Gepubliceerd op woensdag 19 maart 2008
IEF 5857
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerst even voor jezelf elzen

Rechtbank Arnhem, 5 maart 2008, LJN: BC7211, Eiser, handelende onder de naam Café Plus Nederland tegen Cafe + Co International Holding GmbH.

“4.11 (…) De combinatie van ‘café’ en ‘plus’ heeft dus slechts weinig onderscheidend vermogen en is als merk zwak. Daarom kunnen de andere elementen, te weten: aan de zijde van Café Plus het visuele logo (een stilistische kop en schotel) en aan de zijde van Café+co de verbale en begripsmatige toevoeging ‘CO’, niet als van zo ondergeschikte aard worden beschouwd dat deze zijn te verwaarlozen.

4.12.  Vanwege deze sterk afwijkende bijkomende elementen binnen beider merken en gelet op het zwak onderscheidend vermogen van de gelijkluidende woorden, komt de rechtbank tot de slotsom dat de beide merken onvoldoende met elkaar overeenstemmen om de op het BVIE gebaseerde vorderingen van Café Plus tot nietigverklaring en staking van het gebruik van het merk van café+co te kunnen dragen. De algemene onrechtmatige daad grondslag is niet afzonderlijke onderbouwd en faalt daarom evenzeer.
De vorderingen worden dus afgewezen.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Middelburg, 18 oktober 2007, LJN: BC7142, Eiser tegen VOF Boekscout. 

“Deze passages zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter, jegens eiser erg onvriendelijk en oncollegiaal. Dit is echter onvoldoende om de passages ook onrechtmatig te doen zijn. Voor de beoordeling van de vraag van de (on)rechtmatigheid is het van belang dat het boek van gedaagde 1 een autobiografie is. Hij heeft zijn persoonlijke herinneringen aan een levenlang werken en zijn mening over de mensen met wie hij heeft gewerkt, opgeschreven. Daarbij heeft hij als auteur een grote mate van vrijheid. Dat betekent dat hij als herinnering of mening in zijn boek passages mag opnemen die onplezierig kunnen zijn voor sommige mensen zoals in dit geval eiser. Die vrijheid van de auteur is niet onbeperkt maar de hiervoor aangehaalde passages overschrijden de grenzen van hetgeen nog geoorloofd is niet, mede omdat duidelijk is dat het om een persoonlijke mening gaat.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage,  19 maart 2008,  KG ZA 08-174,  Dr. Fisher Farma B.V tegen Z-Index B.V.

Parallelle distributie van geneesmiddelen. “De voorzieningenrechter beveelt Z-Index alle door Fisher Farma parallel gedistribueerde producten waarvoor een communautaire vergunning door EMEA is verleend op grond van Verordening (EG) Nr. 726/2004 in de door haar gepubliceerde G-standaard op te nemen, voor zover Fisher Farma aan EMEA op de daartoe geëigende wijze melding heeft gedaan dat deze producten parallel zullen worden gedistribueerd, zonder daaraan de voorwaarde te stellen van overlegging van een "PD Notice" van EMEA.”

Lees het vonnis hier.