Gepubliceerd op vrijdag 2 juli 2010
IEF 8953
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Evident identiek

NotendispenserVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 juli 2010, KG ZA 10-720, [O] tegen Dutch-Nut-Group B.V. & Faerch Plast A/S

Modellenrecht. Notendispenser. Eiser is voormalig directeur van gedaagde DNG. Beide partijen hebben een modeldepot verricht. Kern van dit geschil is gelegen in de vraag wie rechthebbende is ten aanzien van het Gemeenschapsmodelrecht op de notendispenser. Eiser [O] meent dat het recht hem toekomt als ontwerper van het model. DNG ontkent niet dat het idee voor de notendispenser oorspronkelijk van [O] afkomstig is geweest, doch stelt dat [O] de notendispenser heeft ontworpen uit hoofde van zijn functie bij DNG.

Aan de behandeling van die stellingen komt de voorzieningenrechter echter niet toe. Nu DNG het depot twee maanden eerder heeft gedeponeerd dan eiser [O] is DNG in staat de nietigheid van het depot van [O] in te roepen, aangezien dat op het moment van depot evident niet nieuw meer was. De inbreukvorderingen van [O] worden derhalve afgewezen. Onbetwiste 1019h proceskosten: €24.662,89.

4.6. Dit betoog wordt naar voorlopig oordeel gegrond geoordeeld. Een model wordt op grond van artikel 5 lid 1 sub b GModVo als nieuw beschouwd, indien geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum van de indiening van de aanvrage om inschrijving van het model waarvoor bescherming wordt gevraagd. Uit het hiervoor in r.o. 2.5. weergegeven door Faerch ingeschreven gemeenschapsmodel blijkt dat dit model en het model van [O] evident identiek zijn. Vergelijking van de modellen zoals ingeschreven leert dat onmiddellijk. Het model van Faerch is eerder gedeponeerd dan dat van [O], zodat dit laatste model nieuwheid ontbeert. Onder die omstandigheden is er naar voorlopig oordeel van uit te gaan dat er een gerede kans is dat het gemeenschapsmodel van [O] in de bodemprocedure zal worden vernietigd.

Lees het vonis hier.