15 okt 2025
FRUTARIA-beeldmerk beschrijvend is voor fruit en daarom nietig in klassen 29/31, maar geldig blijft voor exportdiensten

Gerecht 15 oktober 2025, IEF 23015; ECLI:EU:T:2025:960 (Frutaria Innovation SL tegen EUIPO en Markus Schneider). Het Gerecht (Zesde kamer) bevestigt de EUIPO-beslissing waarbij het EU-beeldmerk FRUTARIA nietig is voor klasse 29 (gedroogd fruit) en klasse 31 (vers fruit), maar in stand blijft voor klasse 35 (export van vers fruit). Omdat de merkaanvraag dateert van 22 mei 2007, past het Gerecht materieel Verordening nr. 40/94 toe. Het stelt vast dat “frutaria” in het Portugees “fruitwinkel” betekent en voor de Portugese doelgroep beschrijvend is voor gedroogd en vers fruit (art. 7(1)(c) jo. 51(1)(a)). De eenvoudige grafische elementen (groene kleur, groen vierkant, halve cirkel, golflijn, onderstreping, standaard vette letter) zijn banale versiering en veranderen de betekenis niet: het publiek blijft het teken als beschrijving van de waar zien en legt een rechtstreeks en specifiek verband met de waren. Voor diensten in klasse 35 is het teken daarentegen niet beschrijvend, zodat het merk daarvoor geldig blijft. Het Gerecht neemt ook in aanmerking dat de Kamer van Beroep haar beslissing via een corrigendum heeft verduidelijkt: de nietigverklaring ziet alleen op de waren van klassen 29 en 31.
Het beroep op door gebruik verkregen onderscheidend vermogen (art. 51(2) jo. 7(3)) slaagt niet. Het Gerecht herhaalt dat direct bewijs nodig is dat een aanzienlijk deel van het relevante Portugese publiek (zowel consumenten als professionals) de waren vanwege dit teken aan één onderneming toeschrijft. De door Frutaria overgelegde interne verklaring, facturen aan zakelijke afnemers, beursbrochures en algemene derdenverklaringen tonen wel gebruik en distributie, maar geen publieksperceptie: er ontbreken o.a. enquêtes/marktstudies, marktaandelen, investeringen in promotie en verklaringen van brancheorganisaties. Omdat één absolute weigeringsgrond voldoende is, hoeft het Gerecht het beroep op ontbrekend onderscheidend vermogen (art. 7(1)(b)) voor de waren niet afzonderlijk te behandelen. Het beroep wordt volledig afgewezen, en Frutaria wordt in de kosten veroordeeld.
33 First, the Board of Appeal noted, in paragraphs 34 to 39 of the contested decision, that the Portuguese word ‘frutaria’ could be considered to be descriptive of the goods concerned for the relevant public, since those goods are generally sold in a fruit shop.
34 Second, with regard to the figurative elements and the stylisation of the contested mark, the Board of Appeal found, in paragraphs 56 and 58 of the contested decision, that the figurative elements were banal, were commonly used in relation to foodstuffs and would be perceived as decorative elements serving to accentuate the overall prominence of the word element in that mark. In paragraph 63 of the contested decision, that Board of Appeal found that the stylisation of the word element was simple. In paragraph 57 of the contested decision, it noted that the mere addition of the colour green, which was commonly used in the field of foodstuffs, to the descriptive word element was not sufficient to give the contested mark distinctive character, but would be perceived as a decorative element. According to the Board of Appeal, those figurative elements and that stylisation of the contested mark were not sufficiently striking, either taken in isolation or as a whole, to divert the relevant public from the descriptive meaning of the word element ‘frutaria’ (paragraph 78 of the contested decision).
35 In particular, the Board of Appeal found that: (i) the underlining of the word element ‘frutaria’ did not change the descriptive character of the contested mark; (ii) the semicircle around that word element was merely a decorative flourish; (iii) the curved elements highlighted that element without being an indication of commercial origin; (iv) the green square was a simple, basic geometric shape devoid of any distinctive character per se; and (v) last, the stylisation of the word element, consisting of a common font, was very simple (paragraphs 59 to 63 of the contested decision).