19 jun 2019
Uitspraak ingezonden door Olaf van Haperen en Nadiya Disveld, Eversheds Sutherland.
Geen bewijs eigen openbaar voorgebruik VG Colour
Rechtbank Den Haag 19 juni 2019, IEF 18535; ECLI:NL:RBDHA:2019:6407 (HE Licenties tegen VG Colours) Langlopende octrooi-procedure inzake de kleuring van orchideeën. Vervolg op het tussenvonnis [IEF 17517] waarin VG Colours werd toegelaten haar gestelde eigen openbaar voorgebruik te bewijzen en het beroep op verlies van rechtskracht en toegevoegde materie te bepleiten. In het bewijs van het eigen openbaar voorgebruik is VG Colours niet geslaagd. Inbreuk op conclusies 11,12,13 en/of 15 wordt aangenomen. Deze zaak is eveneens een vervolg op het eerder door VG Colours gewonnen kort geding [IEF 15239] en op de zaak over bestuurdersaansprakelijkheid [IEF 17544] met betrekking tot de onbetaalde proceskostenveroordeling.
Openbaar voorgebruik — bewijswaardering
4.7. De rechtbank stelt voorop dat de maatstaf voor bewezenverklaring van het openbaar voorgebruik naar Nederlands recht moet worden beoordeeld. Daarbij geldt dat de rechtbank een redelijke mate van zekerheid moet verkrijgen dat VG Colours voor 27 september 2013 (de prioriteitsdatum van NL 904) orchideeën in het handeisverkeer heeft gebracht met een vergroot gat in de steel. Daarbij verdient opmerking dat voor bewijs in het burgerlijk procesrecht niet steeds is vereist dat de te bewijzen feiten en omstandigheden onomstotelijk komen vast te staan, maar kan volstaan dat deze feiten voldoende aannemelijk worden.
Bij de beoordeling of in een concreet geval aan voomoemde maatstaf is voldaan, kan meewegen dat het bewijsmateriaal volledig in de macht en invloedssfeer van de procespartij ligt op wie de bewijslast rust. Die bijzondere omstandigheid doet zich hier voor en brengt mee dat op VG Colours een relatief zware bewijslast rust. Deze toets stemt overeen met de strenge maatstaf die door het Europees Octrooibureau wordt gehanteerd voor openbaar voorgebruik door de partij die zich er op beroept: ‘up to the hilt’ ofte wel ‘beyond reasonable doubt’.
Vorderingen 4.18.
Uit hetgeen is overwogen in het voorgaande en in 4.28 van het tussenvonnis van 21 februari 2018, volgt dat VG Colours inbreuk maakt op NL 904 door in Nederland orchideeën te verhandelen die voldoen aan de kenmerken van conclusies 11, 12, 13 en 15 van NL 904. De door HE Licenties gevorderde verklaring voor recht is, beperkt tot deze conclusies, dan ook toewijsbaar.