Gepubliceerd op dinsdag 8 juli 2008
IEF 6404
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Eerst even voor jezelf lezen

mjh.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch, 2 juli 2008, HA ZA 07-1648, Hoes tegen Mondiart B.V. (met dank aan Kees Berendsen, Croon Davidovich).

Boedddha-bodem. Auteursrecht, ontlening.

“4.4. De rechtbank is van oordeel dat, hoewel de werken van Hoes het portret van de bekende Boeddha betreffen en Boeddha-afbeeldingen nu eenmaal bepaalde kenmerken hebben, er sprake is van een dusdanige bewerking van de beeltenis van Boeddha dat sprake is van een oorspronkelijk karakter van de werken van Hoes, welke het persoonlijk stempel van de maker dragen. (…) Gesteld noch gebleken is dat het gebruikelijk is dat een beeltenis van Boeddha op een dergelijke wijze wordt afgebeeld Evenmin is gesteld of gebleken dat Mondiart dan wel derden Boeddha reeds eerder op een vergelijkbare wijze hebben afgebeeld. Dat Hoes haar werkzaamheden begint met het maken van een foto van een Boeddhabeeld en deze foto vervolgens bewerkt, leidt niet tot een ander oordeel. Het resultaat van deze bewerking, zoals hiervoor omschreven, is naar het oordeel van de rechtbank als oorspronkelijk en voldoende afwijkend te beschouwen van het Boeddhabeeld waar de foto van zou zijn genomen.

4.11. In het onderhavige geval is echter gelet op de hiervoor vastgestelde
overeenstemming, als er al sprake is van een bepaalde stijl of trend zoals Mondiart kennelijk
bedoelt te stellen, onvoldoende af stand genomen van de kunstwerken van Hoes en is op
onvoldoende eigen wijze uiting gegeven aan de betreffende stijl of trend.Dat de afbeeldingen van het Boeddha gezicht op de Paramount-schilderijen veel weg heeft van het Boeddha gezicht van het hiervoor genoemde beeld op een houten standaard, neemt niet weg dat het maken van een schilderij (met bovendien de eerder omschreven bijzondere kenmerken) heel iets anders is dan het maken van een beeld. (…) Aan de heer Dritty is het Paramount schilderij van Mondiart getoond, welk schilderij, zoals hiervoor al is vastgesteld, zeer veel gelijkenis heft met de schilderijen van Hoes. Uit de verklaring volgt voorts dat Dritty de neus, ogen wenkbrauwen, mond en kin heeft aangepast. (…) De wijzigingen die A. Dritty heeft aangebracht leiden er niet toe dat er een geheel andere indruk van het gehele werk bestaat. Dat de ogen van de Gouden Boeddha halfopen zijn maakt dat niet anders. De rechtbank is derhalve van oordeel dat zowel de Paramount-schilderijen als de nieuwe schilderijen van Mondiart niet als nieuwe oorspronkelijke werken in de zin van de auteurswet kunnen worden aangemerkt. 

(…) 4.1 8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Hoes haar vorderingen onder 4 en 7 te ruim omschreven. Voor zover deze vorderingen zien op een verbod ten aanzien van het oude schilderij van Mondiart en de nieuwe schilderijen van Mondiart kunnen deze worden toegewezen. Niet goed valt echter in te zien op welke wijze Hoes gebaat zou zijn bij toewijzing zoals door haar gevorderd voor zover dat verbod zou zien op andere schilderijen dan die waar de onderhavige procedure betrekking op heeft. (…) De rechtbank zal de vorderingen van Haes onder 4 en 7 toewijzen onder weglating van de zinsnede '"schilderwerken identiek aan of in overwegende mate gelijkend op de schilderwerken van Hoes, in het bijzonder"'.”

Lees het vonnis hier. Zie voor kort geding: IEF 4151.