktonderzoek in merkengeschillen’ (2007, Stichting voor Culturele studies, Amsterdam). Superunie heeft in haar akte verklaard zich te kunnen refereren aan een eventuele voorkeur van de rechtbank of van eiseres voor dr. H. van den Berg. Verder hebben beide partijen hun voorkeur uitgesproken voor het benoemen van een professioneel marktonderzoeksbureau, naast de hiervoor genoemde deskundige. Van de zijde van Superunie is daarbij de naam Intomart GfK B.V. te Hilversum genoemd.

1.3. Dr. H. van den Berg heeft de rechtbank desgevraagd laten weten in staat en bereid te zijn om als deskundige in deze zaak op te treden. Hij wil de verantwoording voor de eerste fase van de opdracht op zich nemen: het maken van de opzet voor het onderzoek. Daarbij is overleg met het in te schakelen professioneel marktonderzoekbureau volgens hem wenselijk. Hij stelt voor dat het in te schakelen marktonderzoekbureau vervolgens verantwoordelijk zal zijn voor de tweede fase: de uitvoering van het onderzoek met inbegrip van de analyse en de rapportage. Dr. H. van den Berg is bereid om in deze tweede fase waar nodig een adviserende rol te spelen (met name bij de interpretatie van de resultaten). Dr. Van den Berg heeft geen bezwaar tegen het inschakelen van het hiervoor genoemde Intomart GfK B.V. te Hilversum als professioneel marktonderzoeksbureau.

1.4. Bij deze stand van zaken zal de rechtbank eerst tot benoeming van dr. H. van den Berg als deskundige overgaan. Zijn deskundigenbericht zal een tussenrapport met daarin een voorstel voor een onderzoeksopzet inhouden. De partijen zullen vervolgens de gelegenheid krijgen om daarop te reageren.

Lees het vonnis hier.