Gepubliceerd op woensdag 15 juni 2011
IEF 9782
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerder dan pas na 81 dagen

Kantonrechter Rechtbank Utrecht 10 juni 2011, LJN BQ7711 (eiser h.o.d.n. Filmclub tegen gedaagde)

Op een zijspoor. Filmrechten. Verhuur en contractuele bedingingen. Filmclub bewijst dat zij een DVD aan gedaagde heeft verhuurd, welke gehouden is een deel van de gevorderde contractuele boete te betalen. Filmclub had eerder moeten begrijpen dat gedaagde de DVD niet zou terugbrengen en had daarom eerder van haar bevoegdheid gebruik moeten maken de DVD te vervangen. Door dat niet te doen, heeft zij de boete onnodig laten oplopen. Ontvangsttheorie sommaties op verkeerde adres.

2.12 (...) Naar het oordeel van de kantonrechter had Filmclub onder deze omstandigheden eerder dan pas na 81 dagen moeten begrijpen dat [gedaagde] de DVD niet meer zou terugbrengen. Het had daarom op de weg van Filmclub gelegen eerder gebruik te maken van de haar ingevolge artikel 5.3 van de Huurvoorwaarden toekomende bevoegdheid de verhuurde DVD af te schrijven en een vervangend exemplaar aan te schaffen. Door niettemin 81 dagen te wachten, heeft Filmclub – mede gelet op het feit dat het een dagfilm met een hogere huurprijs dan een weekfilm betrof – de boete als bedoeld in artikel 5.2 van de Huurvoorwaarden onnodig laten oplopen.

De kantonrechter is zich er aan de andere kant van bewust dat Filmclub niet op stel en sprong tot vervanging overgaat, omdat het niet ongebruikelijk is dat huurders het gehuurde na enige tijd toch retourneren. Een wachttijd van een maand (30 dagen) komt de kantonrechter in dit verband redelijk voor. Dit oordeel leidt ertoe dat [gedaagde] gehouden is de verlengingskosten over 30 dagen aan Filmclub te vergoeden. Niet in geschil is dat de huurprijs van de DVD € 4,- per dag bedroeg. Dit betekent dat [gedaagde] gehouden is een bedrag van € 120,- (€ 4,- × 30) aan Filmclub te betalen. Daarnaast is hij gehouden de vervangingskosten van de DVD te voldoen die, zoals Filmclub onbetwist heeft gesteld, € 40,- bedragen.

2.14 (...) Omdat het Filmclub in beginsel vrijstaat zelf het moment van dagvaarden te bepalen, is de enkele omstandigheid dat zij enige tijd heeft gewacht met het uitbrengen van de dagvaarding op zichzelf onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat zij haar schadebeperkingsplicht heeft geschonden. Dit geldt temeer omdat Filmclub pas tot dagvaarding is overgegaan nadat uit de tussen het door haar ingeschakelde incassobureau en [gedaagde]s gemachtigde gevoerde briefwisseling bleek dat [gedaagde] niet bereid was tot betaling over te gaan.

Lees het vonnis hier (link / pdf)