Gepubliceerd op donderdag 24 mei 2007
IEF 4027
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerst even voor jezelf lezen

- GvEa, 23 mei 2007, gevoegde zaken T-241/05, T-262/05–T-264/05, T-346/05, T-347/05, T-29/06–T-31/06. The Procter & Gamble Company  tegen OHIM.

Weigering OHIM inschrijving van driedimensionale gemeenschapsmerken wegens ontbreken van onderscheidend vermogen vierkante witte tabletten met bloemdessin in kleur.

“Gelet op een en ander dient te worden geoordeeld dat de kamer van beroep voor elk van de aangevraagde merken rechtens genoegzaam heeft aangetoond dat gelet op de totaalindruk die door de combinatie van de vorm, de kleuren en het dessin van de betrokken tabletten wordt opgeroepen, deze merken de relevante gemiddelde consument niet in staat zullen stellen de commerciële herkomst van de betrokken waren te identificeren wanneer hij bij een aankoop een keuze zal moeten maken.”

Lees het arrest hier.

- GvEA, 24 mei 2007, zaak T-151/01. Der Grüne Punkt – Duales System Deutschland GmbH tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Systeem voor inzameling en verwerking van in Duitsland in handel gebrachte verpakkingen met logo Der Grüne Punkt, mededinging, misbruik van machtspositie, licentievergoeding die verschuldigd is krachtens 'merktekencontract’.

“Aangezien het logo Der Grüne Punkt als functie heeft, te wijzen op de mogelijkheid tot verwijdering van de betrokken verpakking via het DSD-systeem en dat logo samen met andere tekens kan worden aangebracht of met andere middelen voor identificatie van een andere mogelijkheid tot verwijdering via een eigen systeem of een concurrerend collectief system, kan dus niet worden gesteld dat door de bestreden beschikking het merkenrecht op onevenredige wijze wordt genegeerd of in elk geval de noodzaak om misbruik van machtspositie in de zin van artikel 82 EG te vermijden op niet-gerechtvaardigde wijze wordt ondermijnd.”

Lees het arrest hier.