Gepubliceerd op vrijdag 17 november 2006
IEF 2947
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Esthetisch bepaald hoger beroep

tent.bmpGerechtshof Arnhem 17 november 2006 LJN: AZ2369, Appellanten tegen Gerjak

Hoger beroep in kort geding tegen dit vonnis met betrekking tot de auteursrechtelijk beschermde trekken van de tenten van tenttrailers.

Appellanten stellen zich op het standpunt dat ten aanzien van de drie in het geding zijnde Holtkamper tenttrailers (respectievelijk de Holtkamper Astro model1992, de Holtkamper Cocoon 1997 en de Holtkamper Astro Membrane Airco 2004) sprake is van een unieke en karakteristieke vormgeving met betrekking tot de (nader te noemen onderdelen van de) uitvouwbare tent van elk van deze vouwwagenmodellen. Gerjak maakt volgens hen met haar tenttrailer model Tago Settler (model 2005) inbreuk op de auteursrechtelijk beschermde trekken van de tenten van voornoemde tenttrailers van appellanten. Tevens handelt Gerjak volgens appellanten in dit verband onrechtmatig. Zij heeft de kenmerkende vormgeving van de tenten van de Cocoon en de Astro (modellen 1992 en 2004) overgenomen en sticht bij het publiek onnodig verwarring over de herkomst van de Tago Settler, wat slaafse nabootsing oplevert. Appellanten vorderen - kort weergegeven - onder meer dat Gerjak deze inbreuk en/of de ongeoorloofde nabootsing staakt.

Appellanten voeren aan dat voor de drie modellen driehoekige tentramen en driehoekige luifels, die op een bepaald manier zijn gepositioneerd en geaccentueerd, kenmerkend zijn. Deze - voor tenttrailers ongebruikelijke - elementen en de patronen van de combi-naties daarvan zijn volgens haar auteursrechtelijk beschermd.

Het hof beantwoordt de vraag of bij de bovengenoemde op zichzelf staande elementen sprake is van auteursrecht voorshands ontkennend. Toepassing van driehoekige vlakken in het tentdoek van tentramen is bij vouwwagens niet uniek. Dat bij de modellen van appellanten sprake is van (bovendien) een raam en/of raamluifel met een driehoekvorm en een iets andere positionering van de driehoeken op het tentdoek dan bij voornoemde voorbeelden, acht het hof niet een zodanig verschil uitmaken dat daardoor bij deze elementen wel sprake zou zijn van een werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt.
Het hof neemt voorshands wel aan dat aan de drie verschillende patronen - met in elk geval twee tegenover elkaar geplaatste driehoeken, al dan niet omkaderd door banden in contrasterende kleuren - bij elk van de drie genoemde modellen wel auteursrechtelijke bescherming toekomt.

De conclusie is dat, gelet op de totaalindrukken (waarbij onder meer gekeken is naar de
kleurstelling,  de "spatrand” en de spiegeling van driehoeken), Gerjak met betrekking tot de Tago Settler voldoende afstand heeft gehouden ten opzichte van de modellen van appellanten en dat dus geen sprake is van de gestelde inbreuk op het voorshands aangenomen auteursrecht van appellanten. Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Het hoger beroep slaagt aldus niet. Lees hier het arrest.