Gepubliceerd op zondag 24 juni 2007
IEF 4223
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Een onjuist en onwenselijk precedent

rch.JPGRemy Chavannes (Brinkhof): Brein/KPN: het gevaar van een bagatel? Eerder gepubliceerd in Mediaforum 2007-6, pagina 174-178

Na een aantal  Brein-vonnissen over (al te makkelijke?) verstrekking van NAW-gegevens en afsluiting van internetverbinding, is het volgens de auteur tijd voor een tegengeluid.

“De antwoorden van de Haagse voorzieningenrechter in de zaak tussen Brein en KPN zijn in het licht van de feiten te begrijpen, maar vormen een onjuist en onwenselijk precedent.  (…) De realiteit van het ‘internetrecht’ is echter dat er vrijwel uitsluitend uitspraken in kort geding zijn die, bij gebrek aan hardere precedenten, in volgende zaken worden aangehaald, door partijen en door rechters. Dat betekent dat een uitspraak als deze wel degelijk belangrijk is, met name voor wat betreft (a) welke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van vorderingen tot verstrekking van NAW-gegevens en afsluiting van internetverbindingen; en, even belangrijk (b) hoe streng die criteria in concreto worden toegepast. (…) Als de criteria uit Lycos/Pessers op deze manier gehanteerd (moeten) worden, dan brengt dat het risico met zich mee dat ISP’s zullen concluderen dat het op deze manier opkomen voor de privacy klanten een dure en onzekere – zo niet zinloze – exercitie is.”

Lees het gehele artikel hier.