4 nov 2024
Factuur voor achtergrondmuziek in café moet betaald worden
Rb. Midden Nederland 4 september 2024, IEF 22411; ECLI:NL:RBMNE:2024:5304 (KHN tegen gedaagde). Gedaagde heeft een lidmaatschapsovereenkomst afgesloten met KHN. Hierdoor heeft KHN muziekinstellingen betaald voor de auteursrechten van de achtergrondmuziek die in het café van gedaagde werd afgespeeld. Deze kosten zijn vervolgens doorberekend aan gedaagde, maar hij heeft deze factuur niet betaald. In deze procedure vordert KHN alsnog betaling hiervan. Gedaagde stelt dat hij de lidmaatschapsovereenkomst had opgezegd en dat hij niet wist dat KHN de muziekrechten namens hem betaalde. Hij zou zelf de kosten aan Buma en Sena hebben voldaan en dacht dat de facturen van KHN betrekking hadden op de lidmaatschapsbijdrage. Gedaagde heeft dit echter onvoldoende onderbouwd. Ook heeft gedaagde de opzegging niet kunnen bewijzen, waardoor deze niet kan worden vastgesteld. De verweren van gedaagde slagen dus niet, waardoor hij gehouden is de vordering van KHN te voldoen.
3.1. Het bedrag dat KHN vordert bestaat uit de kosten die KHN heeft moeten maken voor de muziekrechten van de muziek die [gedaagde] in zijn café heeft afgespeeld. KHN zegt dat zij deze kosten voor [gedaagde] aan muziekinstanties Buma en Sena betaalt, omdat [gedaagde] lid was van de vereniging van KHN. [gedaagde] heeft hier tegenin gebracht dat zij rechtstreeks facturen kreeg van Sena voor de muziekrechten. [gedaagde] dacht dat de facturen die KHN stuurde, zagen op de lidmaatschapsgelden van de vereniging van KHN. Nergens blijkt echter uit dat [gedaagde] de muziekrechten al aan Buma of Sena heeft betaald. [gedaagde] heeft ter onderbouwing hiervan slechts een creditfactuur uit 2021 overgelegd, terwijl de vordering ziet op 2020. KHN heeft voldoende uitgelegd dat zij vanwege het lidmaatschap van [gedaagde] de muziekrechten bij haar in rekening mocht brengen.