Gepubliceerd op woensdag 11 juli 2007
IEF 4348
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ex tunc

LIFEHAMMER-SOSHAMMER.bmpRechtbank Haarlem, 29 juni 2007, KG ZA 07-201. Life Safety Products B.V. tegen Autovision B.V. (met dank aan Evert van Gelderen en Michael Gerrits, De Gier & Stam).

Wel gemeld, nog niet samengevat. Wellicht nootwaardig vonnis over auteursrechtelijk beschermde veiligheidshamer. Beroep op verwatering van auteursrecht afgewezen. Grensoverschrijdend verbod (EER) bij auteursrechtinbreuk.

Partijen brengen op elkaar gelijkende veiligheidshamers op de markt. De hamertjes zijn bedoeld voor gebruik in de auto om na een ongeluk een raam in te slaan en met een ingebouwd mes de autogordel door te snijden. Eiseres Life Safety Products (LSP) heeft de rechten, waaronder het auteursrecht, verkregen op de LIFEHAMMER. Dit hamertje is in 1983 is ontwikkeld door de heer H. Lechner. Gedaagde Autovision verkoopt onder meer de SOSHAMMER, die wordt geleverd door Faltool GmbH, welke onderneming is opgericht door de zoon van H. Lechner.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het ontwerp van de LIFEHAMMER auteursrechtelijk is beschermd. “4.4. (…) Aangenomen moet worden dat bij het ontwerp van de LIFEHAMMER een aantal persoonlijke en niet objectief bepaalde keuzes zijn gemaakt die uiteindelijk hebben geresulteerd in een veiligheidshamer met een eigen oorspronkelijk karakter die het stempel van de maker draagt. Uit de door beide partijen overgelegde afbeeldingen van andere in de markt verkrijgbare veiligheidshamers blijkt dat een veiligheidshamer niet (noodzakelijkerwijs) het uiterlijk hoeft te hebben van de LIFEHAMMER om aan de (gebruiks)functies van een dergelijk product (…) te kunnen voldoen.”

Autovision stelt dat de vormgeving van de LIFEHAMMER is verworden tot een onbeschermde stijl, met andere woorden: verwatering van auteursrechtelijk werk. De rechter gaat hier niet in mee en oordeelt: “4.5. (…) Nog daargelaten dat naar aanleiding van het arrest HR 8 september 2006, LJN AV3384 [Benetton/G-Star - IEF], allerminst communis opinio bestaat over de conclusie dat in genoemd arrest de verwatering van werken in het auteursrecht door de Hoge Raad is erkend, gaat de stelling van Autovision ten onrechte voorbij aan het uitgangspunt dat oorspronkelijkheid aan de hand van omstandigheden op het tijdstip van schepping van het werk, en niet ex nunc dient te worden beoordeeld. Het feit dat allerlei veiligheidshamers tegenwoordig elementen zouden vertonen die gelijken op de elementen van de LIFEHAMMER betekent immers niet dat het ontwerp ten tijde van de schepping niet origineel kon zijn.”

De voorzieningenrechter concludeert dat sprake is van auteursrechtinbreuk. “4.8. (…) De totaalindruk van de SOSHAMMER stemt overeen met de totaalindruk van de LIFEHAMMER, zodat dientengevolge ontlening wordt verondersteld. Autovision heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat van onlening geen sprake is, temeer nu de SOSHAMMER afkomstig is van een onderneming van de zoon van H.Lechner [de ontwerper van de LIFEHAMMER-IEF].”

De rechter wijst het door LSP gevraagde EER-grensoverschrijdende verbod, zonder overwegingen over het auteursrecht in andere lidstaten van de EER,  toe: “4.9.(…) Nu in het algemeen een grensoverschrijdend verbod tot de mogelijkheden behoort en Autovision de vordering (...) op dit punt niet heeft weersproken zal deze in die zin worden toegewezen.”
Autovision wordt eveneens veroordeeld tot betaling van de volledige proceskosten op grond van art. 1019h Rv.

Lees het vonnis hier.