Gepubliceerd op woensdag 9 december 2009
IEF 8435
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen misbruik van auteursrecht

Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 december 2009, KG ZA 09-1288, X tegen De Staat der Nederlanden (Ministerie van verkeer en waterstaat). 

Eerst even voor jezelf lezen. Auteursrecht. Conflict tussen schrijver en opdrachtgever over uitgave publicatie. Opdrachtgever, het ministerie van VWS,  wil concepttekst van eiser X niet publiceren en publiceert vervolgens eigen versie. Eiser X wil de tekst nu in eigen beheer uitgeven maar ziet zich daarin gestuit door de overeenkomst van opdracht. Vorderingen afgewezen. Geen misbruik van auteursrecht.

4.12. X geeft aan het optreden van RWS te zien als misbruik van auteursrecht. Dat wordt gepasseerd. Daargelaten of het optreden van RWS een schoonheidsprijs verdient, contractueel heeft X zich (tevoren en met oog voor eventuele consequenties) uit vrije wil aangemeten, wat hij achteraf als een te strak keurslijf ervaart. Achteraf kan dan niet gezegd worden dat het gebruik maken door RWS van de haar door overdracht toekomende auteursrechten juridisch niet door de beugel kan, indien bedoelde door X tevoren onder ogen geziene consequenties zich vervolgens ook voordoen in de vorm van hem onwelgevallige aanpassingen van de kant van RWS. Het beroep op journalistieke onderzoeksvrijheid door X is wat dat betreft juridisch niet adequaat, juist vanwege deze contractuele bepalingen. Een beroep van RWS op haar auteursrecht kwalificeert in dit geval niet als misbruik van recht. Hoe onbevredigend dit qua uitkomst wellicht – afhankelijk van het gezichtspunt – ook wordt gevoeld, pacta sunt servanda. Anders gezegd: Een kritisch onderzoeksjournalist, gepromoveerd his- toricus en schrijver van naam, die willens en wetens zijn auteurszeggenschap “wegcontracteert”, kan niet bij hem achteraf onwelgevallige uitoefening van die overgedragen zeggenschap door zijn wederpartij met succes aanvoeren dat dat misbruik van recht oplevert in een situatie als deze. Als dat tot gevolg heeft dat kritische noten onder het tapijt worden geveegd, zoals X stelt, dan is dat niet meer dan een gevolg van het sluiten van zo’n contract, waar hij ook van af had kunnen zien. Aan de vraag of deze gang van zaken maatschappelijk wenselijk is, nu het onderzoek van X met publiek geld is gefinancierd, zoals X aanvoert, wordt bij die contractuele gang van zaken – anders dan X betoogt – in dit kort geding niet toegekomen.

4.13. Terecht geeft RWS aan dat het X vrij staat om, zoals in art. 5.6 van de Overeenkomst is bepaald, de door zijn onderzoekswerkzaamheden verkregen gegevens te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek en dito publicaties, voor zover daarbij privacygevoelige gegevens worden ontzien. Van anders dan zijdens X bij wege van overeenkomst zelf aanvaarde beperkingen van vrijheid van onderzoek en publicatie is bij deze stand van zaken naar voorlopig oordeel geen sprake.

4.14. Nu RWS (uiteindelijk toch) zelf met een publicatie over de reorganisatie bij RWS komt, is de weigering van RWS om X toestemming te geven zijn oorspronkelijk manuscript te publiceren ook overigens niet te zien als misbruik van (auteurs)recht. Het belang van RWS dat er niet min of meer tegelijkertijd twee boeken over dit veranderproces verschijnen met een goeddeels overlappende, maar deels ook afwijkende tekst en inhoud – en gelet op de bedongen auteursrechtelijke zeggenschap van RWS en geheimhoudingsverplichting van de kant van X – is wat dat betreft voorshands voldoende zwaarwegend te achten. beperking uitingsvrijheid.

Lees het vonnis hier. Mediaberichtgeving hier.