Gepubliceerd op donderdag 25 januari 2007
IEF 3339
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerst even voor jezelf lezen

- HvJ EG, 25 januari 2007, zaak C-321/03. Prejudiciële antwoorden met betrekking tot de Britse zaak Dyson Ltd tegen Registrar of Trade Marks.

“Artikel 2 van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, dient aldus te worden uitgelegd dat het voorwerp van een aanvraag tot inschrijving van merken zoals die welke in het hoofdgeding is ingediend, die betrekking heeft op alle denkbare vormen van een transparante bak of verzamelkamer die deel uitmaakt van de buitenkant van een stofzuiger, geen „teken” in de zin van die bepaling is en derhalve geen merk in de zin daarvan kan vormen.”

Lees het arrest hier.

- HvJ EG, 25 januari 2007, zaak C 48/05. prejudiciële antwoorden met betrekking tot de Duitse zaak Adam Opel AG tegen Autec AG.

“Wanneer een merk met name voor auto’s is ingeschreven, vormen het aanbrengen door een derde, zonder toestemming van de merkhouder, van een aan dat merk gelijk teken op schaalmodellen van voertuigen van dat merk om deze voertuigen getrouw na te bootsen, en het in de handel brengen van deze schaalmodellen geen gebruik van een aanduiding inzake een kenmerk van deze schaalmodellen, in de zin van artikel 6, lid 1, sub b, van richtlijn 89/104.”

Lees het arrest hier.