Gepubliceerd op vrijdag 7 december 2012
IEF 12105
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Gascontaineromhulsel (arrest)

HR 7 december 2012, LJN BX9027 (Ragasco AS tegen Kompozit-Praha S.R.O. en Iesberts' Handelsmaatschappij)

In navolging van IEF 9597, het tussenarrest (IEF 6167) en het eerste vonnis (IEF 1196). Hieruit volgt dat het octrooi EP0958473 niet nieuw is, dan wel inventiviteit ontbreekt en bij arrest niet anders wordt geoordeeld. In cassatie wordt opgekomen tegen de nietigverklaring van een octrooi voor draagbare drukcontainers voor vloeistoffen.

Conform art 81 lid 1 RO wordt het beroep verworpen zonder nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsverklaring. Verweerders hebben aanspraak gemaakt op vergoeding van proceskosten op de voet van art. 1019h Rv.

De aldus afgewezen middelen (zie de concluse A-G) betreffen 1) een vraag van appelprocesrecht, 2) een motiveringskwestie inzake de schokabsorberende eigenschappen van het omhulsel, 3) een kwestie dat het hof buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden omdat geen van de partijen had aangevoerd dat een aangehaalde passage wezenlijk is voor de gelding van het octrooi en 4) de vereiste van inventiviteit.

Uit de conlusie A-G:

2.15 (...) In het voetspoor van de rechtbank heeft het hof zich niet beperkt tot een toetsing van hetgeen de gemiddelde vakman had kunnen doen, maar zich gericht op beantwoording van de vraag wat "voor de hand" lag; m.a.w. op hetgeen de gemiddelde vakman zou hebben gedaan met kennis van de stand van de techniek op de peildatum maar zonder kennis van het geoctrooieerde voortbrengsel. .