Gepubliceerd op maandag 15 september 2025
IEF 22911
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
10 sep 2025
Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 sep 2025, IEF 22911; ECLI:EU:T:2025:852 (Vinatis SAS tegen EUIPO, Vinites BV), https://ie-forum.nl/artikelen/eu-gerecht-bevestigt-werkelijk-gebruik-benelux-merk-vinites

EU-Gerecht bevestigt werkelijk gebruik Benelux-merk VINITES

Gerecht EU 10 september 2025; IEF 22911; IEFbe 3968; ECLI:EU:T:2025:852 (Vinatis SAS tegen EUIPO, Vinites BV). Het Gerecht bevestigt dat EUIPO’s Kamer van Beroep terecht heeft aangenomen dat het oudere Benelux-woordmerk VINITES daadwerkelijk is gebruikt voor (i) importdiensten in klasse 35 (“import van goederen, incl. die van klasse 33, ook in het kader van groothandel en detailhandel”) en (ii) diverse onderwijs- en evenementendiensten in klasse 41 (o.a. wijnproeverijen, cursussen over wijn/vinologie en culturele/educatieve events rond eten en drinken). Nieuwe bewijsstukken die Vinites pas bij het Gerecht indiende (bij de incidentele vordering over exportdiensten in klasse 35) zijn onontvankelijk; hetzelfde geldt voor aanvullend gebruiksbewijs in de hoofdzaak dat pas in beroep werd overgelegd. De grief van Vinatis dat de Kamer van Beroep haar motiveringsplicht (art. 94(1) UMVo) schond, faalt: de beslissing behandelt expliciet het “secundaire” karakter van de diensten in klasse 41 en past de relevante rechtspraak toe. Evenmin slaagt de klacht dat de Kamer het dienstenbegrip in klasse 35 te ruim uitlegde: “import” en “export” mogen, gelet op doel en gebruik, als afzonderlijke subcategorieën worden beoordeeld.

Inhoudelijk acht het Gerecht het gebruik voldoende aangetoond. Voor klasse 35 steunen exclusieve distributie-/samenwerkingsovereenkomsten met Franse en Portugese leveranciers, inkoop- en verkoopfacturen (grote hoeveelheden wijn) en marktverwijzingen (“imported by Vinites”) dat Vinites in de Benelux daadwerkelijk importdiensten voor derden verrichtte in het kader van (groothandels-)verkoop. Voor klasse 41 blijkt uit meerdere, door VINITES georganiseerde evenementen binnen de relevante periode (professionele proeverijen, masterclasses, workshops met chef, museum-event) dat onder het merk concurrerende diensten werden aangeboden; dat ze soms kosteloos waren, doet daaraan niet af zolang daarmee een afzetmarkt voor die diensten wordt gecreëerd of behouden. Het feit dat “Vinites” ook als handelsnaam voorkomt, sluit merkgebruik niet uit wanneer het publiek de aanduiding als herkomstaanduiding voor de diensten waarneemt. De hoofdactie van Vinatis wordt daarom afgewezen; de incidentele vordering van Vinites (erkenning van gebruik voor exportdiensten) wordt afgewezen wegens gebrek aan toelaatbaar bewijs. Kosten: Vinatis draagt de kosten in de hoofdzaak; Vinites draagt de kosten van de incidentele vordering.

83      In the light of that case-law of the Court of Justice, it is necessary, in order to determine whether genuine use has been shown or not, to assess whether, by such use of the mark, the undertaking seeks to create or maintain an outlet for those services in the European Union, as against the services of other undertakings. That will not be the case, however, if those services do not enter into competition with services offered on the market by other undertakings, that is to say, if they are not – and are not intended to be – offered commercially (see, to that effect, judgment of 9 September 2011, OMNICARE CLINICAL RESEARCH, T‑289/09, not published, EU:T:2011:452, paragraph 68).

84      Accordingly, the Board of Appeal did not err in law in that, in applying the case‑law cited in paragraph 81 above, it did not regard the provision of the services at issue in Class 41 free of charge to be, as such, an obstacle to finding genuine use of the earlier mark for those services and assessed the nature of those services, which made it possible, in particular, to ascertain whether the intervener sought to create or maintain an outlet for those services as against similar services offered by other undertakings on the same market.