Gepubliceerd op woensdag 17 januari 2007
IEF 3275
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

(Eerste) Haagse Jurkjeszaak

jurkjes.JPGVoorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 januari 2007,  KG ZA 06-1557. Intertoys Holland B.V. tegen Lucy Locket Limited. (met dank aan De Gier & Stam Advocaten / Rechtbank Den Haag).

Executiegeschil met eigen richtlijnconforme proceskostenveroordeling. Goederenstroom is niet afdoende in kart gebracht.

Vervolg op de Tweede Leeuwarder Jurkjeszaak. Intertoys is in juli 2006 door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden veroordeeld om, onder meer, de verhandeling van inbreukmakende jurken ('Heksenjurken') te staken. Intertoys werd verder veroordeeld om, middels een accountantsverklaring,  informatie te verschaffen over de inkoop- en verkoop van de inbreukmakende jurken. Een en ander op straffe van een dwangsom.

Na verloop van tijd stelde Lucy Locket dat Intertoys niet volledig aan het vonnis had voldaan en dwangsommen diende te betalen. Intertoys was het daar niet mee eens en startte een kort geding om de executie van dwangsommen te stoppen.

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag oordeelt i.c. dat de door Intertoys ter voldoening aan het vonnis ingediende accountantsverklaring ronduit summier is en noemt de tekortkomingen ernstig. “Het is al met al aan de hand van de door Intertoys geproduceerde gegevens redelijkerwijs niet mogelijk om  de goederenstroom afdoende in kaart te brengen, zoals kennelijk beoogd met de betreffende bevelen/geboden. Daarmee staat voorhands vast dat de overtredingen ook het doel van de opgelegde beslissing illusoir maken.”


“Dit oordeel wordt niet anders door de stelling van Intertoys dat zij wel aan de hoofdveroordeling, namelijk het zich onthouden van verdere inbreuk op de auteursrechten van Lucy Locket ter zake de Wild Witch jurk, zou hebben voldaan. In sub 5 van de beslissing wordt immers de dwangsom gesteld op iedere gehele of gedeeltelijke nakoming van enig daarvoor gegeven bevel (gebod).”


De vordering van Intertoys tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis wordt afgewezen en Intertoys dient bovendien de volledige proceskosten van Lucy Locket te voldoen:


“Intertoys zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Voorshands dienen ook de proceskosten gerezen in verband met de executie van een vonnis dat als voorwerp heeft de handhaving van rechten van intellectuele eigendom conform artikel 14 Handhavingsrichtlijn te worden vastgesteld, nu de executie is te beschouwen als een verlengstuk van deze handhaving.”


Lees het vonnis hier. Eerder vonnis Rechtbank Leeuwarden hier. Verwante jurkjeszaak hier.