Gepubliceerd op donderdag 25 november 2010
IEF 9240
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen intrekking inbreukverbod

PhalaenopsisRechtbank ’s-Gravenhage, 19 november 2010, KG ZA 10-1193, Middenweg B.V. tegen Multispike B.V.

Octrooirecht. NL octrooi m.b.t. een ‘verbeterde werkwijze voor het telen van orchideeën.’ Eiser Middenweg zegt de licentieovereenkomst op, maar de octrooihouder stelt dat eiser de methode ook nadien is blijven toepassen en legt o.a. beslag op de planten van eiser. Eiser vordert i.c. de opheffing van de beslagen èn de intrekking van het eerder uitgesproken octrooi-inbreukverbod (Rechtbank ‘s-Gravenhage, 21 oktober 2010, IEF 9181). Vorderingen afgewezen. Weliswaar is “thans, anders dan in het eerste kort geding, voldoende aannemelijk dat in ieder geval conclusies 1 en 2 van NL 581 niet in stand kunnen blijven”, maar daarmee is nog niet gegeven dat het vonnis berust op een juridische of feitelijke misslag.

4.2. Het gevorderde is slechts toewijsbaar indien de bevoegdheid dat vonnis te executeren wordt misbruikt. Daarvan zal sprake zijn onder meer indien het vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust (HR 22 april 1983. LJN AG4575), in geval van door de executant gepleegd bedrog in de procedure die tot het vonnis heeft geleid (HR 5 november 1993, LJN ZC1125) en indien met het vonnis betaling van een koopsom wordt afgedwongen, waarvan vaststaat dat die reeds betaald is (HR 22 december 2006, LJN AY9224). In het executiegeschil is geen ruimte om het reeds gevoerde debat tussen partijen te heropenen omdat dit in strijd zou komen met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.

4.4. Thans is, anders dan in het eerste kort geding, voldoende aannemelijk dat in ieder geval conclusies 1 en 2 van NL 581 niet in stand kunnen blijven. Uit het artikel van Kim blijkt immers een werkwijze voor de vergroting van het aantal bloeiwijzen bij Doritaenopsis orcideeën door toepassing van een koudeperiode in combinatie met besproeiing met benzyl adenine. Niet in geschil is dat benzyl adenine dezelfde stof is als 6-BAP en evenmin dat Phalaenopsis en Doritaenopsis zodanig verwant zijn dat dezelfde groei-eigenschappen verwacht kunnen worden. Voorshands moet worden geoordeeld dat Kim daarmee schadelijk is voor de inventiviteit van de genoemde conclusies. Multispike heeft ter zitting ook desgevraagd verklaard geen argumenten te kunnen aanvoeren tegen het standpunt van Middenweg, zij het dat naar zij meent de conclusies 3, 4 en 11 en daarvan afhankelijke conclusies in stand zouden kunnen blijven.

4.5. Daarmee is echter niet gegeven, zoals Middenweg ter zitting heeft aangevoerd, dat het vonnis van 21 oktober 2010 berust op een juridische misslag. De nu aangevoerde nietigheidsargumenten zijn in het eerdere kort geding immers niet gesteld. Hetgeen hiervoor onder a is weergegeven komt er op neer dat Middenweg haar verweer heeft uitgebreid. Het executiegeschil is echter geen hoger beroep. Middenweg kan deze nieuwe verweren uitsluitend in hoger beroep naar voren brengen. Voor het onder b gestelde geldt hetzelfde. Ook dit zijn nieuwe verweren van Multispike die zij in het eerdere kort geding niet heeft aangevoerd.

4.6. Van een feitelijke misslag in het eerdere vonnis is, anders dan Middenweg ter zitting heeft aangevoerd, evenmin sprake. In het vonnis is niet uitgegaan van het feit dat Orchid Gardens Patents octrooihouder is. Voor zover het beslagverlof zou zijn gegeven op basis van onjuiste, door Multispike aangevoerde gegevens en dit tot opheffing van het beslag zou moeten leiden, had Middenweg ook dat in het eerdere kort geding moeten en kunnen aanvoeren.
(…)

4.10. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zullen de vorderingen van Middenweg worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.